N40633
Inleiding
Onderstaande aanbevelingen zijn bedoeld om schade aan de motor te voorkomen als deze voor langere
tijd uit bedrijf worden genomen. Volg deze procedures als de motor uit bedrijf moet worden genomen. De
gebruiksaanwijzingen voor POWERPART-producten staan op elke verpakking.
Procedure
1. Maak de buitenkant van de motor geheel schoon.
2. Als conserveringsbrandstof moet worden gebruikt, moet u het brandstofsysteem aftappen en dit vullen
met de conserveringsbrandstof. POWERPART Lay-Up 1 kan worden toegevoegd aan de normale
brandstof om hiervan conserveringsbrandstof te maken. Als geen conserveringsbrandstof wordt gebruikt,
moet het brandstofsysteem geheel met normale brandstof worden gevuld; deze brandstof moeten echter
na de opslagperiode volledig worden afgetapt en samen met de bus van het brandstoffilter worden
weggegooid.
3. Laat de motor warm lopen. Repareer vervolgens brandstof-, smeerolie- of luchtlekken. Zet de motor af en
pomp vervolgens de smeerolie uit het carter.
4. Vervang de bus van het smeeroliefilter.
5. Vul het carter tot de VOL-markering met verse en schone smeerolie en voeg hieraan POWERPART Lay-up
2 toe om de motor tegen corrosie te beschermen. Als er geen POWERPART Lay-Up 2 beschikbaar is, moet
u in plaats van smeerolie een adequate conserveringsvloeistof gebruiken. Als een conserveringsvloeistof
wordt gebruikt, moet deze na de opslagperiode uit het carter worden gepompt dat vervolgens tot aan het
juiste peil met normale smeerolie wordt gevuld.
6. Tap het koelsysteem af. Om het koelsysteem tegen corrosie te beschermen, moet u dit vullen met een
goedgekeurd antivriesmiddel omdat dit bescherming biedt tegen corrosie.
Let op: Als bescherming tegen vorst niet nodig is en een corrosiewerend middel moet worden gebruikt, verdient
het aanbeveling contact op te nemen met de Serviceafdeling van Wimborne Marine Power Centre.
7. Laat de motor korte tijd lopen om de smeerolie en de koelvloeistof te laten circuleren in de motor.
8. Sluit de buitenboordkraan en tap het water in het hulpwaterkoelsysteem af.
Let op: Het water in het hulpwatersysteem kan niet volledig worden afgetapt. Als het water is afgetapt om
de motor op te slaan of tegen vorst te beschermen, moet het systeem opnieuw worden gevuld met een
goedgekeurd antivriesmengsel.
9. Verwijder de rotor van de hulpwaterpomp en bewaar de rotor op een donkere plaats. Voordat u de rotor na
de opslagperiode monteert, moet u de bladen en alle uiteinden van de rotor en de binnenkant van de pomp
lichtjes smeren met Spheerol SX2 vet of glycerine.
Voorzichtig: De hulpwaterpomp mag nooit worden gebruikt als er geen water is, omdat de rotorbladen dan
schade kunnen oplopen.
10. Spuit POWERPART Lay-Up 2 in het inlaatspruitstuk. Dicht het spruitstuk en de ontluchtingspijp af met
waterbestendige tape.
11. Verwijder de uitlaatpijp. Spuit POWERPART Lay-Up 2 in het uitlaatspruitstuk. Dicht het spruitstuk af met
waterbestendige tape.
12. Maak de accu los. Bewaar de accu volledig opgeladen op een veilige opslagplaats. Voordat u de accu
opslaat, moet u de accupolen beschermen tegen corrosie. POWERPART Lay-Up 3 kan worden gebruikt
op de accupolen.
Hoofdstuk 6
Verzorging van de motor
Pagina 47
47