OPMERKING
• Wanneer u een fax verzendt, kan de naam van de machine in de TX Terminal ID worden afgedrukt.
• U kunt slechts één machinenaam opslaan.
• Indien Gebruikers ID beheer op 'Aan' is ingesteld dan worden in plaats van de naam van de machine
de gebruikersnaam en het e-mailadres, die u met de UI op afstand heeft opgeslagen in het veld Van
op de machine bij de ontvanger weergegeven.
• Voor instructies met betrekking tot het opslaan van de gebruikersnaam en het e-mailadres, raadpleegt
u de Gids voor UI op afstand.
1
(Extra functies) ➞ [Communicatie-instellingen] ➞ [TX
Druk op
instellingen] bij <Standaard instellingen>.
2
Druk op [Apparaatnaam].
OPMERKING
Indien de gewenste instelling niet wordt weergegeven, druk dan op [
instelling te zoeken.
3
Voer een naam in ➞ druk op [OK].
Voor de naam van de machine kunt u maximaal 24 tekens invoeren.
Om het opslaan van de machinenaam te annuleren, drukt u op [Annuleren].
De geselecteerde mode is ingesteld.
OPMERKING
• Voor instructies met betrekking tot het invoeren van tekens, raadpleegt u Hoofdstuk 2
"Basishandelingen" in de Naslaggids.
• Om alle ingevoerde tekens te wissen, drukt u op
4
Druk herhaaldelijk op [Gereed] tot het scherm met basisfuncties voor
verzending verschijnt.
(Wissen).
Wat u moet doen voordat u deze machine gaat gebruiken
▼
▲
] or [
] om de gewenste
1-19
1