Aanpassing van de
machine
1 Aanpassing beeldkwaliteit
Selecteer [Aanpassing beeldkwaliteit] in het scherm
Aanpassing van de machine.
1.1
Aanpassing laser
Selecteer [Aanpassing laser] in het scherm Aanpassing
beeldkwaliteit.
1.1.1
Aanpassing density afwijking (Auto
aanpassing)
Hiermee wordt de densiteitsafwijking voor het afdrukken
in de voorwaartse/achterwaartse richting
(hoofdscanrichting) automatisch aangepast.
1) Selecteer [Automatisch Aanpassing] in het scherm
Aanpassing laser.
2) Om een testpatch af te drukken, tikt u op de toets
[Uitvoeren] in het scherm Aanpassing density afwijking (auto
aanpassing). Als u de densiteit moet wijzigen, selecteert u
de gewenste densiteit en tikt u op de toets [Uitvoeren].
[Vóór aanpassing]
[Na aanpassing]
3) Het bericht "Instelwaarde ingest op eff dichtheid
(densitometer/visueel) wordt gewist. indien uitgev. Dit
uitvoeren? verschijnt wanneer u op de toets
[Uitvoeren] tikt. Tik op de toets [Uitvoeren] om door te
gaan als u geen probleem ziet. Tik op de toets
[Annuleren] als u de waarde niet wilt wissen.
Opmerking:
Om uw voorkeuren terug op de fabrieksinstellingen te
zetten, tikt u op de toets [Terug naar
uitgangswaarden (Density Smoothing Aanpassing)].
Als het bevestigingsbericht wordt weergegeven, tikt u
op de toets [OK]. De machine wordt opnieuw
opgestart om terug te keren naar de
fabrieksinstellingen.
6