Samenvatting van Inhoud voor REMEHA Hera Condens 2 FF HC 2-19 FF
Pagina 1
België Deutsche Anleitung auf Anfrage erhältlich Installatie- en servicehandleiding Oliegestookte condensatieketel Hera Condens 2 FF HC 2–19 FF HC 2–24 FF HC 2–32 FF...
Pagina 2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Veiligheid ..................6 Algemene veiligheidsinstructies .
Pagina 3
Inhoudsopgave Wateraansluitingen ................38 6.2.1 Verwarmingscircuit aansluiten .
Pagina 4
Inhoudsopgave 10.1 Parameterlijst ................70 10.1.1 Informatiemenu .
Pagina 5
Inhoudsopgave 15.5 Condensor ................. .110 15.6 Printkaartbehuizing .
Pagina 6
1 Veiligheid Veiligheid Algemene veiligheidsinstructies Gevaar Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van acht jaar en ouder en mensen met lichamelijke, gevoelsmatige of geestelijke beperkingen of met gebrek aan ervaring en kennis als ze begeleiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veilige manier te gebruiken en de eraan verbonden gevaren begrijpen.
Pagina 7
1 Veiligheid Waarschuwing Wees voorzichtig met het sanitair warmwater. Afhankelijk van de ketelinstellingen kan de temperatuur van sanitair warm water hoger dan 65°C worden. Waarschuwing Alleen een erkend installateur mag werkzaamheden aan de ketel en de verwarmingsinstallatie verrichten. Hydraulische veiligheid Belangrijk Zorg dat de watertoevoer de voorgeschreven minimum- en maximumdruk heeft om de juiste...
Pagina 8
1 Veiligheid Gevaar voor elektrische schok Alleen gekwalificeerde professionals mogen het toestel openen, in overeenstemming met de geldende elektrische veiligheidsnorm. Gevaar Indien u rookgassen ruikt: 1. Schakel het apparaat uit. 2. Open de ramen. 3. Spoor mogelijke lekkages op en dicht deze onmiddellijk af.
Pagina 9
1 Veiligheid Belangrijk Verwijder de bemanteling alleen voor onderhouds- en servicewerkzaamheden. Zet de bemanteling weer terug na de onderhouds- en servicewerkzaamheden. Belangrijk Breng isolatie om de leidingen aan om warmteverlies tot een minimum te beperken. Opgelet Tap de ketel en het verwarmingssysteem af als het huis voor een lange periode leeg staat en er risico op bevriezing is.
Pagina 10
1 Veiligheid 1.4.2 Aansprakelijkheid van de installateur De installateur is aansprakelijk voor de installatie en de eerste inbedrijfstelling van het apparaat. De installateur moet de volgende instructies in acht nemen: Lees de voorschriften van het apparaat in de meegeleverde handleidingen en neem deze in acht. Installeer het apparaat overeenkomstig de geldende wetgeving en normen.
Pagina 11
2 Gebruikte symbolen Gebruikte symbolen In de handleiding gebruikte symbolen In deze handleiding worden verschillende gevarenniveaus gebruikt om aandacht op de bijzondere aanwijzingen te vestigen. Wij doen dit om de veiligheid van de gebruiker te verhogen, problemen te voorkomen en om de technische bedrijfszekerheid van het apparaat te waarborgen.
Pagina 12
3 Technische specificaties Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Certificeringen Tab.1 Certificeringen CE-identificatienummer 0085CQ0002 Type aansluiting 3.1.2 Verklaring van overeenstemming Het toestel is conform het in de EG conformiteitsverklaring beschreven standaardtype. Het is vervaardigd en in bedrijf genomen overeenkomstig de Europese richtlijnen. De originele conformiteitsverklaring is bij de fabrikant op te vragen.
Pagina 13
3 Technische specificaties Productnaam HC 2–19 HC 2–24 HC 2–32 B1-ketel Ruimteverwarmingstoestel met warmtekrachtkoppeling Combinatieverwarmingstoestel Pnom Nominale warmteafgifte Nuttige warmteafgifte bij nominale warmteafgifte en werking 18,3 23,1 30,7 op hoge temperatuur Nuttige warmteafgifte bij 30% van de nominale warmteafgif te en werking op lage temperatuur ƞ...
Pagina 14
3 Technische specificaties Eenheid HC 2–19 FF HC 2–24 FF HC 2–32 FF Maximum watertemperatuur °C Drukverlies watercircuit bij Δt = 10K mbar Drukverlies watercircuit bij Δt = 15K mbar Drukverlies watercircuit bij Δt = 20K mbar Tab.5 Rookgasgegevens Eenheid HC 2–19 FF HC 2–24 FF HC 2–32 FF NOx-uitstoot volgens EN267 Klasse 3...
Pagina 15
3 Technische specificaties 3.2.2 Specificaties voor NTC sensors van het type 10 kilo-ohm Tab.10 Aanvoer- en retoursensors Temperatuur °C Weerstand Ω 32014 19691 12474 10000 8080 5372 3661 2535 1791 1290 (Ohm) Afmetingen en aansluitingen Afb.2 Losse ketel HC 2–19 FF/HC 2–24 FF/HC 2–32 FF MW-1000026-6 1 Verwarmingscircuit-aanvoerbuis G 1”...
Pagina 17
3 Technische specificaties A Voeding E Display B Aan/uit-schakelaar F Rookgasdrukschakelaar C Veiligheidsthermostaat G Rookgasthermostaat D Brander stekker H Aanvoersensor 3.4.2 Elektrisch schema van de brander Afb.5 MW-1000905-2 A1 Brander- en veiligheidsautomaat STB Veiligheidsthermostaat B1 Vlamdetectie ST1 Thermostaat trap 1 E1 Voorverwarmer (alleen voor HC 2–19 FF) T11 Ontstekingstrafo H1 Branderstoring...
Pagina 18
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Voornaamste componenten 4.1.1 Ketel Afb.6 MW-6000729-01 1 Bedieningspaneel 8 Condensor 2 Aan/uit-schakelaar 9 Sifon 3 Brander 10 Rookgasafvoer 4 Drukschakelaar 11 Begrenzingsthermostaat rookgassen 5 Ketelblok 12 Toegang tot de handmatige resetknop van de brander 6 Positie van de printkaart van het bedieningspaneel 7 Handmatige resetknop van veiligheidsthermostaat...
Pagina 19
4 Beschrijving van het product Afb.8 HC 2–19 FF 19 Recirculatiebuis MW-2000864-01 Voet met bekabeling voor veiligheids- en regeleenheid Afb.9 1 Aansluiting op de olievoorverwarmer (alleen voor HC 2–19 FF) 2 Aansluiting op de vlamdetectiecel 3 Resettoets 4 Aansluiting op de motor 5 Aansluiting op het magnetische ventiel 6 Aansluiting tussen de brander en de ketel - 7-polige connector 7 Groene led:...
Pagina 20
4 Beschrijving van het product Werkingsprincipe 4.2.1 Operationele cyclus van de brander met voorverwarmer Afb.11 F Vlamdetectie Z Ontsteking M Motor van de brander FT Vrijgave van stookolievoorverwarmer V Magnetisch ventiel OV Stookolievoorverwarmer SA Signaal externe storing ta Opwarmtijd olievoorverwarmer tv Voorontstekings- en voorventilatietijd tf Parasietlicht bewakingstijd ts Beveiligingstijd...
Pagina 21
4 Beschrijving van het product Beschrijving Collo Temperatuursensor sanitair warmwater AD212 Pomp + 18-liter verwarmingsexpansievat-set met retoursensor MY404 SCB-04 besturingsprint MY420 Slangaansluitset MY425 Veiligheidsklepset MY427 Accessoires rookafvoersysteem Zie het geldende tarief Oliefilter MT11 Neutralisatie-box van de condens FM155 Korrel bijvullen FM156 Houder voor neutraliseringsbak FM157...
Pagina 22
5 Voor de installatie Voor de installatie Installatievoorschriften Opgelet De installatie van de ketel moet door een erkende vakman worden uitgevoerd volgens de geldende plaatselijke en nationale voorschriften. NBN B 61-001: Ketelruimtes en schoorstenen NBN D 61-002: Centrale verwarmingsketels met een nominaal vermogen kleiner dan 70 kW - Voorschriften voor hun opstellingsruimte, ventilatie, luchttoevoer en rookgasafvoer.
Pagina 23
(1) Voor installaties die constant worden gestookt en die een maximum totaal vermogen van 200 kW hebben, is de juiste maximum totale waterhardheid 8,4°dH (1,5 mmol/l, 15°f). Voor installatie met een vermogen van meer dan 200 kW is de juiste maximum totale water hardheid 2,8°dH (0,5 mmol/l, 5°f). Belangrijk Indien waterbehandeling noodzakelijk is, beveelt Remeha de volgende fabrikanten aan: Cillit Climalife...
Pagina 24
5 Voor de installatie 5.3.1 Typeplaat Afb.12 Typeplaten identificeren het product en bevatten de volgende informatie: Soort product Fabricagedatum (Jaar - Week) Serienummer Elektrische voeding Bedrijfsdruk Elektrisch vermogen IP-waarde CN1 en CN2 ketelconfiguratienummer (CONF submenu) Belangrijk Indien de typeplaat niet toegankelijk is, wordt een tweede zelfklevende typeplaat geleverd in de documentatiezak.
Pagina 25
5 Voor de installatie Belangrijk De leidingen voor de toevoer van lucht, de afvoer van verbrandingsgassen of het wegstromen van het condenswater niet afsluiten (ook niet gedeeltelijk) Voorkom sifonvorming in het rookgasbuizenstelsel en de condensaatafvoerleiding om ophoping van condens te vermijden. Rookgasafvoersysteem van type C- Indien de afvoer van rookgassen en de aanzuiging van de verbrandingslucht door mid...
Pagina 26
5 Voor de installatie Afgeraden locaties Plaats de buitensensor liever niet op een locatie met de volgende kenmerken: Afgeschermd door een deel van het gebouw (balkon, dak, enz.). Dicht bij een storende warmtebron (zon, schoorsteen, ventilatierooster, enz.). Afb.17 MW-3000014-2 Voor meer informatie, zie De buitentemperatuursensor aansluiten, pagina 54 Transport Vervoer de pallet met de ketel met een handmatige of elektrische...
Pagina 27
5 Voor de installatie Te maken elektrische verbindingen Directe-verwarmingspomp Aansluitblok X7 op de CU-OH04 besturingsprint Plaats van de draadbrug op de CU-OH04 besturingsprint Uit te voeren instellingen Er zijn geen specifieke instellingen voor dit type installatie Voor meer informatie, zie Elektrische aansluitingen, pagina 47 5.5.2 Een direct verwarmingscircuit met uitrustingsset...
Pagina 28
5 Voor de installatie 5.5.3 Een verwarmingscircuit met mengklep Niet getoond Benodigde opties SCB-04 optionele besturingsprint MY420 Te maken elektrische verbindingen Verwarmingspomp gemengd circuit Aansluitblok X1 op de SCB-04 optionele besturingsprint Temperatuursensor na driewegsmengklep Aansluitblok X3 op de SCB-04 optionele besturingsprint Veiligheidsthermostaat met handmatige reset voor vloerver...
Pagina 29
5 Voor de installatie 5.5.5 Een direct verwarmingscircuit met uitrustingsset + een sanitair-warmwaterboiler met omkeerklep Afb.20 230V 50Hz 11/26 50 18 230V 50Hz MW-5000171-1 1 Vertrekleiding direct verwarmingscircuit 28 Vulkraan verwarmingscircuit 2 Retour verwarming 29 Drukverminderaar indien toevoerdruk hoger is dan 3 Veiligheidsklep 0,3 MPa (3 bar).
Pagina 30
5 Voor de installatie Uit te voeren instellingen Er zijn geen specifieke instellingen voor dit type installatie Voor meer informatie, zie Elektrische aansluitingen, pagina 47 5.5.6 Een direct verwarmingscircuit met mengklep + een sanitair-warmwaterboiler Niet getoond Benodigde opties SCB-04 optionele besturingsprint MY420 Sanitair-warmwaterboiler ER590 (110 l)
Pagina 31
5 Voor de installatie 5.5.7 Een direct verwarmingscircuit en één verwarmingscircuit met mengklep en een sanitair warmwaterboiler Afb.21 230V 50Hz 230V 50Hz 50 9 MW-6000345-2 1 Vertrekleiding direct verwarmingscircuit 32 Circulatiepomp sanitair warmwater (omloop 2 Retour verwarming optioneel) (met programmator) 3 Veiligheidsklep 0,3 MPa (3 bar).
Pagina 32
5 Voor de installatie H Ketel/module aansluitleidingen L Buitentemperatuursensor Benodigde opties SCB-04 optionele besturingsprint MY420 Sanitair-warmwaterboiler ER590 (110 l) ER592 (160 l) Aansluitset verwarmingsketel ER595 (110 l) ER597 (160 l) Te maken elektrische verbindingen Directe-verwarmingspomp Aansluitblok X7 op de CU-OH04 besturingsprint Verwarmingspomp gemengd circuit Aansluitblok X1 op de SCB-04 optionele besturingsprint Aanjaagpomp sanitair warmwater...
Pagina 33
5 Voor de installatie Voor meer informatie, zie Elektrische aansluitingen, pagina 47 7718102 - v02 - 10102018...
Pagina 34
6 Installatie Installatie Montage Houd u aan de volgende montagevolgorde, al naar gelang de configuratie van de installatie: 1. Zet de sanitair-warmwaterboiler op zijn plaats. 2. Breng de uitrustingsset aan op de ketel. 3. Plaats de printkaart voor het extra circuit in de ketel. 4.
Pagina 35
6 Installatie Afb.24 10. Monteer de voorkant van het bedieningspaneel. 11. Klap de voorkant van het bedieningspaneel omhoog. 12. Klem de steun van het bedieningspaneel op het bovenste voorpaneel. De steun van het bedieningspaneel is omkeerbaar. 13. Voer de kabel van het bedieningspaneel door het gat in de steun van het bedieningspaneel.
Pagina 36
6 Installatie Afb.27 10. Monteer de voorkant van het bedieningspaneel. 11. Klap de voorkant van het bedieningspaneel omhoog. 12. Klem de steun van het bedieningspaneel op het bovenste voorpaneel. De steun van het bedieningspaneel is omkeerbaar. 13. Voer de kabel van het bedieningspaneel door het gat in de steun van het bedieningspaneel.
Pagina 37
6 Installatie 6.1.4 Montage van de rookkanaalreductiefitting en het diafragma Afb.29 not used 1. Monteer de rookkanaalreductiefitting. 2. Monteer het diafragma op de rookkanaaluitgang (pijl TOP omhoog wijzend). MW-5000472-1 6.1.5 Monteren van de verbrandingsluchttoevoerslang, het diafragma, het verlengstuk en luchtdeflector Afb.30 MW-5000462-1 7718102 - v02 - 10102018...
Pagina 38
6 Installatie Afb.31 2 mm 2 mm MW-5000466-1 1. Verwijder het onderste voorpaneel. 2. Pak het rookkanaalverlengstuk (uit de zak). 3. Pak het diafragma (uit de zak op de brander). 4. Draai de 4 schroeven van het bovenste achterpaneel los. 5.
Pagina 39
6 Installatie Opgelet Er mogen geen volledig of gedeeltelijk afsluitende toestellen zijn geïnstalleerd tussen de ketel en de veiligheidskleppen. Opgelet De verwarmingsinstallatie moet zo ontworpen en gerealiseerd zijn dat er geen water of andere daaraan toegevoegde producten kunnen terugvloeien uit de verwarmingscircuits naar het drinkwaternet.
Pagina 40
6 Installatie 6.2.4 Sifon monteren Afb.32 1. Plaats de plastic vulring op de sifon. 2. Plaats de schroef in de plastic vulring. 3. Plaats de borgmoer op de condensoruitlaat. 4. Breng de pakking aan op de condensoruitlaat. 5. Steek de sifoninlaat in de pakking gemonteerd op de condensoruitlaat.
Pagina 41
3° (ongeveer 5%) in de richting van de ketel. Het condenswater dat zich in de leidingen vormt, vloeit weg naar de sifon van de ketel. Gebruik uitsluitend originele Remeha onderdelen bij de gestuwde afvoer uitvoeringen voor de aansluiting op de ketel en voor de dak- of geveldoorvoer.
Pagina 42
6 Installatie 6.4.2 Lengte van de rookgasleidingen De maximale lengte (Lmax) aangegeven in de tabel gelden voor pijpleidingen waarvan de horizontale delen in totaal niet langer dan één meter zijn. Voor iedere extra meter horizontale pijpleiding moet een factor 1,2 worden toegepast bij de berekening van de totale lengte L. De totale lengte L wordt berekend door de lengte van de rechte stukken lucht-/ rookgasbuizen op te tellen bij de gelijkwaardige lengtes van de overige hulpstukken.
Pagina 43
6 Installatie 6.4.3 Type B-aansluitingen Afb.34 Starre type B en B aansluiting - Rookgasleidingen (verbrandingsluchttoevoer uit de stookruimte) x mini 3° MW-2000285-2 Vierkante dwarsdoorsnede: minimum 140 x 140 L Voor iedere extra meter horizontale leiding moet 1,2 m worden afgetrokken van de maximale verticale Ronde rookbuis: minimum 160 mm leidinglengte (Lmax).
Pagina 44
6 Installatie Afb.35 Flexibele type B aansluiting - Rookgasleidingen (verbrandingsluchttoevoer uit de stookruimte) 3° MW-2000286-5 L Voor iedere extra meter horizontale leiding moet 1,2 m worden afgetrokken van de maximale verticale leidinglengte (Lmax). 7718102 - v02 - 10102018...
Pagina 45
6 Installatie 6.4.4 Type C-aansluitingen Opgelet Monteer de luchtdeflector (uit de zak op de voorkant van de ketel) op de doorvoer. Afb.36 Type C13-aansluiting - Horizontaal concentrisch trekgat (aansluiting op een buitenmuur of uitgang op een dak) MW-2000287-2 L Voor iedere extra meter horizontale leiding moet 1,2 m worden afgetrokken van de maximale verticale leidinglengte (Lmax).
Pagina 46
6 Installatie Afb.38 Type C53-aansluiting - Afzonderlijke enkelvoudige lucht- en rookgasleidingen met wtw-adapter (verbrandingsluchttoevoer van buiten) x mini MW-2000289-1 Vierkante dwarsdoorsnede: minimum 140 x 140 Ronde rookbuis: minimum 160 mm Afb.39 Type C93-aansluiting - Concentrische leidingen in de stookruimte of enkelvoudige buizen in de schoorsteen (luchttoevoer als tegenstroom in het rookkanaal) x mini x mini...
Pagina 47
6 Installatie Elektrische aansluitingen 6.5.1 Aanbevelingen Waarschuwing Voer de elektrische aansluitingen op het apparaat uit overeenkomstig de geldende voorschriften, de informatie die op de elektrische schema's is aangegeven die bij het apparaat zijn meegeleverd en de aanbevelingen in deze handleiding. De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos worden uitgevoerd en alleen door erkende installateurs.
Pagina 48
6 Installatie 6.5.2 Toegang tot de besturingsprint Afb.40 1. Verwijder het bovenpaneel. MW-5000110-2 Afb.41 2. Verwijder het onderste voorpaneel. MW-5000105-2 Afb.42 3. Til het onderste voorpaneel een beetje op. 4. Klap het bovenste voorpaneel omlaag. 5. Verwijder het bovenste voorpaneel. 6.
Pagina 49
6 Installatie Afb.45 9. Maak de behuizing van de besturingsprint open. Positienr. Beschrijving CU-OH04 centrale unit besturingsprint SCB-04 optionele besturingsprint MW-5000109-4 Afb.46 230V 230V MW-5000188-1 10. Zet de kabel(s) vast met trekontlasting(en). Gevaar Houd de sensorkabels gescheiden van de 230 V stroomkabels. 6.5.3 Plaats van de draadbrug Afb.47...
Pagina 50
6 Installatie 6.5.4 Aansluiten van de AAN/UIT-pomp en de modulerende pomp uit de set Afb.48 MW-5000146-3 1. Sluit de directe verwarmingspomp aan, afhankelijk van het type en de configuratie van de installatie. 6.5.5 Verwarmingspomp van een gemengd circuit aansluiten Afb.49 1.
Pagina 51
6 Installatie 6.5.7 Aanjaagpomp sanitair warmwater aansluiten Afb.51 1. Sluit de sanitair-warmwateraanjaagpomp aan op de X7 -ingang van de CU-OH04-hoofdbesturingsprint. MW-5000152-3 6.5.8 Temperatuursensor na een driewegmengklep aansluiten Afb.52 1. Sluit de temperatuursensor aan op de ingang X3 S DEP op de optionele SCB-04 besturingsprint.
Pagina 52
6 Installatie 6.5.10 Aansluiten van de veiligheidsthermostaat met handmatige reset voor vloerverwarming Afb.54 1. Sluit de veiligheidsthermostaat aan op de X1 TS-ingang op de SCB-04 optionele besturingsprint. MW-5000160-3 6.5.11 Driewegmengklep aansluiten Afb.55 1. Sluit de 3-wegmengklep aan op de ingang X1 op de optionele SCB-04 besturingsprint.
Pagina 53
6 Installatie 6.5.12 Retoursensor aansluiten Afb.56 1. Plaats de sensor op de retourleiding. 2. Zet de sensor vast met een borgklem. L>1.5m MW-1000680-1 Afb.57 3. Sluit de retoursensor aan op de X18 ingang op de CU-OH04 besturingsprint. MW-5000153-3 7718102 - v02 - 10102018...
Pagina 54
6 Installatie 6.5.13 De buitentemperatuursensor aansluiten Afb.58 1. Sluit de buitentemperatuursensor aan op de T out-ingang van de CU- OH04-hoofdbesturingsprint. MW-2000283-4 6.5.14 Aansluiten van de kamerthermostaat of kamersensor op de CU-OH04-hoofdbesturingsprint 1. Verwijder de brug op de R-Bus-ingang op de CU-OH04- hoofdbesturingsprint.
Pagina 55
6 Installatie 6.5.16 Voeding voor corrosiebeschermingsanode-printkaart aansluiten Afb.61 1. Sluit de corrosiebeschermingsanode aan op de X9 ingang van de CU- OH04 besturingsprint. MW-5000154-5 Installatie vullen 6.6.1 Doorspoelen van nieuwe installaties en installaties niet ouder dan 6 maanden 1. Reinig de installatie met een universeel reinigingsmiddel om ongerechtigheden uit het systeem te verwijderen (koperdeeltjes, vlasdraad, soldeersel) 2.
Pagina 56
6 Installatie 6.6.4 Sifon vullen Gevaar Als de sifon leeg is terwijl de ketel werkt, ontsnappen er rookgassen in de ruimte waar de verwarmingsketel geïnstalleerd Afb.63 1. Verwijder de borgschroef + ring van de sifon. 2. Draai de moer los. 3.
Pagina 57
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemeen Een speciale inbedrijfstellingsprocedure moet worden uitgevoerd als de ketel voor de eerste keer in gebruik wordt genomen, als de ketel langdurige niet is gebruikt of als er reparaties zijn uitgevoerd die een volledige herinstallatie van de ketel vereisen. Inbedrijfstellen van de ketel staat de gebruiker toe de verschillende instellingen en de uit te voeren controles om de ketel in alle veiligheid op te starten, te beoordelen.
Pagina 58
7 Inbedrijfstelling 7.4.2 Opstartcyclus Tijdens de opstartcyclus vertoont het display verschillende korte informatie-items voor controle. Deze informatie-items worden achter elkaar weergegeven. Afb.67 1. Weergave van de bedieningspaneelversie Afb.68 2. SCANom te zoeken naar de verschillende opties die zijn aangesloten Afb.69 3.
Pagina 59
7 Inbedrijfstelling Afb.74 3. Kies het nummer dat correspondeert met het installatietype door op de toets te drukken. Belangrijk Door de keuze van het installatietype is de automatische configuratie van de parameters mogelijk die nodig zijn voor de goede werking van het bedieningspaneel (stooklijn, maximum circuittemperatuur, etc.).
Pagina 60
7 Inbedrijfstelling Model van de ketel Eenheid HC 2–19 FF HC 2–24 FF HC 2–32 FF (% volume) mbar Luchtdruk bij de kop (1) Alleen ter informatie: CO waarde = 12,5% (2) Waarde alleen ter informatie, niet gebruiken als instelcriterium 7.5.2 Afstelling van de brander Afb.75...
Pagina 61
7 Inbedrijfstelling 14. Noteer de gemaakte instellingen in tabel. Tab.23 Een HC 2–19 FF heid HC 2–24 FF HC 2–32 FF Oliedruk mbar Druk bij de kop mbar Luchtklep instelling Positie verbrandingskop Aantal ringen Belangrijk Voor installaties op grote hoogte (boven 2000 m) en/of lange geforceerde rookgaslengtes, met geheel geopende luchtklep (positie 150): Stel de pompdruk bij om het brandervermogen te beperken en het gewenste CO...
Pagina 62
7 Inbedrijfstelling Afb.76 1 Elektrodeafstand (vlambuis verwijderd) 2 Elektrodehoek na uitbouwen 3 Elektrodehoek (vlambuis gemonteerd) 4 Elektrodeafstand 5 Elektrodehoek (vlambuis verwijderd) 6 Afstand tussen de elektroden en de afbuigplaat Controleer de volgende posities van de ontstekingselektrode om te garanderen dat deze correct werkt: tijdens de eerste inbedrijfstelling van de ketel, tijdens onderhoud van de brander.
Pagina 63
7 Inbedrijfstelling Tab.25 Stand Plaats van het gereedschap Procedure Afb.77 Elektrodeafstand (vlambuis verwijderd). Stel de elektrodeafstand af: pin 1 moet tussen de twee elektroden passen. MW-2000853-01 Afb.78 Elektrodehoek na uitbouwen. Leg de elektroden horizontaal. Plaats positie nr. 3 op het gereedschap op dit zelfde horizontale vlak.
Pagina 64
7 Inbedrijfstelling Stand Plaats van het gereedschap Procedure Afb.79 Elektrodehoek (vlambuis gemonteerd). Positioneer het gereedschap met de verstuiver en de vlambuis. Stel de elektroden zo af dat zij passen in de inke ping nr. 3 door het gereedschap te kantelen. MW-2000858-01 Afb.80 Elektrodeafstand.
Pagina 65
7 Inbedrijfstelling Stand Plaats van het gereedschap Procedure Afb.81 Elektrodehoek (vlambuis verwijderd). Positioneer het gereedschap op de afbuigplaat. Stel de elektroden zo af dat zij passen door de inke ping nr. 5 door het gereedschap te kantelen. MW-2000856-01 Afb.82 Afstand tussen de elektroden en de afbuigplaat. Stel de elektroden zo af dat pin 6 past tussen de elektroden en de afbuigplaat.
Pagina 66
7 Inbedrijfstelling 7. Instrueer de gebruiker over de werking van de installatie, ketel en regelaar. 8. Informeer de gebruiker over het noodzakelijke periodieke onderhoud. 9. Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker. De ketel is nu bedrijfsklaar. 7718102 - v02 - 10102018...
Pagina 67
8 Bediening met bedieningspaneel D-control Bediening met bedieningspaneel D-control Navigeren door de menu's Druk op een willekeurige toets om de achtergrondverlichting voor het bedieningspaneelscherm in te schakelen. Belangrijk Als er binnen 3 minuten geen toets wordt ingedrukt, gaat de achtergrondverlichting van het regelpaneel uit. De toets wordt gebruikt om naar de verschillende menu's te gaan: Tab.26...
Pagina 68
9 Bediening met bedieningspaneel S-control Bediening met bedieningspaneel S-control Navigeren door de menu's Druk op een willekeurige toets om de achtergrondverlichting voor het bedieningspaneelscherm in te schakelen. Als er binnen 3 minuten geen toets wordt ingedrukt, gaat de achtergrondverlichting van het regelpaneel uit. Afb.86 Druk de 2 toetsen aan de rechterkant in om de diverse menu's te openen: Tab.27...
Pagina 69
9 Bediening met bedieningspaneel S-control Ketelinstructies voor het instellen van de ketelparameters Afb.91 Alleen de installateur heeft toegang tot de parameters en instellingen voor Beheer van een tweede circuit elke besturingsprint. Om een installatie te regelen die een extra circuit heeft, moet de SCB-04 ...SCb /-04 /-B...
Pagina 70
10 Instellingen van het bedieningspaneel D-control 10 Instellingen van het bedieningspaneel D-control 10.1 Parameterlijst 10.1.1 Informatiemenu Tab.28 Informatielijst Informatie Beschrijving Display Status Zie de volgende tabel Substatus Zie de volgende tabel Verwarmingswatertemperatuur (°C) °C Het symbool knippert Sanitair-warmwatertemperatuur (°C) Het symbool knippert °C Als geen sanitair warmwatersensor is aange...
Pagina 71
10 Instellingen van het bedieningspaneel D-control Status (parameter Sub-status (parameter = einde van de warmtevraag (ketel gaat = vertraging nadraaitijd ketelpomp of opstart sanitair warm water van bij uit) verwarming = ketel- of sanitair-warmwaterpomp gestopt = sluiting van de afsluitkraan = start antipendelcyclus = uit = wachten op het starten van de brander...
Pagina 72
10 Instellingen van het bedieningspaneel D-control Afb.98 3. Stel CN1 in door de toets zo vaak in te drukken als nodig is. Belangrijk De waarde kan alleen worden vergroot: laat daarom de toets MW-2000619-1 los zodra de gewenste waarde is bereikt. 4.
Pagina 73
11 Instellingen van het bedieningspaneel S-control 11 Instellingen van het bedieningspaneel S-control 11.1 Parameterlijst 11.1.1 Installateur menu Belangrijk Voer de code in door op de toets te drukken. Bevestig het openen met de toets Afb.99 MW-1000753-1 1 Submenu beschikbaar 3 Regelingsparameters 2 Naam van de besturingsprint of circuit Tab.31 Lijst van Installateur...
Pagina 74
11 Instellingen van het bedieningspaneel S-control Tab.32 Lijst van parameters in de submenu's van het Installateurs menu Parameter Beschrijving CU-OH04 fabrieks Fabrieksinstelling instelling SCB-04B CP000 Maximum richtwaarde aanvoertemperatuur 90 °C 50°C Voor de CU-OH04 besturingsprint: Instelbaar van 7 tot 90 °C Voor de SCB-04B besturingsprint: Instelbaar van 7 tot 100 °C CP020 Type rechtstreeks circuit dat is gekoppeld aan een CU-...
Pagina 75
11 Instellingen van het bedieningspaneel S-control Parameter Beschrijving CU-OH04 fabrieks Fabrieksinstelling instelling SCB-04B CP470 Het aantal dagen dat de VLOERDROGEN-functie actief is. niet beschikbaar De VLOERDROGEN-functie dient om een constante aanvoer temperatuur of een reeks opeenvolgende temperatuurniveaus te forceren om het drogen van de cementvloer met behulp van de vloerverwarming te versnellen.
Pagina 76
11 Instellingen van het bedieningspaneel S-control Tab.34 Lijst van parameters in het submenu van het menu Installateur Parameter Beschrijving CU-OH04 fabrieksin stelling DP004 De legionella-preventiefunctie gaat de ontwikkeling van de Legionella bacterie in de sanitair-warmwaterboiler tegen. Deze bacterie veroorzaakt legionellose (de veteranenziekte): = uit = aan: de tank voor sanitair warmwater wordt eens per week gedurende...
Pagina 77
11 Instellingen van het bedieningspaneel S-control Tab.36 Lijst van parameters in de submenu's van het Installateurmenu Parameter Beschrijving CU-OH04 fa Fabrieksinstelling brieksinstelling SCB-04B AP001 BL functie blokkerende ingang: niet beschikbaar = totale blokkering = gedeeltelijke blokkering = handmatig resetten door gebruiker AP010 Servicebeurt: niet beschikbaar...
Pagina 78
11 Instellingen van het bedieningspaneel S-control Parameter Beschrijving CU-OH04 fabrieksin stelling AP063 Maximum installatietemperatuur 90 °C Instelbaar van 20 tot 90 °C AP064 Brandervermogen afhankelijk van het Instelbaar van 0 tot 99000 W vermogen van de verwarmingsketel AP068 Pomp AAN / UIT 0 = AAN 1 = UIT AP078...
Pagina 79
11 Instellingen van het bedieningspaneel S-control TELLER submenu Tab.40 Beschikbare keuzes in het submenu : namen van bijbehorende besturingsprinten (alleen als er meerdere besturingsprinten aanwezig zijn) Submenu Besturingsprint Parameter CU-OH04 centrale unit besturingsprint Extra besturingsprint voor circuit B Parameter Beschrijving Eenheid CU-OH04 bestu...
Pagina 80
11 Instellingen van het bedieningspaneel S-control 11.2 Parameters instellen 11.2.1 Handbediening van verwarming inschakelen Het handbedieningsmenu wordt alleen gebruikt met de verwarmingsmodus. Afb.100 1. Open het menu voor handbediening Afb.101 2. Stel de waarde van de richttemperatuur van het verwarmingswater in door op toets te drukken.
Pagina 81
11 Instellingen van het bedieningspaneel S-control 11.2.3 Stooklijn instellen De basisrichttemperatuur van de verwarming dient om een constante bedrijfstemperatuur aan het circuit op te leggen. De minimale bedrijfstemperatuur kan constant zijn als de helling van het circuit nul is. 1. Ga naar het menu Installateur . 2.
Pagina 82
11 Instellingen van het bedieningspaneel S-control Afb.105 6. Selecteer de parameter voor het resetten van het bedieningspaneel door op de toetsen te drukken. 7. Bevestig de selectie door op de toets te drukken. 8. Breng de waarde van de bijbehorende gegevensplaat over door de toetsen in te drukken voor 9.
Pagina 83
11 Instellingen van het bedieningspaneel S-control Tab.43 Lijst met submenu's voor een installatie met een extra besturingsprint Submenu Beschrijving CU-OH04 centrale unit besturingsprint SCB-04B extra besturingsprint HMI bedieningspaneel Tab.44 Beschikbare waarden (X) in submenu's Parameter Beschrijving Eenheid CU-OH04 be SCB-04B be sturingsprint sturingsprint AM010...
Pagina 84
11 Instellingen van het bedieningspaneel S-control 11.3.1 Regelaarcyclus Tab.45 Lijst van statussen en substatussen Status (parameter Sub-status (parameter = rust = systeem op stand-by = warmtevraag (ketel start op) = antipendelcyclus ingeschakeld = open isolatieklep (niet leverbaar) = ketel- of sanitair warmwaterpomp start op = Brander start op = opening van de rookgasklep / olieklep (niet leverbaar) = opening van de rookgasklep...
Pagina 85
12 Onderhoud 12 Onderhoud 12.1 Algemeen Opgelet Onderhoudswerk moet door een erkend installateur worden uitgevoerd. Laat minstens één keer per jaar het apparaat inspecteren en de schoorsteen vegen, of vaker afhankelijk van de in uw land geldende regels. Opgelet Als het apparaat niet wordt onderhouden, vervalt de garantie. Opgelet Er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt.
Pagina 86
12 Onderhoud 12.2.3 Lekdichtheid controleren van de rookgasafvoerleiding, de luchttoevoerleiding en de condensafvoerleiding 1. Controleer de afdichting van de aansluiting van de rookgasafvoerleiding, de luchttoevoerleiding en de condensafvoerleiding. 2. Controleer of het beschermrooster op de luchtinlaat van de stookruimte niet is vervuild. 12.2.4 Automatische ontluchter controleren 1.
Pagina 87
12 Onderhoud Afb.110 5. Verwijder de afstandstukken aan de zijkant. MW-6000730-01 Afb.111 6. Maak de kabel van de brander los. MW-6000731-01 Afb.112 7. Maak de bocht met de luchttoevoerslang los. MW-5000822-1 7718102 - v02 - 10102018...
Pagina 88
12 Onderhoud Afb.113 8. Verwijder de isolatie die zich tussen het bedieningspaneel en het verwarmingslichaam bevindt. MW-6000732-01 Afb.114 9. Draai de vier schroeven los in de deur van de verbrandingskamer (sleutel van 13 mm). 10. Open de verbrandingskamerdeur. MW-6000733-01 Afb.115 11.
Pagina 89
12 Onderhoud 12.2.6 Membraan reinigen Afb.116 1. Verwijder de rookgasafvoerbuis van de condensoruitlaat. 2. Verwijder het membraan. 3. Reinig het membraan. 4. Breng het membraan terug op zijn plaats. 5. Sluit de rookgasafvoerbuis aan op de condensoruitlaat. MW-5000473-2 12.2.7 Condensor reinigen Afb.117 1.
Pagina 90
12 Onderhoud Voor meer informatie, zie Sifon vullen, pagina 56 12.2.9 Onderhoud van de brander De brander moet eens per jaar worden gecontroleerd, gereinigd en afgesteld. Belangrijk Een belangrijke verhoging van de rookgastemperatuur wijst op een verstopping van de ketel en betekent dat deze moet worden gereinigd.
Pagina 91
12 Onderhoud Brander in de onderhoudstand zetten Afb.119 MW-6000727-1 MW-6000722-1 1. Koppel de elektrische connector los van de aansluiting. 2. Draai de schroeven van de 2 grendels maximaal 2 slagen los (4-mm inbussleutel) 3. Beweeg de rechter grendel omlaag en de linker grendel omhoog. 4.
Pagina 92
12 Onderhoud Reinigen van de recirculatiebuis (alleen voor HC 2–19 FF) Afb.121 1. Draai de recirculatiebuis naar links. 2. Trek de recirculatiebuis eruit. 3. Reinig de recirculatiebuis met behulp van een reinigingsmiddel voor ketels. Voor meer informatie, zie Brander, pagina 18 MW-2000865-01 Verbrandingskop reinigen 1.
Pagina 93
12 Onderhoud Ventilator reinigen Afb.123 1. Reinig de ventilator en de binnenkant van de aanzuigkast met een geschikte borstel en perslucht. 2. Controleer en wijzig, indien nodig, de instelling van de luchtklep volgens de informatie in het hoofdstuk 'Luchtklep instellen'. 3.
Pagina 94
12 Onderhoud 12.3.1 Controleren van de positie van de ontstekingselektroden en van de verbrandingskop Afb.124 MW-6000724-1 1. Controleer de volgende maten: Model van de ketel HC 2–19 FF HC 2–24 FF HC 2–32 FF 2. Verander de positie van de ontstekingselektroden door deze los te zetten met behulp van de spanschroef B.
Pagina 95
12 Onderhoud 12.3.2 Branderventilator vervangen 1. Verwijder de oude ventilator. 2. Zet de nieuwe ventilator op zijn plaats. 3. Zet de ventilator vast. 4. Controleer de plaatsing van het branderventilator. 5. Ga voor het monteren in de omgekeerde volgorde van de demontage te werk.
Pagina 96
12 Onderhoud 12.4 Aftappen van de installatie Afb.127 Aftappen van de installatie Het aftappen van de CV-installatie kan nodig zijn als radiatoren moeten worden vervangen, bij ernstige waterlekkage, of als bevriezingsgevaar dreigt. Ga hiervoor als volgt te werk: 1. Open de kranen van alle op de installatie aangesloten radiatoren. 2.
Pagina 97
13 Bij storing 13 Bij storing 13.1 Storingsmeldingen D-control 13.1.1 Weergave van storingscode Als een storing wordt gedetecteerd, wordt automatisch de storingscode weergegeven. Afb.128 Belangrijk Het resetten gebeurt automatisch. MW-3000240-4 13.1.2 Weergave van foutcode Als een fout wordt gedetecteerd, wordt automatisch de foutcode weergegeven.
Pagina 98
13 Bij storing Afb.133 2. Selecteer het storingsmenu door op toets te drukken. Afb.134 3. Selecteerde besturingsprint door te drukken op de toets . Het pictogram verschijnt. Bevestig de besturingsprint door op de toets te drukken: de naam van de besturingsprint verschijnt. Belangrijk De parameter Er:xxx knippert.
Pagina 99
13 Bij storing Storings Melding Beschrijving Code ge Code ge code koppeld koppeld aan deCU- aan de be OH04 be sturings sturings print print SCB-04B H00.06 RETOURVOELER Retoursensor defect, niet aanwezig, of kortgesloten: AFWEZIG Controleer de bedrading tussen de centrale besturingsprint RETOURVOELER en de sensor GESLOTEN...
Pagina 100
13 Bij storing Storings Melding Beschrijving Code ge Code ge code koppeld koppeld aan deCU- aan de be OH04 be sturings sturings print print SCB-04B H02.03 STORING De ingevoerde configuratieparameters zijn verkeerd: CONFIGURATIE Configureer CN1 / CN2 afhankelijk van het vermogen van de buitenunit (CONF parameter).
Pagina 101
13 Bij storing Storings Melding Beschrijving Code ge Code ge code koppeld koppeld aan deCU- aan de be OH04 be sturings sturings print print SCB-04B H02.36 FUNCTIONEEL Geen communicatie tussen de centrale besturingsprinteen LOSGEMAAKT heid en de besturingsprint van het aanvullende circuit APPARAAT Controleer of de voedingskabel tussen de besturingsprints goed is aangesloten...
Pagina 102
13 Bij storing 13.4 Foutcodes Als nog steeds een storingscode verschijnt na meerdere automatische opstartpogingen, schakelt de ketel over op de storingsmodus. De ketel gaat pas weer verder in de normale werking als de oorzaak van de storing door de installateur is verholpen. Als resultaat van: een handmatige reset, een reset door een servicemelding.
Pagina 103
13 Bij storing Storingco Melding Beschrijving Code ge Code ge koppeld koppeld aan deCU- aan de be OH04 be sturings sturings print print SCB-04B E02.29 ROOKGASTEMPERAT De maximum rookgastemperatuur is 5 keer in 24 uur over URR FOUT schreden Controleer de vuilgraad van het verwarmingslichaam. Controleer de afstelling van de brander en meet de verbran...
Pagina 104
13 Bij storing Storings Melding Beschrijving Code ge Code ge code koppeld koppeld aan deCU- aan de be OH04 be sturings sturings print print SCB-04B A02.54 WAARSCHUWING OT BUS-waarschuwing - kamersensor A02.18 STORING OBD Interne storing 13.6 Storing zoeken 13.6.1 Veiligheidsgroep van de brander resetten Na vijf veiligheidsuitschakelingen registreert de veiligheidsgroep van de brander een storing en blijft deze vergrendeld.
Pagina 105
13 Bij storing Storingen Mogelijke oorzaak Oplossingen Geen ontstekingsvonk Kortsluiting op ontstekingselektroden. Stel de afstand tussen de ontstekingselektroden Geen ontstekingsvonk Ontstekingselektrodes te ver uit elkaar. Stel de afstand tussen de ontstekingselektroden Geen ontstekingsvonk Elektroden vuil, nat. Reinig of vervang de ontstekingselektroden. Geen ontstekingsvonk Elektrodekabels niet goed aangesloten.
Pagina 106
14 Uitbedrijfname 14 Uitbedrijfname 14.1 Procedure voor uitbedrijfname Afb.136 Als de ketel (tijdelijk) uit bedrijf moet worden genomen, ga dan als volgt te werk: 1. Zet de aan/uit-schakelaar op de Uit-stand. 2. Onderbreek de stroomvoorziening van de ketel. 3. Sluit de olietoevoer af. 4.
Pagina 107
15 Reserveonderdelen 15 Reserveonderdelen 15.1 Algemeen Als bij de inspectie of onderhoudswerk blijkt dat een onderdeel in de ketel vervangen moet worden: Geef het referentienummer op dat staat in de lijst van reserveonderdelen om het onderdeel te bestellen. Opgelet Er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt. 15.2 Ketelblok Afb.139...