Diagnostiek
3.9 Een relais- of 4-20 mA-uitgangstest uitvoeren
32
Optie
LEAK DETECTOR
(lekdetector)
FAN (ventilator)
TEMP SWITCH
(temperatuurschakelaar)
SAMPLER FILL (sampler
vullen)
SAMPLER EMPTY (sampler
leeg)
SAMPLER ERROR
(samplerfout)
SAMPLE SENSOR
(monstersensor)
REACTOR PURGE (reactor
spoelen)
RUN REAGENTS PURGE
(reagensspoeling uitvoeren)
INPUT/OUTPUT STATUS
(in-/uitgangsstatus)
Voer een signaalsimulatie uit om te bepalen of het relais en de 4-20 mA-uitgang correct
werken.
1. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > DIAGNOSTICS (diagnostiek) > SIGNAL
SIMULATE (signaal simuleren).
2. Selecteer een optie.
Optie
ALARM 1 t/m 6
Beschrijving
De optie LEAK DETECTOR (lekdetector) kan niet worden
geselecteerd. De status van de alarmingang van de
vloeistoflekdetector wordt weergegeven op het display.
Schakelt de ventilator in, uit of naar de stand automatisch
om te bepalen of het ventilatorrelais correct werkt. De
analysertemperatuur wordt op het display weergegeven.
Wanneer FAN (ventilator) is ingesteld op AUTO, zet de
analyser de ventilator uit wanneer de analysertemperatuur
lager is dan 25 °C. De ventilator werkt continu wanneer de
temperatuur van de analyser hoger is dan 25 °C.
Schakelt de temperatuurschakelaar in, uit of naar de stand
automatisch om te bepalen of de temperatuurschakelaar
correct werkt.
Wanneer TEMP SWITCH (temperatuurschakelaar) is
ingesteld op AUTO, schakelt de analyser de
temperatuurschakelaar in wanneer de analysertemperatuur
25 °C (standaard) of hoger is. De temperatuurschakelaar
blijft ingeschakeld totdat de temperatuur van de analyser
lager is dan 25 °C.
Schakelt het signaal om de sampler te vullen in of uit. Het
signaal blijft ingeschakeld totdat u het uitschakelt.
Schakelt het signaal om de sampler leeg te maken in of uit.
Het signaal blijft gedurende 5 seconden ingeschakeld.
Schakelt het signaal voor een samplerfout in of uit. Het
signaal voor een samplerfout wordt gewoonlijk verzonden
door de sampler wanneer er een fout in de sampler is
opgetreden.
De optie SAMPLE SENSOR (monstersensor) kan niet
worden geselecteerd. De status van de monstersensor
wordt weergegeven op het display.
Start de bewerking voor het spoelen van de reactor.
Start de bewerking voor het spoelen van reagens, waarbij
de reagensslang met reagens wordt gevuld.
Opent MAINTENANCE (onderhoud) > DIAGNOSTICS
(diagnostiek) > menu INPUT/OUTPUT STATUS
(in-/uitgangsstatus). Het menu INPUT/OUTPUT STATUS
(in-/uitgangsstatus) toont de status van digitale in- en
uitgangen en analoge in- en uitgangen.
Beschrijving
Schakelt het relais voor ALARM in, indien
geconfigureerd.