Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installeren Van De Warmtebenuttingsinstallatie - Stiebel Eltron WPF 13 M Montageaanwijzingen

Inhoudsopgave

Advertenties

Brine-concentratie
ρ
Dichtheid
van Antifrogen N-watermengsels
van verschillende concentraties
Afb. 10
1.6.5 Installeren van de
warmtebenuttingsinstallatie
1.6.5.1 De warmtebenutttingsinstallatie
(verwarmingscircuit) dient overeenkomstig
de geldende technische richtlijnen uitgevoerd
te worden. Voor de veiligheidstechnische
uitrusting dient DIN 4751 blad 2 in acht
genomen te worden.
Voor de aansluiting op de warmtepomp dient
de verwarmingsinstallatie op dichtheid
gecontroleerd, grondig doorgespoeld, gevuld
en zorgvuldig ontlucht te worden.
Er dient voor gezorgd te worden dat de
verwarmingsaanvoer- en retourleiding op de
juiste manier zijn aangesloten (afb. 9).
Om de geluidsoverdracht van de installatie
aan de waterzijde te reduceren, zijn flexibele
drukslangen vereist (voor bestelnr. zie
page 2). De warmte-isolatie dient
overeenkomstig de verordening voor
verwarmingsinstallaties uitgevoerd te worden.
1.6.5.2 Bufferreservoir
Om een storingsvrije werking van de
warmtepomp te garanderen, is het gebruik
van een bufferreservoir aan te bevelen. Het
bufferreservoir dient voor de hydraulische
ontkoppeling van de volumestromen in het
warmtepompcircuit en het verwarmingscircuit.
Wordt b.v. de volumestroom in het
verwarmingscircuit via thermostaatkleppen
gereduceerd, dan blijft de volumestroom in
het warmtepompcircuit constant.
1.6.5.3 Circulatiepomp (bufferpomp)
Bei Verwendung des Pufferspeichers
SBP 200 und der Wärmepumpen-Kompakt-
installation WPKI 3 ist die einzubauende
Umwälzpumpe nach der Montageanweisung
für WPKI 3 auszuwählen und zu installieren.
Die Druckverluste der Wärmepumpe, der
Verbindungsleitungen und der WPKI 3
ergeben zusammen den Gesamtdruckverlust.
1.6.5.4 Circulatiepomp (verwarmingspomp)
Wird kein Speicherbehälter (Pufferspeicher)
verwendet, so ist die heizungsseitige Um-
wälzpumpe dem Heizkreis unter Berücksich-
tigung des Verflüssiger-Druckverlustes
auszulegen. Der Nennvolumenstrom (siehe
Tabelle unten) der Wärmepumpe muß durch
den Einbau eines Überströmventils bei jedem
Betriebszustand der Heizungsanlage gewähr-
leistet sein.
1.6.5.5 Tweede warmtebron
Bei bivalenten Heizsystemen muss die
Wärmepumpe immer in den Rücklauf des
zweiten Wärmeerzeugers (z. B. Ölkessel)
eingebunden werden.
Hohe Heizwassertemperatur:
Bij bivalente verwarmingssystemen mag het
retourwater van de tweede warmtebron de
warmtepomp direct na de uitschakeling
daarvan op een temperatuur van max. 60 °C
doorstromen. Pas na 10 minuten na de
uitschakeling mag de temperatuur 70 °C
bedragen.
1.6.5.6 Warmte-energiemeters
Bij de inbouw van warmte-energiemeters bij
de verwarmingszijde dient rekening
gehouden te worden met het bijkomende
drukverlies. De vuilopvangsystemen in de
warmteverbruiksmeters raken door de in het
verwarmingscircuit meegevoerde
verontreinigde deeltjes gemakkelijk verstopt,
waardoor het drukverlies nog groter wordt.
1.6.5.7 Zuurstofdiffusie
Bij niet-diffusiedichte vloerverwarmingen van
kunststofbuizen of bij open
verwarmingsinstallaties kan bij het gebruik
van stalen verwarmingselementen, stalen
buizen of buffervaten door zuurstofdiffusie
corrosie aan de stalen onderdelen ontstaan.
De corrosieproducten, zoals b.v. roestmodder,
kunnen zich in de condensor van de
warmtepomp afzetten en door de daardoor
ontstane doorsnedevernauwing tot
capaciteitsverliezen van de warmtepomp of
tot uitschakeling van de warmtepomp door
de hogedrukbeveiligingsschakelaar leiden.
Daarom dienen open verwarmingssystemen
of stalen buis-installaties in combinatie met
kunststofbuis-vloerverwarmingen met een
niet-diffusiedichte buis vermeden worden.
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wpf 18 m

Inhoudsopgave