NL
■ Er vindt geen eigen verwarming van de aandrij-
ving door het bedrijf plaats.
4.3
Bijzondere soorten gevaren
In het normale geval mag de aandrij-
ving alleen werken met de voorziene
bescherminrichtingen. Als deze voor in-
Vorsicht!
stelwerkzaamheden of voor de aanslui-
ting eraf moeten worden genomen, dan
moeten verbindin-gen naar het stuur-
medium eerst worden onderbroken.
Elektrische modules mogen alleen wer-
ken met gesloten beschermdeksels van
de aansluitverbinding. Als deze voor
Vorsicht!
instelwerkzaamheden/aansluiting eraf
moeten worden genomen, dan moeten
verbindin-gen van de voedings- en re-
gelspanning eerst geïsoleerd worden.
Instellingen die onder spanning moe-
ten worden uitgevoerd, moeten gebeu-
ren met geïsoleerd gereedschap.
8
Revo Pneumatische zwenkaandrijving, serie R
5.
Transport en opslag
Een aandrijving resp. een module is een hoogwaar-
dig product en moet als zodanig voorzichtig behan-
deld, getranspor-teerd en opgeslagen worden, opdat
noch de aandrijving noch de hulpmodule(s) bescha-
digd worden.
Als voor het transport aanslagmidde-
len (riemen en dergelijke) aan de in
de aandrijving voorziene draagogen
(-boringen) worden gebruikt, dan mo-
Vorsicht!
gen deze alleen gebruikt worden voor
de aanbouw van de aandrijving aan de
armatuur, in geen geval echter voor het
transport van de eenheid (armatuur +
aandrijving).
■ Als de aandrijving of de eenheid armatuur/aan-
drijving vóór de inbouw moet worden opgesla-
gen, dan moet hij tegen schadelijke invloeden
zoals stof, vuil en vocht beschermd worden.
■ De aandrijving of de eenheid armatuur/aandrij-
ving moet in de originele verpakking (op een
palet en dergelijke) worden opgeslagen.
■ De eenheid armatuur/aandrijving mag – ook ver-
pakt - niet permanent worden blootgesteld aan
vol zonlicht.
■ De aandrijving of de eenheid armatuur/aandrij-
ving mag niet geactiveerd worden.
Als de verpakking geen enkele transportschade
vertoont, dan mogen aandrijvingen of de eenheid
armatuur/aandrijving pas vlak vóór de montage wor-
den uitgepakt. Onverpakte delen moeten tegen elke
vervuiling, vocht en corrosie be-schermd worden.
6.
Inbouw en aansluiting
Aandrijvingen worden overwegend klaar voor in-
bouw samen met de benodigde elektrische modules
(magneetklep, standmelder en/of standregelaar)
geleverd. Als dit niet het geval is, dan moeten op de
plaats van installatie aandrijvingen aan de armatuur
en/of elektrische modules aan de aandrijving wor-
den aangebouwd, voordat de armatuur in de leiding
geïnstalleerd wordt. De handleidingen in hoofdstuk
9.1 Opbouw van een aandrijving... moeten daarbij in
acht worden genomen.
aan de besturing