Download Print deze pagina

REMEHA Hera Condens 2 FF HC 2-19 FF Installatie- En Servicehandleiding pagina 41

Verberg thumbnails Zie ook voor Hera Condens 2 FF HC 2-19 FF:

Advertenties

6.4
Aansluitingen van de luchttoevoer/rookgasafvoer
7718102 - v02 - 10102018
6.3.2
Stookolieopvoerleiding aansluiten
1. Plaats een ingebouwd oliefilter in de olie-inlaatleiding om aanslag op
de inspuitmond te voorkomen. We bevelen het gebruik van een
luchtafscheider-filter aan.
Model van de ketel
HC 2–19 FF
HC 2–24 FF
HC 2–32 FF
2. Sluit de olietoevoerleiding aan op het filter, en houd u daarbij aan de
door de fabrikant in de handleiding van het filter aanbevolen
diameters.
Model van de ketel
HC 2–19 FF
HC 2–24 FF
HC 2–32 FF
Belangrijk
Als een luchtafscheider-filter wordt gebruikt, is een enkele
toevoerleiding vereist (één leiding tussen de tank en het oliefilter),
met een kleinere dwarsdoorsnede dan een tweepijpstoevoer.
Voorbeeld: voor (debiet van 2,00 kg/u): als de aanzuighoogte 2,0
m is en de lengte van de leiding 26 m is, dan moet de inwendige
dwarsdoorsnede van de leiding 4 mm zijn.
3. Controleer of er geen luchtlek is tussen de tank en het oliefilter.
6.4.1
Algemeen
De demonteerbare delen in deze koker maken inspectie van de
rookgasleiding over de gehele lengte mogelijk.
Breng een pijpverbinding aan die gemakkelijk kan worden
gedemonteerd om het jaarlijks onderhoud van het membraan uit te
voeren.
De horizontale delen aan de rookgaskant moeten uitgevoerd worden
met een verval van 3° (ongeveer 5%) in de richting van de ketel. Het
condenswater dat zich in de leidingen vormt, vloeit weg naar de sifon
van de ketel.
Gebruik uitsluitend originele Remeha onderdelen bij de gestuwde afvoer
uitvoeringen voor de aansluiting op de ketel en voor de dak- of
geveldoorvoer.
De vrije doorsnede moet voldoen aan de geldende norm.
De schoorsteen moet eerst worden geveegd voordat de
rookgasafvoerleiding wordt geïnstalleerd.
Om geluidsoverdracht tijdens de werking van de ketel in de woning te
voorkomen, mogen de rookgasafvoerbuizen niet in de wanden
gemetseld worden. Gebruik een schuifmof.
Bevestig de buisleidingen aan de muur met behulp van beugels en
hoeksteun(en). Bij iedere start van het systeem wordt er druk op de
leidingen uitgeoefend en deze kunnen op termijn loskoppelen. In dit
geval blijft de verwarmingsketel werken en vervuilt de lucht in de ruimte.
Dit risico wordt groter naarmate de lengte van de rookgasafvoerleiding
tot aan de muur of de schoorsteen groter is.
Voor meer informatie, zie
Membraan reinigen, pagina 89
6 Installatie
Maaswijdte (max.)
40 μm
70 μm
70 μm
Oliedebiet
1,60 kg/u
2,00 kg/u
2,70 kg/u
41

Advertenties

loading