– Open het werkgebied van Rescue and Recovery.
1. Zet de computer uit. Houd de toets Enter ingedrukt en zet vervolgens de computer aan. Laat de
toets Enter los wanneer Startup Interrupt Menu wordt weergegeven. Druk vervolgens op F11 om
het werkgebied van Rescue and Recovery te openen.
2. Als het werkgebied van Rescue and Recovery niet geopend wordt, gebruikt u het
noodherstelmedium dat u eerder hebt gemaakt, om het probleem te verhelpen. Selecteer het
noodherstelmedium als opstartapparaat. Zie 'Een tijdelijk opstartapparaat kiezen' op pagina
39. Bij het opstarten vanaf het noodherstelmedium verschijnt Rescue and Recovery. Volg de
aanwijzingen op het scherm.
• Gebruik het eerder door u gemaakte herstelmedium met het programma Create Recovery Media om
alleen station C of het gehele opslagstation te herstellen naar de fabrieksinstellingen.
Opmerking: Raadpleeg 'Goede onderhoudsprocedures' op pagina 26 om een herstelmedium te maken.
1. Selecteer het herstelmedium als opstartapparaat. Zie 'Een tijdelijk opstartapparaat kiezen' op
pagina 39.
2. Kies de juiste hersteloplossing volgens de instructies op het scherm.
• Gebruik de door Lenovo verstrekte set herstelschijven om de fabrieksinstellingen van het volledige
opslagstation terug te zetten.
– Als uw computer met een set herstelschijven geleverd wordt, volgt u de instructies die met de set
herstelschijven zijn meegeleverd.
– Als uw computer niet met een set herstelschijven geleverd wordt, neemt u contact op met het
klantsupportcentrum van Lenovo om een set herstelschijven te bestellen. Voor een lijst met
telefoonnummers van Lenovo Support gaat u naar http://www.lenovo.com/support/phone. Als het
telefoonnummer voor ondersteuning in uw land of regio ontbreekt, neemt u contact op met uw
Lenovo-wederverkoper.
Informatie over systeemherstel voor Windows 10
Om het Windows 10-besturingssysteem te herstellen, doet u het volgende:
• Gebruik de hersteloplossingen van Windows.
– Gebruik de hersteloplossingen in Windows Settings.
1. Klik op de knop Start om het menu Start te openen.
2. Klik op Instellingen ➙ Bijwerken en beveiligen ➙ Systeemherstel.
3. Kies de juiste hersteloplossing volgens de instructies op het scherm.
– Gebruik Systeemherstel om de systeembestanden en instellingen op een eerder punt te herstellen.
1. Klik met de rechtermuisknop op de knop Start om het Start-contextmenu te openen.
2. Klik op Configuratiescherm. Bekijk Configuratiescherm met grote of kleine pictogrammen en klik
vervolgens op Herstel ➙ Systeemherstel starten.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
– Gebruik het bestandsgeschiedenishulpmiddel om de bestanden vanuit een back-up te herstellen.
Opmerking: Als u het bestandsgeschiedenishulpmiddel gebruikt om de bestanden vanuit een back-up
te herstellen, zorg er dan voor dat u in een eerder stadium met het hulpmiddel een back-up van
uw gegevens gemaakt hebt.
1. Klik met de rechtermuisknop op de knop Start om het Start-contextmenu te openen.
2. Klik op Configuratiescherm. Bekijk Configuratiescherm met grote of kleine pictogrammen en klik
vervolgens op Bestandsgeschiedenis ➙ Persoonlijke bestanden terugzetten.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm.
.
Hoofdstuk 6
Diagnose, probleemoplossing en herstel
53