Basisfuncties voor de afhandeling van gesprekken
Dit gedeelte bevat informatie over basisfuncties voor de afhandeling van gesprekken, zoals
het tot stand brengen, beantwoorden en doorverbinden van gesprekken, en informatie over
conferentiegesprekken. De functies die u hiervoor gebruikt, zijn standaardfuncties die op de
meeste telefoonsystemen beschikbaar zijn.
Een gesprek tot stand brengen
Als u een gesprek tot stand wilt brengen, neemt u de hoorn van de haak en kiest u het nummer.
U kunt ook een van de andere manieren gebruiken die in de volgende tabel worden beschreven.
Actie
Voorkiezen
(een nummer kiezen
met de hoorn op
de haak, zonder
kiestoon)
Kiezen via de
luidspreker
Het laatst gekozen
nummer opnieuw
kiezen
20
Handeling
Voer een van de volgende handelingen uit:
• Voer een telefoonnummer in. (Tijdens het kiezen geeft de functie
voor automatisch kiezen mogelijk overeenkomende telefoonnummers
weer uit uw logboek met gevoerde gesprekken.)
• Druk op de navigatietoets om telefoonnummers weer te geven uit het
gesprekslogboek.
Druk vervolgens op Kies. U kunt ook een van de volgende handelingen
uitvoeren om het gemarkeerde telefoonnummer te kiezen en het gesprek
tot stand te brengen:
• Neem de hoorn van de haak.
• Druk op
of
• Druk op Kies.
• Druk op
(een lijntoets).
Druk op Nieuw gesprek en voer een telefoonnummer in. U kunt ook op
drukken voordat of nadat u een (snelkies)nummer kiest of herhaalt.
Bij veel van de acties die u kunt uitvoeren om een nummer te kiezen, wordt
automatisch de luidspreker ingeschakeld, mits de hoorn op de haak ligt
en
niet brandt. Dit geldt ook voor het drukken op Herhaal of een
snelkeuzetoets.
Druk op Herhaal. De functie Herhaal gebruikt standaard uw primaire lijn.
U kunt echter ook een secundaire lijn openen en op Herhaal drukken.
Druk op
om een lijn te openen.
.
OL-8268-01