Opbouw en functie
Transport en installatie
5.1.4
Werkstukleiding, algemeen
Verbrandingsgevaar door onvakkundige lasstroomaansluiting!
Door niet-vergrendelde lasstroomstekkers (apparaataansluitingen) of vuil aan de
werkstukaansluiting (verf, corrosie) kunnen deze aansluitpunten en kabels heet worden
en bij aanraking brandwonden veroorzaken!
•
Controleer dagelijks de lasstroomaansluitingen en vergrendel eventuele niet-vergrendelde
aansluitingen.
•
Maak de werkstukaansluitplekken grondig schoon en zorg voor een veilige bevestiging! Ge-
bruik de constructiedelen van het werkstuk niet als retourleiding van de lasstroom!
5.1.5
Inert-gastoevoer
Verwondingsgevaar door verkeerde omgang met gasflessen!
Onvakkundige of onjuiste bevestiging van beschermgasflessen kun-
nen ernstig letsel veroorzaken!
•
Plaats de beschermgasfles in de daarvoor bedoelde houders en bevestig
hem met de veiligheidselementen (ketting/riem)!
•
De bevestiging moet aan de bovenste helft van de beschermgasfles wor-
den uitgevoerd!
•
De veiligheidselementen moeten strak om de flessen zitten!
Gevaar voor ongelukken door overschrijding van de maximale grootte van de bescher-
mgasfles!
Er gelden maximaal toegestane flesmaten inertgas en vuldrukken voor het apparaat.
Wanneer deze grenswaarden worden overschreden, is de beveiliging tegen omvallen tot
een hoek van 10° (conform IEC 60974-2) niet gewaarborgd en daardoor kunnen perso-
nen gewond raken.
•
Maximale beschermgasfles met 33 l geometrisch volume gebruiken bij 300 bar vuldruk.
De ongehinderde toevoer van inert gas van de fles met inert gas tot aan de lastoorts is een ba-
sisvoorwaarde voor optimale lasresultaten. Bovendien kan een verstopte toevoer van inert gas
tot de beschadiging van de lastoorts leiden!
•
Alle inert-gaskoppelingen gasdicht maken!
5.1.5.1
Aansluiting reduceerventiel
Pos. Symbool Beschrijving
1
2
3
4
32
0
drukregelaar
Uitgang van de drukregelaar
Gasfles
Kraan
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING
Afbeelding 5-1
099-004968-EW505
13.09.2021