PROBLEEM
De pers heeft geen toegang tot internet. Er
wordt mogelijk een proxyserver of firewall
gebruikt voor het beperken van de toegang
vanuit het internet..
De proxyserverinstellingen zijn verkeerd
De DNS-instellingen zijn verkeerd
Xerox
®
Versant
®
4100 Press Handleiding voor de systeembeheerder
BESCHRIJVING
• Controleer de connectiviteit met de proxyserver. Ping het
proxyserveradres vanaf een andere computer met het-
zelfde subnet als de pers. Als u geen antwoord krijgt, con-
troleert u de standaardrouter (standaardgateway) en de
proxyserver-IP- en adresgegevens die op de pers zijn inge-
voerd. Verzeker u ervan dat de poorten voor HTTP (80) en
HTTPS (443) niet op de proxyserver geblokkeerd zijn. Con-
troleer of er voor de proxyserver een verificatie vereist is.
• Controleer bij de netwerkbeheerder of de firewall de toe-
gang tot internet blokkeert. Vraag of de firewallregels zijn
ingesteld voor het toestaan van toegang van de pers tot
internet en er geen gebruikersnaam en toegangscode no-
dig is voor uitgaand verkeer. Controleer of de standaard
HTTP- en HTTPS-poorten niet door de firewall worden
geblokkeerd.
• Doorgaans zijn de firewall, proxyserver en DNS-server niet
op dezelfde host. Als meerdere van deze functies hetzelfde
IP-adres krijgen, controleert u bij de netwerkbeheerder of
deze informatie juist is.
Opmerking: U kunt alleen een hostnaam voor de pro-
xyserver gebruiken als de site een naamdienst zoals
DNS draait. Anders moet u een IP-adres voor de proxy-
server invoeren.
Vraag uw netwerkbeheerder de gegevens die voor de proxy-
server vereist zijn en verzeker u ervan dat deze in het instelge-
bied van de pers bij Netwerkconnectiviteit instellen zijn
ingevoerd.
1 Open via een computer met Windows op een netwerk met
hetzelfde subnet als de pers een opdrachtregel: Start >
Uitvoeren, en typ dan cmd.
2 Typ de opdracht ipconfig/all om de gegevens van
de IP-configuratie weer te geven.
3 Schrijf het Verbindingsspecifieke DNS-achtervoegsel (de
domeinnaam, en het IP-adres van de DNS-server) op.
4 Typ ping en het IP-adres van de DNS-server om de con-
nectiviteit te controleren. Controleer of op de ping wordt
geantwoord.
5 Typ ping en het IP-adres van de standaardgateway om
de connectiviteit met de standaardrouter te controleren.
Controleer of op de ping wordt geantwoord.
6 Controleer of de DNS-server en de standaardgateway
goed op de pers zijn ingesteld.
Problemen oplossen
133