Advertenties
7718102 - v02 - 10102018
14. Noteer de gemaakte instellingen in tabel.
Tab.23
Oliedruk
Druk bij de kop
Luchtklep instelling
Positie verbrandingskop
Aantal ringen
Belangrijk
Voor installaties op grote hoogte (boven 2000 m) en/of lange
geforceerde rookgaslengtes, met geheel geopende luchtklep
(positie 150): Stel de pompdruk bij om het brandervermogen te
beperken en het gewenste CO
7.5.3
Instellen van de brander
Controleer de verbranding door het O
rookgasafvoer.
Om meetfouten te voorkomen moet de route die de
verbrandingsproducten volgen tussen de ketelbuis en de schoorsteen
lekdicht zijn.
De ketel moet minstens 5 minuten werken als de ketel al op temperatuur
is en minstens 10 minuten als de ketel koud is.
1. Schroef de dop in het rookgasmeetpunt los.
2. Sluit de rookgasanalysator aan. Zorg dat de opening rond de sensor
tijdens de meting goed is afgedicht.
3. Meet het O
-percentage (CO
2
4. Vul onderstaande tabel aan met de gemeten waarden.
Tab.24
Gemeten waarden
Brandervermogen (kW)
Oliedruk (MPa (bar))
O
(%)
2
Luchtdruk bij de kop (mbar)
5. Als het O
-percentage (CO
2
waarde, moet dit worden bijgesteld door de stelschroef op de
luchtklep te draaien.
6. Stel indien nodig de instellingen voor een schone verbranding bij via
de grootheid X om te voldoen aan de in het land geldende
verbrandingseisen.
7. Draai de dop terug op het rookgasmeetpunt zodra de meting is
voltooid.
7.5.4
Gebruik van het controlegereedschap voor de
ontstekingselektrode
De ketel is:
geleverd met gemonteerde brander,
vooringesteld in de fabriek.
Het controlegereedschap van de ontstekingselektrode bevindt zich in de
map met documentatie.
Een
HC 2–19 FF
heid
HC 2–24 FF
HC 2–32 FF
mbar
mbar
/
mm
/
-gehalte te krijgen.
2
-percentage (CO
) te meten in de
2
2
) van de rookgassen.
2
Gemeten waarden
) niet overeenkomt met de vereiste
2
7 Inbedrijfstelling
61
Advertenties
