Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hoofdmenu - Begr./Waarsch. - Groep; Draairichting Motor - Danfoss VLT HVAC Basic Drive FC 101 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Basic Drive FC 101:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameters
3.5 Hoofdmenu – Begr./waarsch. – Groep 4
3.5.1 4-1* Motor Limits
(Motorbegrenzingen)
Definieer de koppel- en stroombegrenzingen voor de
motor en de reactie van de frequentieomvormer wanneer
de begrenzingen worden overschreden.

4-10 Draairichting motor

Option:
Functie:
LET OP
[0]
Rechtsom
De instelling van
parameter 4-10 Draairichting motor is
van invloed op parameter 1-73 Vlieg.
start.
Alleen rechtsom draaien is toegestaan.
[2]
Bidirec-
Zowel rechtsom als linksom draaien is
*
tioneel
toegestaan.
4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz]
Range:
Functie:
0 Hz
[ 0-400,0
Stel de lage begrenzing voor het motortoe-
*
Hz]
rental in. De lage begrenzing voor het
motortoerental kan worden ingesteld op een
waarde die overeenkomt met de minimale
uitgangsfrequentie van de motoras. De lage
begrenzing voor het motortoerental mag de
instelling in parameter 4-14 Motorsnelh. hoge
begr. [Hz] niet overschrijden.
4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz]
Range:
Functie:
LET OP
Afhankelijk
[ 0,1-400,0
van
Hz]
De maximale uitgangsfrequentie
grootte
*
mag niet hoger zijn dan 10% van
de schakelfrequentie van de
inverter
(parameter 14-01 Schakelfre-
quentie).
Afhankelijk
[ 0,1-400,0
Voer de hoge begrenzing voor het
van
Hz]
motortoerental in. Deze kan worden
grootte
ingesteld op een waarde die
*
overeenkomt met het aanbevolen
maximale toerental. De hoge
begrenzing voor het motortoerental
moet hoger zijn dan de instelling in
parameter 4-12 Motorsnelh. lage begr.
[Hz].
Het maximale motortoerental mag
niet hoger zijn dan de instelling in
parameter 4-19 Max. uitgangsfreq..
MG18B510
Programmeerhandleiding
4-18 Stroombegr.
Range:
110
%
1000
*
%]
4-19 Max. uitgangsfreq.
Range:
Afhankelijk
van grootte
Afhankelijk
van grootte
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
[0 -
Voer de stroomgrens voor motor- en generator-
werking in (in % van de nominale motorstroom).
Als de waarde hoger is dan het maximale
nominale vermogen van de frequentieregelaar,
wordt de stroom nog steeds begrensd door de
maximale uitgangsstroom van de frequentiere-
gelaar. Wanneer een instelling in
parameter 1-00 Configuratiemodus tot
parameter 1-25 Nom. motorsnelheid wordt
gewijzigd, wordt parameter 4-18 Stroombegr. niet
automatisch teruggezet naar de standaardin-
stelling.
Functie:
[ 0-400
Hz]
*
[ 0,0-400
Stel de maximale uitgangsfrequentie in.
Hz]
Deze bepaalt de absolute begrenzing
*
van de uitgangsfrequentie van de
frequentieregelaar voor een verbeterde
veiligheid in toepassingen waarbij
onbedoelde overtoeren moeten worden
vermeden. Deze absolute begrenzing
geldt voor alle configuraties, ongeacht
de instelling in parameter 1-00 Configu-
ratiemodus.
Als parameter 1-10 Motorconstructie is
ingesteld op een optie die het gebruik
van permanentmagneetmotoren
mogelijk maakt, wordt de maximale
waarde van parameter 4-19 Max.
uitgangsfreq. mogelijk begrensd door de
instelling van parameter 1-40 Tegen-EMK
bij 1000 TPM, om te voorkomen dat de
frequentieregelaar wordt beschadigd
door een te hoge tegen-EMK. Als
parameter 4-19 Max. uitgangsfreq. wordt
ingesteld op een waarde lager dan
parameter 4-14 Motorsnelh. hoge begr.
[Hz], wordt parameter 4-14 Motorsnelh.
hoge begr. [Hz] automatisch ingesteld
op de waarde in parameter 4-19 Max.
uitgangsfreq..
3
3
47

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave