a.
de electrische bediening van de keerkoppeling
(schakelaar en keerkoppeling zijn daartoe d.m.v.
een meer-aderige kabel met elkaar verbonden).
b.
de mechanische regeling van het toerental van de
motor.
BEDIENING
Het electrisch inschakelen van de keerkoppeling mag
alleen geschieden bij stationair motortoerental. Der-
halve moet bij verandering van vaarrichting tenminste
drie seconden worden gewacht met de schakel handel
in de neutraal-stand alvorens de koppeling in te
schakelen.
Het mechanisch bedienen van de keerkoppeling mag
uitsluitend bij stilstaande motor plaatsvinden, terwijl het
electrische circuit moet zijn uitgeschakeld.
Bij het type BW30E30 zijn voor het mechanisch scha-
kelen twee schakelarmen met vergrendeling aan-
gebracht.
Vanzelfsprekend mag slechts één schakelarm tegelijk
worden bediend, terwijl de andere dan vrij moet staan.
Voor het schakelen moet eerst de grendel van de be-
treffende schakelarm worden losgedraaid, waarna de
arm kan worden uitgetrokken en tenslotte de grendel
weer wordt vastgezet.
Als de schakeling niet direct tot stand wil komen moet
de krukas of de schroefas een weinig worden gedraaid,
zodat de te koppelen delen gunstiger tegenover elkaar
komen te staan.
Bij de andere genoemde Z.F.-keerkoppelingen is het
mechanisch schakelmechanisme echter zodanig uit-
gevoerd dat niet per vergissing zowel in de voor- als in
de achteruit kan worden geschakeld. Nadat mecha-
nisch is ingeschakeld kan op de normale wijze worden
gestart en weggevaren.
ONDERHOUD
Oliezuigkorf. Bij de typen BW30E25 - BW30ES45 -
BW30E45 - BW30ES25 zijn de olie-aanzuigleidingen
voorzien van een filter-zuigkorf, welke na elke 1000
bedrijfsuren en na een langdurige oplegperiode moet
worden schoongemaakt.
Hiervoor is het nodig de aanzuigleidingen te demonte-
ren en de beide flenzen los te nemen, waarna de filters
uit het huis kunnen worden getrokken. Reinig de filters
door ze in schone benzine of gasolie uit te spoelen.
Droog de filters daarna zo goed mogelijk, liefst d.m.v.
perslucht.
Het type BW30E30 heeft slechts één oliepomp en der-
halve ook maar één aanzuig leiding met filterzuigkorf.
Fijnfilter. Behalve het type BW30E30 zijn alle andere
modellen voorzien van een oliefijnfilter, dat tegelijk bij
elke olieverversing moet worden gereinigd. Na het ver-
wijderen van de vier tapbouten kan het filterelement
worden losgenomen. Het schoonmaken vindt op de
NL-08-70
Recovered by ms Roboot - www.roboot.nl
gebruikelijke wijze plaats door het element goed in
schone benzine of gasolie te spoelen en daarna flink
uit te slaan of liefst met perslucht te drogen.
Oliesproeier. Behalve het type BW30E30 zijn alle an-
dere modellen voorzien van een oliesproeier, die een
oliestraal richt op de tandwielen. Na het losnemen van
de betreffende bouten kan de sproeier worden uitge-
nomen. Het schoonmaken geschiedt tegelijk met en op
dezelfde wijze als voor de zuigkorf is aangegeven.
Smeerolieniveau. Het niveau moet zich tussen de
beide merktekens op de peilstok bevinden en mag dus
noch hoger noch lager zijn. Controleer bij voorkeur 's
morgens vóór de eerste start, doch in elk geval tenmin-
ste twintig minuten nadat de keerkoppeling is stilgezet,
zodat alle olie in het carter is teruggezakt.
Olie verversen. Het verversen van de olie dient na de
eerste 20, 200 en 400 bedrijfsuren te worden uitge-
voerd en moet vervolgens elke 400 bedrijfsuren
worden herhaald.
Bij keerkoppelingen welke zowel aan de voor- als ach-
terzijde een aftapplug hebben, moeten beide pluggen
worden verwijderd voor het aftappen van de olie (uiter-
aard tenzij met een carteraftappomp wordt gewerkt).
De aftapplug is magnetisch, zodat uiterst fijne metaal
deeltjes - gevolg van normale slijtage - zich hierop zul-
len afzetten en bij het verversen van de olie kunnen
worden verwijderd.
Stroomborstels. Tegelijk met elke olieverversing moe-
ten de stroom- en reinigingsborstels worden gecon-
troleerd. Vernieuw de borstels wanneer de slijtage is
gevorderd tot aan het middelste gat in de borstel.
Borstelslijtage.
Vernieuwing van de borstel is noodzakelijk, zodra deze
tot aan het middelste gat is afgesleten.
73
Transmissie