Programmeren
Parameter
Parameter 1-44 Inductantie d-as
2
2
verz. (LdSat)
Parameter 1-45 q-axis
Inductance Sat. (LqSat)
Parameter 1-46 Verst. positiede-
tectie
Parameter 1-48 Current at Min
Inductance for d-axis (Stroom
bij min. inductantie voor d-as)
Parameter 1-49 Current at Min
Inductance for q-axis (Stroom
bij min. inductantie voor q-as)
Parameter 1-70 Startmodus
Parameter 1-73 Vlieg. start
Parameter 3-02 Minimumrefe-
rentie
Parameter 3-03 Max. referentie
Parameter 3-10 Ingestelde ref.
Parameter 3-41 Ramp 1
aanlooptijd
Parameter 3-42 Ramp 1
uitlooptijd
Parameter 4-12 Motorsnelh.
lage begr. [Hz]
Parameter 4-14 Motorsnelh.
hoge begr. [Hz]
Parameter 4-19 Max.
uitgangsfreq.
20
®
VLT
HVAC Basic Drive FC 101
Bereik
Standaard
0,000-1000,000 mH
Afhankelijk van
grootte
0,000-1000,000 mH
Afhankelijk van
grootte
20–200%
100%
20–200%
100%
20–200%
100%
[0] Rotor Detection
[0] Rotor Detection
(Rotordetectie)
(Rotordetectie)
[1] Parking (Parkeren)
[0] Disabled (Uitgesch.)
[0] Disabled
[1] Enabled (Ingesch.)
(Uitgesch.)
-4999,000-4999,000
0
-4999,000-4999,000
50
-100–100%
0
0,05-3600,0 s
Afhankelijk van
grootte
0,05-3600,0 s
Afhankelijk van
grootte
0,0-400,0 Hz
0,0 Hz
0,0-400,0 Hz
100 Hz
0,0-400,0 Hz
100 Hz
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
Gebruik
Deze parameter komt overeen met de inductantieverza-
diging van Ld. In het ideale geval heeft deze parameter
dezelfde waarde als parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld).
Als de motorfabrikant echter een inductiecurve heeft
vermeld, voert u de inductiewaarde in; dit is 200% van de
nominale waarde.
Deze parameter komt overeen met de inductantieverza-
diging van Lq. In het ideale geval heeft deze parameter
dezelfde waarde als parameter 1-38 q-axis Inductance (Lq).
Als de motorfabrikant echter een inductiecurve heeft
vermeld, voert u de inductiewaarde in; dit is 200% van de
nominale waarde.
Past de hoogte van de testpuls tijdens positiedetectie bij
het starten aan.
Voer het verzadigingspunt van de inductantie in.
Deze parameter specificeert de verzadigingscurve van de
d- en q-inductantiewaarden. Bij een waarde van deze
parameter van 20-100% wordt een lineaire benadering van
de inductanties toegepast, vanwege de parameters
parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld), parameter 1-38 q-axis
Inductance (Lq), parameter 1-44 Inductantie d-as verz. (LdSat)
en parameter 1-45 q-axis Inductance Sat. (LqSat).
Selecteer de startmodus voor de PM-motor.
Selecteer [1] Enabled (Ingesch.) als de frequentieregelaar in
staat moet zijn een draaiende motor op te vangen,
bijvoorbeeld in ventilatortoepassingen. Als PM is
geselecteerd, is deze parameter ingeschakeld.
De minimumreferentie is de laagste waarde die wordt
bepaald door de som van alle referenties.
De maximumreferentie is de hoogste waarde die wordt
bepaald door de som van alle referenties.
Voer het setpoint in.
Aanlooptijd vanaf 0 tot de nominale waarde in
parameter 1-23 Motorfrequentie voor asynchrone motoren.
Aanlooptijd vanaf 0 tot parameter 1-25 Nom. motorsnelheid
voor PM-motoren.
Uitlooptijd vanaf de nominale waarde in
parameter 1-23 Motorfrequentie tot 0 voor asynchrone
motoren. Uitlooptijd vanaf parameter 1-25 Nom.
motorsnelheid tot 0 voor PM-motoren.
Stel de minimumbegrenzing voor een laag toerental in.
Stel de maximumbegrenzing voor een hoog toerental in.
Stel de waarde voor de maximale uitgangsfrequentie in.
Als parameter 4-19 Max. uitgangsfreq. wordt ingesteld op
een waarde lager dan parameter 4-14 Motorsnelh. hoge
begr. [Hz], wordt parameter 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz]
automatisch ingesteld op de waarde in
parameter 4-19 Max. uitgangsfreq..
MG18B510