1.14 INSTELLING VAN DE WARMTEREGELING
Door middel van de instelling van de parameters aanwezig in de menu's
Zones/Configuratie
het is mogelijk automatisch de aanvoertemperatuur van elke zone te regelen op basis van de buitentemperatuur.
Het is mogelijk dit te doen door inschakelen van de modulatie externe sonde in het menu
Zones/Inschakelen
In de curves (Afb. 10, 12, 11, 13) worden de defaultinstellingen weergegeven van de verschillende werkwijzen die zowel met als zonder
buitensensor beschikbaar zijn.
Zone-aanvoertemperatuur tijdens de verwarmingsfase
en modulatie externe sonde geactiveerd
A
B
C
Zone-aanvoertemperatuur in koelfase
en modulatie externe sonde ingeschakeld
A
B
C
Verklaringen (Fig. 10, 12, 11, 13)
A
- Maximum set aanvoer
B
- Set minimum aanvoer
C
- Minimale externe temperatuur
D
- Externe maximale temperatuur
E
D
G
D
Zone-aanvoertemperatuur tijdens de verwarmingsfase
en modulatie externe sonde afwezig
10
Zone-aanvoertemperatuur tijdens de koelfase
en modulatie externe sonde afwezig
12
E
- Offset aanvoertemp. verwarming
F
- Instelling toevoer verwarming
G
- Offset aanvoertemperatuur koeling
H
- Instelling toevoer koeling
F
H
11
13
23