NAAISTEKEN NAAIEN
<Normale stof>
a Achterkant van de stof
b Voorkant van de stof
l
Naai met de vouw van de zoom tegen de
persvoetgeleider.
m
Verwijder de rijgsteken en keer de stof om.
1
a Achterkant van de stof
b Voorkant van de stof
Appliceren
a
Zet de applicatie vast met textiellijm of
rijgsteken aan de stof.
*
Zo zal de stof tijdens het naaien niet gaan schuiven.
a Appliceren
b Textiellijm
b
Selecteer
of
*
Stem de steeklengte en steekbreedte af op de vorm
en de grootte van de applicatie en de stof (zie
pagina S-10).
Memo
• Bijzonderheden over elke steek vindt u in
"STEEKINSTELLINGENTABEL" op
pagina S-67.
S-48
2
.
c
Bevestig persvoet "J". Controleer of de naald
net naast de applicatie valt en begin met
naaien.
a Applicatiemateriaal
a Naaldpositie
■ Scherpe bochten naaien
Stop de naaimachine met de naald in de stof buiten
de applicatie. Zet de persvoet omhoog en draai de
stof een beetje tijdens het naaien. Zo krijgt de naad
een aantrekkelijke afwerking.