Inhoudsopgave
Advertenties
NL
A
Afb. 1 Revo aandrijving serie R
In dit geval wordt aanbevolen om voor de eerste
montage van de armatuur in de leiding eerst de aan-
drijving op de armatuur te monteren en de eenheid
dan volgens 6.1.1 te controleren.
De montage van een armatuur met aandrijving moet
gebeuren in de volgende stappen:
6.1.1
Aandrijvingsstand vóór
inbouw controleren
Zonder speciale bestelinstructies staat de aandrij-
ving bij levering plaatsbesparend parallel aan de
buisleiding.
Als hij 90° verplaatst gemonteerd moet worden:
■ Aandrijving ombouwen, zoals beschreven in
paragraaf 9.2 „Ombouw van de aandrijfas" van
de uitvoerige handleiding.
6.1.2
Standindicator vóór montage
controleren
■ indien geleverd zonder elektrische standmel-
der:
-
Spleet dwars ten opzichte van de buisleidingas:
armatuur is gesloten.
Spleet parallel aan de buisleidingas: armatuur is
-
geopend.
Als de stand van de armatuur en de indicatie niet
overeenkomen, zie paragraaf 9.2.
■ indien geleverd met elektrische standmel-
der:De optische indicatie „OPEN" en „DICHT"
in de module moet worden vergeleken met de
stand van de armatuur. Als de stand van de
armatuur en de indicatie niet overeenstemmen:
10
Revo Pneumatische zwenkaandrijving, serie R
B
indicatie in de hulpmodule standmelder (elek-
trisch/pneumatisch) omsteken.
Een verkeerde standindicatie vormt een
gevaar voor het latere bedrijf. Arma-
tu¬ren/aandrijvingen met verkeerde
Vorsicht!
stand¬indicatie mogen niet gemon-
teerd en moeten afgekeurd worden.
6.1.3
Inbouw in de buisleiding
De inbouw van de eenheid armatuur/aandrijving in
de buisleiding is beschreven in de gebruiksaanwij¬-
zing van de armatuur. Aanwijzingen in deze handlei-
ding moeten met voorrang gevolgd worden.
Daarnaast geldt:
Aandrijvingen moeten op een geschik-
te manier ondersteund worden om het
huis van de armatuur niet te overbelas-
ten. Ze moeten ondersteund worden als
Vorsicht!
ze op grond van hun grootte en/of hun
inbouwposi-tie een kritieke buigbelas-
ting uitoefenen op de armatuur.
Aandrijvingen van alle groottes mogen
niet worden blootgesteld aan lasten
van buiten; dit kan de armatuur bescha-
digen of vernielen. Aandrijvingen zijn
geen „klimladders".
Vorsicht!
6.2
Aansluiting van de magneetklep
De aandrijving wordt gestuurd met een magneetklep.
De verbinding naar de aandrijving gebeurt in de regel
via de gestandaardiseerde koppeling zijdelings aan
de aandrijving. De aansluiting aan de besturing moet
■ voldoen aan de voorwaarden conform paragraaf
2 „Doelmatig gebruik",
■ voldoen aan de voorwaarden conform paragraaf
gebeuren volgens de documentatie van de mag-
neetklep, die bij de levering is gevoegd,
Aanwijzing: Hiermee moet met name re-
kening worden gehouden, als de mag-
neetklep niet samen met de aandrijving
geleverd werd.
Vorsicht!
■ volgens de schema's afb. 2 tot 5 gebeuren.
Advertenties
Inhoudsopgave
