2.4
Decentratieaanpassing
Selecteer [Decentratieaanpassing] in het scherm
Aanpassing beeldpositie/verhouding/gebied.
2.4.1
Decentratieaanpassing afdruk
Hiermee wordt de middenpositie voor het afdrukken
aangepast.
1) Selecteer [Decentratieaanpassing afdruk] in het
scherm Decentratieaanpassing.
2) Voer de gewenste waarden in en tik dan op de toets
[Registreren].
Voorbeeld van het scherm Decentratieaanpassing afdruk
Invoerbereik: [30] tot [70] (1 = 0,1 mm)
Standaard: elk [50]
Opmerking:
LCT lade 1, LCT lade 2, LCT lade 3, LCT lade 4,
LCT-invoerlade en LCC worden alleen
weergegeven wanneer de opties geïnstalleerd zijn.
Om uw voorkeuren terug op de fabrieksinstellingen
in te stellen, tikt u op de toets [Terug naar
uitgangswaarden (Decentratieaanpassing afdruk)].
Als het bevestigingsbericht wordt weergegeven, tikt
u op de toets [OK]. Uw voorkeuren worden
teruggezet op de fabrieksinstellingen en het
scherm keert terug naar het scherm
Decentratieaanpassing.
2.4.2
Scan Origineel Off-Center aanpassing
Hiermee wordt de middenpositie voor het scannen van
het origineel aangepast.
1) Selecteer [Scan Origineel Off-Center aanpassing] in
het scherm Decentratieaanpassing.
Geef eerst de positie-aanpassing voor het afdrukken
op.
2) Voer de gewenste waarden in en tik dan op de toets
[Registreren].
Invoerbereik: [20] tot [80] (1 = 0,1 mm)
Standaard: elk [50]
Opmerking:
Om uw voorkeuren terug op de fabrieksinstellingen in
te stellen, tikt u op de toets [Terug naar
uitgangswaarden (Scan origineel Off-Center)]. Als het
bevestigingsbericht wordt weergegeven, tikt u op de
toets [OK]. Uw voorkeuren worden teruggezet op de
fabrieksinstellingen en het scherm keert terug naar
het scherm Decentratieaanpassing.
2.4.3
Automatische centreeraanpassing
Hiermee worden voorwaarde-instellingen gemaakt voor
de automatische centreeraanpassing (functie om de
papierpositie te detecteren en automatisch een
centreeraanpassing uit te voeren).
1) Selecteer [Automatische centreeraanpassing] in het
scherm Decentratieaanpassing.
2) Selecteer [AAN] of [UIT] voor elke
scanrichtingaanpassing en tik op de toets
[Registreren].
Aanpassing hoofdscanrichting:
Selecteer [AAN] of [UIT]. Standaard: [AAN]
Aanpassing subscanrichting:
Selecteer [AAN] of [UIT]. Standaard: [AAN]
Aanpassing real-time hoofdscanrichting:
Selecteer [AAN] of [UIT]. Standaard: [UIT]
Let op:
Als u de Aanpassing real-time hoofdscanrichting
inschakelt, kan dat een invloed hebben op de
afdruksnelheid en de levensduur van de drum.
19