Controles voorafgaand aan de inbedrijfstelling
Vóór de opstart van het koelsysteem moet de gehele installatie,
inclusief het koelsysteem worden vergeleken met de installatie-
tekeningen, maatschetsen, systeem leidingwerk en instrumentatie
tekeningen en de elektrische schema's.
Tijdens het uitvoeren van de installatietest moeten de nationale
voorschriften worden gevolgd. Indien die niet aanwezig zijn
kan norm EN 378-2 als richtlijn worden gebruikt.
Externe visuele installatiecontroles:
•
Vergelijk de totale installatie met de koelsysteem- en
elektrische schema's.
•
Controleer dat alle componenten voldoen aan de ontwerp-
specificaties.
•
Controleer dat alle veiligheidsdocumenten en apparatuur
aanwezig zijn die door de huidige Europese richtlijnen
worden vereist.
•
Verifieer dat alle beveiligingen en milieubeschermende
appendages en maatregelen aanwezig zijn/getroffen zijn
en voldoen aan de huidige Europese richtlijnen.
•
Verifieer dat alle documenten voor drukvaten, certificaten,
naamplaten, dossiers, handleidingen aanwezig zijn die
volgens de huidige Europese richtlijnen vereist zijn.
•
Verifieer dat de toegangsroute tot de unit en de vlucht-
wegen vrij zijn.
•
Verifieer de instructies en richtlijnen ter voorkoming van
het opzettelijk verwijderen van koudemiddelgassen die
schadelijk zijn voor het milieu.
•
Verifieer dat alle aansluitingen zijn gemaakt.
•
Controleer steunen en bevestigingsmateriaal (materialen,
route en bevestiging).
•
Controleer de kwaliteit van lassen en andere verbindingen.
•
Controleer de beveiliging tegen mechanische schade.
•
Controleer de beveiliging tegen hitte.
•
Controleer de beveiliging van bewegende delen.
•
Controleer of er voldoende vrije ruimte is voor onderhoud
of reparatie.
•
Controleer de status van de afsluiters.
•
Controleer de status van de thermische- en dampdichte
isolatie.
8