Inhoudsopgave
Advertenties
B
EDIENING
4.4
Ventilatie regelen
42
Toestellen met alleen ventilatie
|
•
Druk op de
len.
De stand wordt aangegeven zoals beschreven in paragraaf 4.2.
Toestellen met ventilatiesecties
Ventilatietoestellen in combinatie met ventilatiesecties hebben
nevenstaand bedieningspaneel (met de toets
\
K
•
Druk op de
len.
U kunt de ventilatiehoeveelheid regelen in 4 standen:
L
•
ventileren in stand 1, 2 of 3:
De ventilatietoestellen draaien in ventilatorstand laag, mid-
M
den of hoog. De pijltjes geven de stand aan.
•
alleen recirculeren.
J
In de stand recirculeren regelt u met de
torstand. In de stand ventileren werkt het toestel volgens de
hoogste instelling.
n
Opmerking:
Als u functie 98.5 in het installatiemenu instelt op 1 (zie
hoofdstuk 3), kunt u in het normale gebruik met de
\
-toets kiezen tussen ventileren en recirculeren. De venti-
latorstand regelt u dan met de
n
Opmerking:
Het aantal standen kan door instellingen beperkt zijn.
Combinatie van recirculatietoestellen en ventilatietoe-
stellen
Als er zowel recirculatietoestellen als ventilatietoestellen op
het bedieningspaneel zijn aangesloten, én als u bovenstaand
bedieningspaneel heeft (met de toets
hoeveelheid apart regelen van de recirculatiehoeveelheid. De
recirculatiehoeveelheid regelt u met de
ven in paragraaf 4.2
-toets om de ventilatiehoeveelheid in te stel-
-toets om de ventilatiehoeveelheid te rege-
|
-toets de ventila-
|
-toets.
\
), kunt u de ventilatie-
|
-toets zoals beschre-
C
C
OMFORT
IRCLE
\
).
Advertenties
Inhoudsopgave
