Verhelpen van storingen
Controle van de apparaattype-instelling
Draadtoevoerproblemen
Contactkop verstopt
Reinigen en zo nodig vervangen.
Instelling spoelrem > zie hoofdstuk 5.1.10.4
Instellingen controleren en evt. corrigeren
Instelling drukunits > zie hoofdstuk 5.1.10.3
Instellingen controleren en evt. corrigeren
Versleten draadrollen
Controleren en indien nodig vervangen
Toevoermotor zonder voedingsspanning (zekeringsautomaat door overbelasting geactiveerd)
Geactiveerde zekering (achterzijde stroombron) door het indrukken van de knop resetten
Geknikt slangpakket
Het toortsslangpakket languit uitspreiden
Draadgeleidingskern of draadgeleidingsspiraal vuil of versleten
Kern of spiraal reinigen, geknikte of versleten kernen vervangen
7.2
Controle van de apparaattype-instelling
Bij elke inschakeling van het apparaat wordt gedurende een moment het ingestelde apparaattype
onder de benaming "tyP" weergegeven.
Komt het weergegeven apparaattype niet overeen met het apparaat, dan moet deze instelling
worden gecorrigeerd.
7.2.1
Apparaattype instellen
Bedieningsele-
ment
+
50
Hande-
Resultaat
ling
Schakel het lasapparaat uit
1 x
Houd beide knoppen ingedrukt
Schakel het lasapparaat in. Op het display verschijnt "Anl".
1 x
Stel het apparaattype in terwijl "Anl" op het display wordt weergegeven:
0----------- Saturn 251 FKG
1----------- Saturn 301 FKG
2----------- Saturn 351 FKG
3----------- Alle decompact (DK, DG FDG, FDW)
7----------- Mira 301 FKG
Na enkele seconden wordt het geselecteerde apparaattype overgeno-
men en schakelt het display terug naar de instelwaarden van de laspa-
rameters.
099-004968-EW505
13.09.2021