6 Installatie
Afb.32
3
4
Afb.33
6.3
Olie-aansluiting
40
6.2.4
1. Plaats de plastic vulring op de sifon.
2. Plaats de schroef in de plastic vulring.
3. Plaats de borgmoer op de condensoruitlaat.
4. Breng de pakking aan op de condensoruitlaat.
5. Steek de sifoninlaat in de pakking gemonteerd op de
6. Draai de moer aan.
7. Draai de schroef vast in de condensornippel zonder deze te forceren.
1
2
MW-5000114-2
6.2.5
Gebruik een neutraliseringsinstallatie om een pH te bereiken hoger dan
6,5 (conform aan de geldende voorschriften).
Voer het condenswater via een sifon rechtstreeks af in de het
binnenrioleringssysteem. Gezien de hoge zuurgraad (pH 2.5 tot 3) moet
de condensafvoer zijn gemaakt van daarvoor geschikte kunststof.
1. Installeer een flexibele afvoerpijp met een binnendiameter van
2. Leg de condensafvoerpijp met een zodanig verval dat het water
pH > 6,5
3. Monteer een stankafsluiter of sifon in de afvoerpijp.
MW-1000097-2
6.3.1
De verbrander wordt geleverd met een dubbele stookolieverbinding
bestaande uit een opvoerslang en een andere slang voor terugvoer naar
de tank.
Controleer of de stookolie in de opslagtank huisbrand stookolie is. Als
het om huisbrandolie gaat met een biobrandstof mengsel, mag dat niet
meer dan 10% zijn.
Het gebruik van een drijvende aanzuigfilter wordt sterk aanbevolen om
het aanzuigen van bezinksel van de bodem van de tank te voorkomen.
Als de ketel wordt vervangen, moet de opslagtank worden gereinigd.
Sifon monteren
condensoruitlaat.
Voor meer informatie, zie
Sifon vullen, pagina 56
Condensafvoerleiding aansluiten
minimaal 32 mm die uitmondt in de het binnenrioleringssysteem.
zonder probleem via de sifon naar het binnenrioleringssysteem kan
weglopen. Het verval van de afvoerpijp moet minstens 30 mm per
meter bedragen voor een maximale horizontale lengte van 5 meter.
Belangrijk
Maak geen vaste aansluitingen om onderhoud van de sifon
mogelijk te maken.
Belangrijk
Loos het condenswater niet in een dakgoot.
Algemeen
7718102 - v02 - 10102018