H
ANDLEIDING
N
.
F
O
UNCTIE
50
Reset instellingen
Alle instellingen in het installatiemenu en timer-
menu kunnen hiermee op de standaardwaardes
gezet worden.
51
Standtijd van het filter
52
Negeer foutcode F1
55
Meting van temperatuur door bedieningspaneel
corrigeren
Gebruik deze functie als de weergegeven ruim-
tetemperatuur afwijkt van de werkelijke tempe-
ratuur.
56
Nachttemperatuur
57
Minimum uitblaastemperatuur verwarmen
58
Minimum uitblaastemperatuur koelen
59
Dode band voor omschakelen tussen verwar-
men en koelen (CC S en M)
Deze wordt ook gebruikt voor het uitschakelen
van de ventilator in de stand
61
Dode band rond ingestelde temperatuur bij
verwarmen (CC S)
62
Dode band rond ingestelde temperatuur bij
koelen
64
PID-factoren van de temperatuurregeling
64.0
64.5
70
CC M: Stand 2 naar stand 3 bij verwarmen
CC S: Stand 1 naar stand 2 bij verwarmen
70.5
CC S: Stand 2 naar stand 3 bij verwarmen
71
CC M: Stand 2 naar stand 3 bij koelen
CC S: Stand 1 naar stand 2 bij koelen
71.5
CC S: Stand 2 naar stand 3 bij koelen
Versie: 2.0 (20-08-2007)
Tabel 3-1 Functies in het installatiemenu
K
df
__
Resetten:
• druk tegelijk op
In te stellen tussen 1 en 51 weken (26)
0 = toon foutcode (standaardwaarde)
1 = negeer foutcode
In te stellen tussen -3 en +3°C (0°C)
In te stellen tussen 5 en 30°C (15°C)
In te stellen tussen 12 en 55°C (22°C)
In te stellen tussen 0 en 30°C
(CC C: 12°C; CC R: 5°C)
In te stellen tussen 1 en 5°C (1.5°C)
(CC M)
AUTO
In te stellen tussen 0.5 en 4°C (0.8°C)
In te stellen tussen 0.5 en 1.0°C (0.8°C)
Wijzig deze instellingen niet, behalve op aanwij-
zingen van Biddle.
1-5, Off (1.5)
Dit is het verschil tussen de ingestelde en de
ruimtetemperatuur waarbij het toestel in de
stand
tal. Voor stand 2 naar stand 3 moet de waarde
van stand 1 naar stand 2 bij de waarde opgeteld
worden.
Bij de CC M worden de standen 1 en 2 auto-
matisch aangestuurd.
EUZEMOGELIJKHEDEN
= alle functies staan op standaardwaarde
= er zijn functies met afwijkende waarden
+
-
en
overschakelt op een ander toeren-
AUTO
I
NSTELLINGEN
.
35