H
ANDLEIDING
4
2.18
Inschakelen en werking controleren
Versie: 2.0 (20-08-2007)
3
0-10 VDC- in- en uitgangen aansluiten
1. Sluit de spanning af (neem de stekker uit het stopcontact
of zet de hoofdschakelaar om).
2. Neem de elektronica-module uit het toestel (zie
paragraaf 8.7).
3. Voer de kabels voor de 0-10 VDC-in- en uitgang door
tule 3.
4. Sluit de kabels aan op aansluiting 4. Raadpleeg hiervoor zo
nodig het elektrisch schema.
5. Plaats de elektronica-module terug in het toestel.
1. Controleer de volgende aansluitingen:
-
voeding;
-
besturingskabel(s) tussen bedieningspaneel en toe-
stel(len);
-
externe regelcomponenten (indien toegepast).
2. Controleer of de warmtewisselaar correct is aangesloten.
3. Verzeker u ervan dat de CV- en KW-installatie ingescha-
keld zijn.
4. Schakel de netvoeding in en/of steek de stekker in het
stopcontact bij alle aangesloten toestellen.
Als u de netvoeding voor het eerst inschakelt, geeft het
display kortstondig het aantal aangesloten toestellen weer.
U kunt dit aantal ook via het service-menu controleren (zie
paragraaf 8.2, functie 28).
5. Alleen toestellen die kunnen koelen:
-
Test de werking van de condensafvoerpomp:
Giet water in de externe lekbak. De condenspomp zal
na een korte tijd gaan werken.
6. Schakel de Comfort Circle in met het bedieningspaneel (zie
paragraaf 4.1).
I
NSTALLATIE
31