NAAISTEKEN NAAIEN
c
Begin met naaien.
Voorbeeld: Illustratie van het genaaide werk
■ Zoomsteken (2) (uitgetrokken steken
(1))
a
Trek een aantal draden uit een stukje van de
stof om ruimte te maken.
*
Trek 5 of 6 draden uit, zodat een stuk van 3 mm
(ca1/8 inch) open blijft.
Memo
• Los geweven stoffen lenen zich hier het
best voor.
b
Selecteer
.
Memo
• Bijzonderheden over elke steek vindt u in
"STEEKINSTELLINGENTABEL" op
pagina S-67.
c
Bevestig persvoet "N". Leg de stof met de
voorkant naar boven en naai één rand van
de ruimte.
S-54
d
Druk op
om de steek in spiegelbeeld te
borduren.
e
Zorg dat de naald aan weerszijden van het
open stuk op corresponderende plekken
neerkomt. Zo wordt het stiksel
symmetrisch.
■ Zoomsteken (3) (uitgetrokken steken
(2))
a
Trek een aantal draden uit beide kanten van
het stukje van 4 mm (ca. 3/16 inch) dat nog
niet open is.
*
Trek vier draden uit, laat vijf draden zitten en trek
weer vier draden uit. De breedte van de vijf draden
is ongeveer 4 mm (ca. 3/16 inch) of minder.
a Ongeveer 4 mm (ca. 3/16 inch) of minder
b Vier draden (uittrekken)
c Vijf draden (overslaan)
b
Selecteer
.
Memo
• Bijzonderheden over elke steek vindt u in
"STEEKINSTELLINGENTABEL" op
pagina S-67.