NL
■ dat in het normale bedrijf een regeldruk conform
typeplaatje aan de pneumatische aandrijving
permanent beschikbaar is en dat deze druk niet
wordt overschreden,
■ armaturen met 90°-zwenkbeweging (bijv. kleppen
en kogelkranen) met de commando´s van de
bovengenoemde besturing te activeren (aandrij-
vingen met 120°- of 180°-zwenkbeweging zijn
leverbaar voor speciale gevallen).
■ Een correct op de armatuur gebouwde aandrij-
ving geeft met zijn optische indicatie de stand
van de armatuur aan.
■ Een (optioneel) aan de aandrijving geïnstalleerde
module "Standmelder" dient ertoe om de stand
van de armatuur te signaleren aan de besturing
van de installatie.
Dubbelwerkende aandrijvingen
blijven bij uitval van de regeldruk in de momentele
positie staan. Bij beschikbare regeldruk, maar na
uitschakelen of uitval van de regelspanning aan de
magneetklep hangt het van de besturing van deze
magneetklep af, in welke stand de aandrijving be-
weegt.
Als de besteller niets anders gespecificeerd heeft,
moet de aandrijving sluiten.
Veerterugzettende aandrijvingen met sluitveer:
bewegen bij uitval / na uitschakelen van de regeldruk
in de veiligheidsstand "DICHT".
Veerterugzettende aandrijvingen met openings-
veer:
bewegen bij uitval / na uitschakelen van de regeldruk
in de veiligheidsstand "OPEN".
Uitvoering en besturing van de magneetklep moeten
zo zijn gekozen, dat de bovengenoemde functies van
een veerterugzettende aandrijving gegarandeerd
zijn.
Verwijzing naar inrichtingen voor de handmatige
activering bij uitval van de regeldruk:
Aandrijvingen
kunnen alleen met behulp van een (optioneel lever-
bare) hulpaandrijving geactiveerd worden.
Voor andere dan de hier opgesomde toepassingen
is de aandrijving niet bedoeld. Er wordt met name op
gewezen dat het niet is toegelaten om:
■ een handmatige noodactivering aan de verlen-
ging van de schakelas bij actieve regeldruk uit te
voeren,
4
Revo Pneumatische zwenkaandrijving, serie R
■ bij aandrijvingen met veerterugzetting een
noodactivering met muilsleutel en dergelijke
hulpmiddelen uit te voeren,
■ elektrische modules met ontoereikende be-
schermklasse (volgens EN 60529) in te zetten,
met name in explosieve omgeving aandrijvingen
met elektrisch toebehoren (magneetkleppen,
standmelders en/of standregelaars) zonder
toegelaten Ex-beveiliging volgens EN 50014,
EN50018, EN50019 of EN 50020 te installeren
en in te zetten,
■ zonder toestemming van de fabrikant andere dan
de in deze handleiding beschreven stuurmedi-
ums te gebruiken,
■ Mogen zonder toestemming van de fabrikant niet
voor hogere regeldrukken dan 8 bar, bij afme-
tingen 001, 002, 006 maximaal 7 bar worden
gebruikt.
■ zonder toestemming van de fabrikant de aandrij-
ving in te zetten in chemisch agressieve omge-
vingsatmosfeer,
■ zonder toestemming van de fabrikant de aan-
drijving in te zetten bij omgevingstemperaturen
boven 80°C of onder min 20°C.
■ Revo zwenkaandrijvingen zijn geschikt voor de
inzet in een op veiligheid gerichte toepassing
(SIL level, z. con-formiteitsattest). Als er aan-
bouwdelen (zoals armaturen, magneetkleppen,
standregelaars....) gemonteerd worden, dan
moet de hele eenheid onderzocht worden ten
aanzien van de voor de eenheid geldende SIL
levels.
■ Geluidsdrukmeting volgens DIN EN ISO 3744,
op 1m afstand, gemiddeld geluidsdrukniveau:
met geluidsdemper:
zonder geluidsdemper: 107 dB(A)
■ Bij inzet in strijd met het doelmatig gebruik aan-
vaardt de fabrikant geen garantie of aansprake-
lijkheid.
■ Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
moeten worden uitgevoerd buiten de explosieve
omgeving en atmosfeer.
68 dB(A)