INSTELLINGEN VAN DE STEKEN
Draadspanning instellen
Misschien moet u de draadspanning wijzigen,
afhankelijk van de stof en draad waarmee u werkt.
Volg onderstaande stappen om instellingen te
wijzigen.
■ Juiste draadspanning
De bovendraad en de onderdraad moeten elkaar
ongeveer midden in de stof kruisen. Alleen de
bovendraad mag zichtbaar zijn aan de voorkant van
de stof, en alleen de onderdraad mag zichtbaar zijn
aan de achterkant van de stof.
a Achterkant
b Voorkant
c Bovendraad
d Onderdraad
■ Bovendraad is te strak
Als de onderdraad zichtbaar is aan de voorkant van
de stof, is de bovendraad te strak.
Opmerking
• Als de onderdraad onjuist is ingeregen,
toont de bovendraad mogelijk te strak. Zie
dan "Spoel aanbrengen" in
"Basishandelingen" en rijg de onderdraad
opnieuw in.
a Onderdraad
b Bovendraad
c Voorkant
d Er verschijnen plukjes op de voorkant van de stof
S-12
Druk op
om de bovendraad losser te maken.
Memo
• Wanneer u klaar bent met naaien, verwijdert
u het spoelhuisdeksel en zorgt u dat de
draad zo loopt als hieronder aangegeven.
Als de draad niet loopt zoals hieronder
aangegeven, is de draad onjuist in de
spanningsveer van het spoelhuis
ingebracht. Breng de draad op de juiste
manier in. Voor meer informatie, zie "Spoel
aanbrengen" in "Basishandelingen".
■ Bovendraad is te los
Als de bovendraad zichtbaar is aan de achterkant
van de stof, is de bovendraad te strak.
Opmerking
• Als de bovendraad onjuist is ingeregen, lijkt
de bovendraad mogelijk te los. Zie dan
"Bovendraad inrijgen" in
"Basishandelingen" en rijg de bovendraad
opnieuw in.
a Bovendraad
b Onderdraad
c Achterkant
d Er verschijnen plukjes op de achterkant van de
stof
Druk op
om de bovendraad strakker te maken.
Memo
• Druk op
nadat u hebt gedrukt op
om terug te keren naar de oorspronkelijke
instelling.