Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbouw Van Een Armatuur Met Pneumatische Aandrijving In De Buisleiding - Crane Revo R Series Bedienings- En Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Revo Pneumatische zwenkaandrijving, serie R
Bij de montage van een magneetklep moet de vol-
gende paragraaf 6.2 in acht worden genomen.
Bij het begin van de montage moet
gecontroleerd worden of de installatie-
gegevens stuurdruk, regelspanning en
Vorsicht!
frequentie bij alle modules overeenko-
men met de technische gegevens, die
gemarkeerd zijn op het typeplaatje van
de aandrijving en/of de module.
Verbruik van het stuurmedium en de aanbevolen
leidingdiameter kunnen worden afgeleid uit tabel 1.
De kortst mogelijke sluitsnelheid volgens deze tabel
is een richtwaarde voor standaard dubbelwerkende
aandrijvingen zonder gemonteerde armatuur en bij
optimale toe- en afvoer van het stuurmedium. De
wrijving in de armatuur verlengt deze grenswaarde
aanzienlijk.
Voorzover in wat volgt pneumatische besturingssy-
stemen zijn beschreven, gelden de handleidingen
voor hydraulische systemen tot 8 bar, grootten 001.
002, 006 tot 7 bar (bijv. water) inhoudelijk.
6.1
Montage van een armatuur
met pneumatische aandrijving
in de buisleiding
Bij de aansluiting van elektrische/pneu-
matische verbindingen aan de hulpmo-
dules voor de besturing van de arma-
Vorsicht!
Tabel 1: Belangrijke aandrijvinggegegevens
Grootte
Volume/slag [L]
**
Persluchtcapaciteit
)
(tot 6m lengte)
Min. sluittijd [s] *)
Grootte
Volume/slag [L]
Persluchtcapaciteit (tot 6m lengte)
Min. sluittijd [s] *)
*) Deze opgaven zijn grenswaarden resp. richtwaarden voor dubbelwerkende aandrijvingen bij 6 bar stuurdruk en gelden voor de
aandrijving alleen (geen armatuur gemonteerd). Kortere sluittijden op aanvraag.
**
)
Raadpleeg de tabel op pagina 11 voor meer details.
001
002
006
0,06
0,12
0,28
6 mm
6 mm
6 mm
ca. 0,25
ca. 0,35
ca. 0,4
130
180
205
5,49
7,21
9,0
8 mm
8 mm
15 mm
ca. 1,3
ca. 1,4
ca. 1,6
turen moeten de speciale handleidingen
van de elektrische hulpmodules in acht
worden genomen.
De aandrijving wordt in de regel samen met de arma-
tuur geleverd en is dan gejusteerd in de eindposities
van de armatuur. Meegeleverde standmelders zijn in
de regel eveneens in de eindposities gejusteerd. Een
meegeleverde magneetklep is in de regel aan de aan-
drijving gemonteerd.
Als de elektrische modules magneetklep en/of stand-
melder en/of standregelaar apart geleverd worden, dan
moeten de modules eerst aan de aandrijving gemon-
teerd worden, voordat de eenheid in de buisleiding
wordt ingebouwd, zie paragraaf 6.2.
De koppelingen voor de montage van de modules
magneetklep en/of standmelder en/of standrege¬laar
zijn genormeerd volgens VDI/VDE 3845.
Bij normale uitvoering van de aandrij¬-
ving heeft een toevoer van het stuurme-
dium via aansluiting „A" een activering
tegen de klok in tot gevolg, toevoer via
Vorsicht!
„B" met de klok mee.
Veerterugstellende aandrijvingen kunnen
alleen via aansluiting „A" met stuurmedi-
um gevoed worden. Zie afb. 1.
Als - b.v. als vervangingsonderdeel - de aandrijving
apart wordt geleverd, dan moeten de instructies in de
paragrafen 9.1, 9.3 en 9.4 in acht worden genomen.
012
025
0,53
1,02
6 mm
6 mm
ca. 0,5
Ca. 0,7
380
630
13,0
22,0
15 mm
15 mm
ca. 2
Ca. 2,5
NL
050
090
1,9
3,6
8 mm
8 mm
ca. 0,9
ca. 1,1
960
H15
32,5
52,0
15 mm
15 mm
ca. 2,8
ca. 3,5
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave