4
DisplayPort-aansluiting
Hierop sluit u een high-performance beeldscherm, een direct-drive beeldscherm of een ander apparaat aan
dat gebruikmaakt van een DisplayPort-aansluiting.
5
USB 3.0-aansluiting
Hierop kunt u een USB-compatibel apparaat aansluiten, zoals een USB-toetsenbord, -muis, -opslagapparaat
of -printer. Als u meer dan acht USB-apparaten hebt, kunt u een USB-hub aanschaffen om extra
USB-apparaten aan te sluiten.
6
USB 2.0-aansluiting
Hierop sluit u een USB-compatibel apparaat, zoals een USB-toetsenbord, -muis, -opslagapparaat of -printer
aan. Als u meer dan acht USB-apparaten hebt, kunt u een USB-hub aanschaffen om extra USB-apparaten
aan te sluiten.
7
Aansluiting voor microfoon
Hier kunt u een microfoon aansluiten, voor het opnemen van geluid of het gebruik van
spraakherkenningssoftware.
8
Audio lijn-uitgang
Via deze uitgang worden audiosignalen van de computer verzonden naar externe apparaten, zoals actieve
stereo luidsprekers (luidsprekers met ingebouwde versterker), hoofdtelefoons, multimediatoetsenborden of
de audio lijn-ingang van een stereo-installatie of een ander extern opnameapparaat.
9
Audio lijn-ingang
Hier komen de audiosignalen binnen van een extern audioapparaat, zoals een stereo-installatie. Als u een
extern audioapparaat aansluit, verbindt u de audio lijnuitgang van het apparaat met een kabel met de audio
lijningang van de computer.
10
Gedeelte voor PCI-/PCI Express-kaart (verschillende kaarten beschikken over verschillende
aansluitingen)
Om de snelheid van uw computer te verbeteren, kunt u PCI/PCI-Express-kaarten in deze sleuf plaatsen of
vervangen. Afhankelijk van het computermodel kunnen de kaarten die in deze sleuf zijn geïnstalleerd variëren.
Opmerking: Er kan een afzonderlijke grafische kaart, een netwerkinterfacekaart of een audiokaart in de
juiste PCI (Peripheral Component Interconnect) of PCI Express-kaartsleuf worden geïnstalleerd. Als u een
dergelijke kaart installeert, moet u de aansluitingen op de kaart gebruiken in plaats van de desbetreffende
aansluitingen op de computer.
12
Ethernet-poort
Hierop kunt u een Ethernet-kabel voor een local area network (LAN) aansluiten.
Opmerking: Gebruik een Ethernetkabel van categorie 5e of hoger om de computer binnen de Klasse
B-limieten van de FCC (Federale Commissie voor Communicatie) te gebruiken.
13
Uitsparingen voor kabelsloten (2)
Gebruikt om bepaalde kabels vast te zetten. Zie 'Een kabelslot installeren' op pagina 30.
4
ThinkStation P310 Gebruikershandleiding