12 Progress
Wat moet u doen als ...
Storing
Het apparaat werkt niet.
Het lampje werkt niet.
De compressor werkt conti‐
nu.
Er is te veel vorst en ijs.
Er loopt water over de ach‐
terkant van de koelkast.
Er loopt water in de koel‐
kast.
Mogelijke oorzaak
Het apparaat is uitgescha‐
keld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Het lampje staat in stand-
by.
Het lampje is stuk.
De temperatuur is fout in‐
gesteld.
Er worden veel producten
tegelijk geplaatst.
De omgevingstemperatuur
is te hoog.
Het voedsel dat in het ap‐
paraat werd geplaatst,
was te warm.
De deur is niet goed ge‐
sloten.
De deur is niet correct ge‐
sloten of de deurpakking
is vervormd/vies.
De dop van de wateraf‐
voer bevindt zich niet op
de juiste plaats.
De temperatuur is fout in‐
gesteld.
Tijdens het automatische
ontdooiproces, ontdooit de
rijp tegen de achterwand.
Producten verhinderen dat
het water in de waterop‐
vangbak loopt.
Oplossing
Zet het apparaat aan.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Sluit een ander elektrisch ap‐
paraat op het stopcontact aan.
Bel een gekwalificeerd elektri‐
cien.
Sluit en open de deur.
Zie 'Het lampje vervangen'.
Zie "Bediening".
Wacht een paar uur en contro‐
leer dan nogmaals de tempe‐
ratuur.
Zie het typeplaatje voor de kli‐
maatklasse.
Laat voedsel afkoelen tot ka‐
mertemperatuur voordat u het
opslaat.
Zie 'De deur sluiten'.
Zie 'De deur sluiten'.
Plaats de dop voor de wateraf‐
voer op de juiste manier.
Zie "Bediening".
Dat is juist.
Zorg ervoor dat de producten
de achterwand niet raken.