2.8 DRUK HERSTELLEN OP DE VERWARMINGSINSTALLATIE
1. Controleer periodiek de druk van het water van de installatie (het wijzertje van de manometer van de interne groep moet een waarde
tussen de 1 en 1,2 bar aangeven).
2. Als de druk minder dan 1 bar bedraagt (wanneer de installatie koud is), moet u de druk herstellen met behulp van de voorziene kraan
aan de rechterkant van de generator, die toegankelijk is via het zijdeurtje (Fig. 32).
3. Sluit de kraan na de interventie.
4. Als de druk bij waarden komt in de buurt van 3 bar, bestaat het risico dat de veiligheidsklep in werking treedt (in dat geval moet u wa-
ter aflaten via een ontluchtingsklep van een radiator tot de druk opnieuw op 1 bar komt of de interventie van professioneel gekwalifi-
ceerd personeel aanvragen).
5. Neem contact op met bevoegd personeel indien vaak drukverlies worden waargenomen, er kunnen eventuele lekken bestaan die
hersteld moeten worden.
2.9
DE INSTALLATIE LEDIGEN
1. Controleer of de vulkraan gesloten is.
2. Open de aftapkraan (Par. 1.21).
3. Open vervolgens alle ontluchtingsventielen.
4. Sluit aan het einde de aftapkraan.
5. Sluit alle ontluchtingsventielen die eerder geopend waren.
Als er vloeistof met glycol in het systeemcircuit is gekomen, moet u deze terugwinnen en verwijderen zoals vereist door de norm
EN 1717.
2.10 LEGEN VAN HET SANITAIR CIRCUIT
Om dit te doen steeds de ingang van het sanitair koud water opwaarts afsluiten.
Open één van de kranen van het sanitair warm water om de druk af te laten in het circuit.
66