Download Print deze pagina

Advertenties

Xerox 4110/4590 copier/printer
Xerox 4110/4590
Handleiding
voor de
gebruiker
701P44365
September 2005
Versie 2.0

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Xerox 4590

  • Pagina 1 Xerox 4110/4590 copier/printer Xerox 4110/4590 Handleiding voor de gebruiker 701P44365 September 2005 Versie 2.0...
  • Pagina 2 ® Xerox en productnamen en -nummers van Xerox die in deze publicatie worden genoemd, zijn handelsmerken van XEROX CORPORATION. Andere bedrijfsmerken en productnamen kunnen (gedeponeerde) handelsmerken zijn van de betreffende bedrijven en worden hierbij erkend. Microsoft, MS-DOS, Windows, Windows NT, Microsoft Network en Windows Server zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
  • Pagina 3 Inhoudsopgave 1. Alvorens het apparaat te gebruiken Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt ..1-2 Overige symbolen of conventies die in deze handleiding worden gebruikt ......1-2 Veiligheidsinformatie.
  • Pagina 4 In h ou ds o p ga v e 2. Productoverzicht Onderdelen van het apparaat ......2-2 Gebruikersinterface .
  • Pagina 5 Inhouds opgave Wanneer Standaardformaat wordt geselecteerd. . 3-23 Wanneer Afwijkend formaat wordt geselecteerd. . 3-23 2-zijdig (2-zijdige kopieën maken) ....3-24 Scherm 2-zijdig ......3-25 Lichter/donkerder (de kopieerdensiteit aanpassen) .
  • Pagina 6 In h ou ds o p ga v e Scherm Katern maken - Subsets ... . . 3-54 Omslagen (een omslag toevoegen aan kopieën) ..3-55 Omslagen - Aantal voor-/achteromslagen..3-57 Scheidingsvellen transparanten (blanco vellen invoegen tussen transparanten) .
  • Pagina 7 Inhouds opgave Scherm Opbouwopdracht - Scheidingsvellen ..3-89 Scherm Kopiëren ......3-90 Scherm Proefset (controleren of de kopie aan de verwachtingen voldoet) .
  • Pagina 8 In h ou ds o p ga v e Documentenlijst ......4-21 Opdrachtsjablonen .
  • Pagina 9 Inhouds opgave Leesstatus (MDN) ......4-49 5. Mailboxbeheer Mailboxprocedure controleren ......5-2 Stap 1 Het scherm Mailbox controleren openen .
  • Pagina 10 In h ou ds o p ga v e Scherm Paginanummer ..... . . 5-34 Scherm Paginanummer - Tot. aantal pagina's (N) . . . 5-35 Scherm Paginanummer - Afdrukken op .
  • Pagina 11 Inhouds opgave Documenten uit de mailbox Scan- en andere opdrachten verwijderen ........5-73 Documenten voor Scan- en andere opdrachten controleren .
  • Pagina 12 In h ou ds o p ga v e Papier in lade 8 (invoegmodule na processor) plaatsen ........8-11 Tabbladen plaatsen.
  • Pagina 13 Inhouds opgave Programmering ophalen ..... . . 10-9 Programmering ......10-9 Programmering opslaan /verwijderen .
  • Pagina 14 In h ou ds o p ga v e Problemen oplossen ....... . 12-2 Problemen met het apparaat .
  • Pagina 15 Inhouds opgave Papierstoringen bij hendel 2b en knop 2c..12-70 Papierstoringen bij knop 2c, hendels 2e/2f en opvangbak 2d voor in drieën vouwen... . 12-71 Papierstoringen bij opvangbak 2d voor in drieën vouwen en hendel 2g .
  • Pagina 16 In h ou ds o p ga v e Standaard afdrukbaar gebied ..... 13-12 Uitgebreid afdrukbaar gebied ..... 13-12 Lijst van optionele onderdelen .
  • Pagina 17 Alvorens het apparaat te gebruiken Deze handleiding bevat alle benodigde bedieningsprocedures en onderhoudsinformatie, inclusief hoe u papierstoringen kunt opheffen, dagelijks onderhoud kunt uitvoeren, verschillende items kunt instellen, alsmede waarschuwingen. Raadpleeg de System Administrator Guide (handleiding voor de systeembeheerder) voor instructies voor het configureren van de netwerkomgeving.
  • Pagina 18 1. A l v o r en s he t ap par a a t te g eb r u i k en Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt VOORZICHTIG: Met dit symbool wordt u attent gemaakt op een actie waarmee beschadiging kan optreden aan de hardware of software, of die zou kunnen leiden tot verlies van gegevens.
  • Pagina 19 1. A lv o r e ns h e t ap par a a t te g eb r u ik e n Veiligheidsinformatie Het Xerox-product en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn ontworpen en getest om te voldoen aan strenge veiligheidseisen.
  • Pagina 20 Indien een van de volgende omstandigheden zich voordoet, schakel dan de voeding naar het apparaat onmiddellijk uit en trek het netsnoer uit het stopcontact. Neem contact op met een erkende Xerox-servicetechnicus om het probleem te verhelpen. • Het apparaat maakt vreemde geluiden of er komen vreemde geuren vrij.
  • Pagina 21 Dit product bevat waarschuwingslabels voor de laser. Deze labels zijn bestemd voor de Xerox-technicus en zijn geplaatst op of in de buurt van panelen of afschermingen die met speciaal gereedschap moeten worden verwijderd. Verwijder geen van de panelen.
  • Pagina 22 Dit product bevat waarschuwingslabels voor de laser. Deze labels zijn bestemd voor de Xerox-technicus en zijn geplaatst op of in de buurt van panelen of afschermingen die met speciaal gereedschap moeten worden verwijderd. Verwijder geen van de panelen.
  • Pagina 23 1. A lv o r e ns h e t ap par a a t te g eb r u ik e n Veiligheidsnormen Noord-Amerika Dit Xerox-product is op veiligheid goedgekeurd door Underwriters Laboratories Incorporated conform Normen UL60950-1 (eerste editie), en CSA International CAN/CSA C22.2 nr. 60950-1-03...
  • Pagina 24 Deze plaatsen kunnen zeer heet zijn en moeten niet worden aangeraakt. Als u nog meer veiligheidsinformatie wilt hebben over het apparaat of materialen, kunt u contact opnemen met het Xerox Welcome Centre. 1- 8 Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 25 Xerox- installatieprocedures, houdt u de concentratie binnen de veiligheidsmarges. Als u meer wilt weten over ozon, kunt u de Xerox-publicatie, OZONE, aanvragen door in de Verenigde Staten te bellen naar 1-800-828-6571. Bel voor een Franse versie in de VS naar 1-800-828-6571 en druk op 2.
  • Pagina 26 Europese Raad en plaatselijke wetten en regelingen kunnen van toepassing zijn. Goedkeuring veiligheid extra lage spanning Dit Xerox-product voldoet aan de veiligheidsregels van verschillende overheden en veiligheidsinstanties. Alle systeempoorten voldoen aan SELV (Safety Extra Low Voltage)- eisen voor aansluiting op apparaten en netwerken van de klant.
  • Pagina 27 Een volledige verklaring, met vermelding van de relevante richtlijnen en verwijzing naar normen, kan worden verkregen bij het Xerox Welcome Centre of door contact op te nemen met: Environment, Health and Safety Xerox Bessemer Road...
  • Pagina 28 1. A l v o r en s he t ap par a a t te g eb r u i k en Het is illegaal... In de Verenigde Staten Het Congres heeft officieel de reproductie van de volgende zaken onder bepaalde omstandigheden verboden.
  • Pagina 29 1. A lv o r e ns h e t ap par a a t te g eb r u ik e n Obligaties of aandelen van een buitenlandse overheid, bank of onderneming. Materiaal met copyright, tenzij toestemming van de eigenaar van het copyright is verkregen of wanneer de reproductie valt onder 'rechtvaardig gebruik' of voorzieningen voor de reproductiebevoegdheden van bibliotheken onder het...
  • Pagina 30 1. A l v o r en s he t ap par a a t te g eb r u i k en In Canada Het parlement heeft officieel de reproductie van de volgende zaken onder bepaalde omstandigheden verboden. Straffen in de vorm van geldboetes of gevangenisstraffen kunnen worden opgelegd aan degenen die schuldig worden bevonden aan het maken van dergelijke reproducties.
  • Pagina 31 Xerox ENERGY STAR-apparatuur wordt met fabrieksinstellingen geleverd. Uw apparaat wordt geleverd met de timer voor het overschakelen naar de energiespaarstand na de laatste kopie/ afdruk ingesteld op 15 minuten.
  • Pagina 32 Environmental Choice EcoLogo-vereisten voor een zo gering mogelijke invloed op het milieu. Als deelnemer aan het Environmental Choice-programma, heeft Xerox Corporation bepaald dat dit product voldoet aan de richtlijnen van Environmental Choice voor zuinig energieverbruik. Environment Canada heeft in 1988 het Environmental Choice- programma opgesteld om consumenten te helpen milieuvriendelijke producten en diensten te herkennen.
  • Pagina 33 In de Verenigde Staten kunt u ook de website van de Electronic Industries Alliance raadplegen: www.eiae.org. Als uw product geen deel uitmaakt van het Xerox-programma en u verantwoordelijk bent voor de verwerking ervan als afval, volgt u de instructies in bovenstaande alinea.
  • Pagina 34 CentreWare-hulpprogramma's. Updates van klantendocumentatie Voor de meest recente updates van de klantendocumentatie voor uw product kunt u terecht op www.xerox.com. Bezoek deze website regelmatig voor de laatste informatie voor uw product. 1- 1 8 Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 35 Productoverzicht Dit hoofdstuk bevat een beschrijving van de basisfuncties van het apparaat en heeft de volgende onderdelen: • Onderdelen van het apparaat • Aan-/uitzetten • Circuitonderbreker • Energiebesparingsmodus • Gebruikersinterface De schermen die worden getoond in deze handleiding kunnen afwijken, afhankelijk van uw systeem en de plaatselijke markt. X er o x 4 110 /4 5 90 H a nd l ei d i ng v o o r d e g eb r u ik e r 2- 1...
  • Pagina 36 2. P r o d uc t ov e r z i c ht Onderdelen van het apparaat WAARSCHUWING: Voorkom lichamelijk letsel en raak geen onderdelen aan waarbij staat dat deze heet kunnen zijn. Onderdeel Functie DAOD Dubbelzijdige automatische originelendoorvoer Documentklep Deze houdt een document op zijn plaats op de glasplaat.
  • Pagina 37 2. P r o du c to v e r z ic h t Onderdeel Functie Linkerklep Open deze om toegang te krijgen tot de bovenklep en om papierstoringen te verhelpen. Voorklep Open deze om papierstoringen te verhelpen. Bevestigingslampje Dit gaat branden wanneer een document correct geplaatst is. Documentgeleiders9 Gebruik deze geleiders om de randen van het document uit te lijnen.
  • Pagina 38 2. P r o d uc t ov e r z i c ht Onderdeel Functie Lade 8/Invoegmodule (post-processor Plaats hierin het papier voor omslagen of scheidingsvellen voor transparanten. Papier dat hier wordt / lade voor omslagen/scheidingsvellen geplaatst, wordt niet gebruikt voor kopiëren. voor transparanten) Ontkrullerknop Druk op deze knop om het gekopieerde papier te ontkrullen.
  • Pagina 39 2. P r o du c to v e r z ic h t Gebruikersinterface De gebruikersinterface bestaat uit het bedieningspaneel en het aanraakscherm. Hieronder worden de namen en functies van de onderdelen van het bedieningspaneel beschreven. Onderdeel Functie Bedieningspaneel Hierop kunt u met de toetsen functies selecteren.
  • Pagina 40 2. P r o d uc t ov e r z i c ht Onderdeel Functie Het menuscherm verschijnt. Alle diensten Dit lampje gaat branden wanneer het apparaat in de energiespaarstand Energiespaarstand staat. Druk op deze toets als u het apparaat uit de energiespaarstand wilt halen.
  • Pagina 41 2. P r o du c to v e r z ic h t De gebruikersinterface aanpassen U kunt de keuzetoetsen en opties in het scherm Alle diensten aanpassen. Een functie toewijzen aan een keuzetoets Door een functie toe te wijzen aan keuzetoetsen (Kopiëren, Keuze 2 en Keuze 3), kunt u naar die functie schakelen zonder terug te keren naar het scherm Alle diensten.
  • Pagina 42 2. P r o d uc t ov e r z i c ht Scherm voor functiewijziging U kunt het instelscherm voor de volgende functies aanpassen in het scherm Alle diensten. • Kopiëren • E-mailen • Scannen naar mailbox • Scannen naar FTP/SMB Raadpleeg "Copy Mode Settings"...
  • Pagina 43 2. P r o du c to v e r z ic h t Inschakelen De procedure voor het inschakelen van de stroomvoorziening is als volgt: Open de klep en zet de aan/uit-schakelaar in de stand om de stroomvoorziening in te schakelen. OPMERKING: Het bericht "Wachten a.u.b..."...
  • Pagina 44 De circuitonderbreker staat normaliter in de stand Aan ("l"), zoals weergegeven in de afbeelding hierboven. Als de onderbreker in de stand Uit ("O") staat, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre omdat er dan iets aan de hand kan zijn. Energiebesparingsmodus...
  • Pagina 45 2. P r o du c to v e r z ic h t Energiebesparingsmodus uitschakelen Hieronder wordt beschreven hoe u de energiebesparingsmodus uitschakelt. De energiebesparingsmodus wordt op de volgende manieren uitgeschakeld: • Door op de toets Energiespaarstand te drukken •...
  • Pagina 46 2. P r o d uc t ov e r z i c ht 2- 1 2 Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 47 Kopiëren In dit hoofdstuk worden het scherm Kopiëren en de kopieerfuncties beschreven. De volgende onderwerpen worden in dit hoofdstuk behandeld: • Kopiëren - procedure • Kopieeropdracht stoppen • Basisfuncties • Afdrukkwaliteit • Scanopties • Afdrukopmaak • Opdracht samenstellen X er o x 4 110 /4 5 90 H a nd l ei d i ng v o o r d e g eb r u ik e r 3 - 1...
  • Pagina 48 3. K o p ië r e n Kopiëren - procedure In dit gedeelte wordt de basiskopieerbewerkingen beschreven. Stap 1 Originelen plaatsen Er zijn twee manieren om originelen te plaatsen: • Enkel vel • Meerdere vellen Glasplaat • Enkel vel •...
  • Pagina 49 3 . Ko p i ër e n Raadpleeg “Origineelformaat (het scanformaat voor het origineel opgeven)" op pagina 3-36 voor informatie over het kopiëren van originelen met verschillende formaten. BELANGRIJK: Plaats gevouwen of gekreukelde originelen op de glasplaat, want deze kunnen papierstoringen veroorzaken als ze in de DAOD worden geplaatst.
  • Pagina 50 3. K o p ië r e n OPMERKING: Welke standaard origineelformaten automatisch kunnen worden gedetecteerd, hangt af van de Instellingen papierformaat in de modus Systeembeheer. Raadpleeg "Paper Size Settings" (Instellingen papierformaat) in de System Administration Guide voor meer informatie. WAARSCHUWING: Gebruik bij het kopiëren van een dik origineel geen kracht om dit op de glasplaat te drukken.
  • Pagina 51 3 . Ko p i ër e n Stap 2 Functies selecteren U kunt kopieerfuncties selecteren via de toets Kopiëren of de toets Basisfuncties. Het apparaat wordt geleverd met de volgende functies voor kopiëren: Alleen kopiëren, Kopiëren en opslaan en Alleen opslaan.
  • Pagina 52 3. K o p ië r e n Als de vorige instellingen nog aanwezig zijn, drukt u op de toets Alles wissen. Alles wissen Toets Maak een keuze uit Alleen kopiëren, Kopiëren en opslaan of Alleen opslaan. Kopiëren Hiermee worden gescande originelen gekopieerd. Kopiëren en opslaan Hiermee worden gescande originelen gekopieerd en als gegevens opgeslagen in de mailbox op het apparaat.
  • Pagina 53 3 . Ko p i ër e n OPMERKING: Welke functies worden weergegeven, is afhankelijk van de configuratie van het apparaat. Om de functie Aanmeldingsinstellingen of de functie Auditronbeheer te kunnen gebruiken, heeft u een gebruikers-ID en een toegangscode of alleen een gebruikers-ID nodig. Vraag de systeembeheerder om de gebruikers-ID en toegangscode.
  • Pagina 54 3. K o p ië r e n Als u een onjuiste waarde heeft ingevoerd, drukt u op de toets C en voert u de juiste waarde in. Toets C Stap 4 De kopieeropdracht starten. Druk op de toets Start. Toets Start OPMERKING: Als er zich een probleem voordoet, verschijnt er een foutbericht op de display.
  • Pagina 55 3 . Ko p i ër e n OPMERKING 3: Wanneer het bovenstaande scherm wordt weergegeven en er enige tijd lang geen bewerking wordt uitgevoerd, gaat het apparaat er automatisch van uit dat er geen originelen meer zijn en wordt er een automatische reset uitgevoerd.
  • Pagina 56 3. K o p ië r e n Kopieeropdracht stoppen Volg de onderstaande procedure om het kopiëren te annuleren. Selecteer Stop op het aanraakscherm of druk op de toets Stop op het bedieningspaneel. Toets Stop Selecteer Stop. Als het scherm uit stap 1 niet verschijnt, drukt u op de toets Opdrachtstatus.
  • Pagina 57 3 . Ko p i ër e n Het aantal kopieën wijzigen Volg onderstaande procedure om het aantal documenten dat wordt gescand of gekopieerd te wijzigen: Selecteer Stop in het aanraakscherm of druk op de toets Stop op het bedieningspaneel. Toets Stop Selecteer Aantal wijzigen in het aanraakscherm.
  • Pagina 58 3. K o p ië r e n De kopieeropdracht onderbreken Volg deze stappen om een kopieeropdracht die wordt uitgevoerd tijdelijk te onderbreken om een andere kopieeropdracht uit te voeren: Druk op de toets Onderbreken op het bedieningspaneel. Onderbreken Toets OPMERKING: Het lampje Onderbreken brandt;...
  • Pagina 59 3 . Ko p i ër e n Gescande originelen opslaan Hiermee worden gescande originelen als gegevens opgeslagen in de mailbox op het apparaat. Als u de mailbox wilt gebruiken, selecteert u Kopiëren en opslaan of Alleen opslaan. OPMERKING: Om deze functie te kunnen gebruiken, moeten mailboxen zijn ingesteld.
  • Pagina 60 3. K o p ië r e n Druk op Opslaan om de wijzigingen op te slaan en druk op de toets Start. Druk op Annuleren om alle wijzigingen te wissen. Mailbox In deze mailbox worden gegevens opgeslagen. Selecteer het vorige scherm weer te geven en selecteer om het volgende scherm weer te geven.
  • Pagina 61 3 . Ko p i ër e n OPMERKING: Als de gescande gegevens niet worden weergegeven, selecteert u Vernieuwen. Selecteer om het vorige scherm weer te geven en selecteer om het volgende scherm weer te geven. Selecteer om het eerste scherm weer te geven en selecteer om het laatste scherm weer te geven.
  • Pagina 62 3. K o p ië r e n Basisfuncties U kunt de basisfuncties instellen in het scherm Basisfuncties. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren. Selecteer functies in het scherm Basisfuncties dat als eerste verschijnt. Verkleinen/vergroten (vergrote/verkleinde kopieën maken) U kunt een verhouding kiezen voor het maken van vergrote of verkleinde kopieën.
  • Pagina 63 3 . Ko p i ër e n Verhouding (3e tot 5e toets) Maak een keuze uit vooraf ingestelde verhoudingen. U kunt de aangegeven verhoudingen wijzigen. Raadpleeg "Reduce/Enlarge - Button X” (Verkleinen/vergroten - Toets X) (waarbij X staat voor het nummer van de toets) in de System Administration Guide voor meer informatie over de instelprocedures.
  • Pagina 64 3. K o p ië r e n Alles kopiëren (volledig scherm) Om beeldverlies te voorkomen, wordt het document verkleind tot iets minder dan 100% wanneer het wordt gekopieerd. Als deze optie wordt geselecteerd, verschijnt een vinkje in het selectievak Alles kopiëren.
  • Pagina 65 3 . Ko p i ër e n Wanneer Onafhankelijk X-Y-percentage wordt geselecteerd U kunt verschillende hoogte- en breedteverhoudingen opgeven om de schaal van de hoogte en breedte onafhankelijk in te stellen. Selecteer Onafhankelijk X-Y-percentage. Gebruik om de hoogte- en breedteverhouding te specificeren.
  • Pagina 66 3. K o p ië r e n Papierinvoer (het papier selecteren dat moet worden gebruikt om te kopiëren) U kunt de lade selecteren waarin het kopieerpapier is geplaatst dat u voor het kopiëren wilt gebruiken. Selecteer in het scherm Basisfuncties de papierinvoer. Automatisch Op basis van het origineelformaat en de ingestelde verhoudingen selecteert het apparaat automatisch de lade waarin het juiste...
  • Pagina 67 3 . Ko p i ër e n Scherm Papierinvoer U kunt een papierlade selecteren die niet in het scherm Basisfuncties staat. Selecteer in het scherm Basisfuncties in het gedeelte Papierinvoer de optie Meer..Selecteer de Handmatige invoer. Selecteer het papierformaat en de papiersoort. Selecteer Opslaan om de wijzigingen te behouden.
  • Pagina 68 3. K o p ië r e n Scherm Lade 5 (handmatig) Als u kopieën wilt maken op papier dat niet in lade 1 t/m 4 of 6 en 7 kan worden geplaatst, gebruikt u Lade 5 (handmatig). Selecteer in het scherm Basisfuncties in het gedeelte Papierinvoer de optie Meer..
  • Pagina 69 3 . Ko p i ër e n Wanneer Standaardformaat wordt geselecteerd Selecteer het papierformaat uit de standaardformaten en selecteer de papiersoort. Selecteer Standaardformaat. Selecteer het papierformaat en de papiersoort. OPMERKING: Selecteer om het vorige scherm weer te geven en selecteer om het volgende scherm weer te geven.
  • Pagina 70 3. K o p ië r e n Selecteer Afwijkend formaat. Voer met het papierformaat in. Selecteer de papiersoort. OPMERKING: Selecteer om het vorige scherm weer te geven en selecteer om het volgende scherm weer te geven. Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan. 2-zijdig (2-zijdige kopieën maken) Kopieën van 1-zijdige en 2-zijdige originelen kunnen op één of beide zijden worden gemaakt.
  • Pagina 71 3 . Ko p i ër e n 2-zijdig (kop/staart) Met de optie 1-2 zijdig kunt u 2-zijdige kop/staart-kopieën maken - bijvoorbeeld kalenders en PowerPoint-presentaties in landschaprichting. 2-zijdig (kop/kop) Met de optie 2-2 zijdig kunt u snel 2-zijdige kopieën maken van 2- zijdige originelen.
  • Pagina 72 3. K o p ië r e n Lichter/donkerder (de kopieerdensiteit aanpassen) U kunt de kopieerdensiteit instellen op een van zeven verschillende niveaus. De kopieën worden donkerder wanneer u naar links beweegt en lichter wanneer u deze naar rechts beweegt. OPMERKING: Kopieerdensiteit van het scherm Basisfuncties en Kopieerdensiteit van Lichter/donkerder/contrast van het scherm Afdrukkwaliteit zijn hetzelfde.
  • Pagina 73 3 . Ko p i ër e n Afdrukkwaliteit In het scherm Afdrukkwaliteit kunt u de afdrukkwaliteitsfuncties van het document configureren. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren. Selecteer het tabblad Afdrukkwaliteit en selecteer een functie in het scherm Afdrukkwaliteit dat verschijnt. Lichter/donkerder (de kopieerdensiteit aanpassen) U kunt kiezen uit zeven densiteitsniveaus voor kopieën, tussen Lichter en Donkerder.
  • Pagina 74 3. K o p ië r e n Origineeltype (het type afdrukkwaliteit voor het document selecteren) Wanneer u kopieën maakt van foto's, tekst en andere originelen, kunt u die kopieën maken op de afdrukkwaliteit die past bij elk type origineel. Kopieën van het origineel kunnen op een meer natuurgetrouwe afdrukkwaliteit worden gereproduceerd door het type origineel te selecteren dat overeenkomt met het origineel.
  • Pagina 75 3 . Ko p i ër e n OPMERKING: Of Lichte originelen op de gebruikersinterface wordt weergegeven of niet, hangt af van de systeeminstelling. Raadpleeg "Original Type - Lightweight Originals" (Origineeltype - Lichte originelen) in de System Administration Guide (of vraag uw systeembeheerder) voor instructies om dit te kunnen weergeven.
  • Pagina 76 3. K o p ië r e n Scherpte (de scherpte van het origineel aanpassen) U kunt kiezen uit vijf scherpteniveaus tussen Scherper en Zachter. Hoe dichter het niveau bij Scherper ligt, des te scherper de contouren van beelden. Hoe dichter het niveau bij Zachter ligt, des te zachter de contouren van beelden.
  • Pagina 77 3 . Ko p i ër e n Ingebonden originelen (tegenover elkaar gelegen pagina's op afzonderlijke vellen kopiëren) Met de functie Ingebonden originelen kunt u tegenover elkaar gelegen pagina's van een origineel in de paginavolgorde kopiëren op afzonderlijke vellen papier. Deze functie is nuttig als u afzonderlijke kopieën wilt maken van tegenover elkaar gelegen pagina's van een ingebonden origineel, zoals een katern.
  • Pagina 78 3. K o p ië r e n Eerst boven, dan onder Kopieën worden gemaakt van de bovenste pagina van tegenover elkaar gelegen pagina's in een document, te beginnen op de bovenste pagina. Beide pagina's Van beide pagina's worden in de paginavolgorde kopieën gemaakt.
  • Pagina 79 3 . Ko p i ër e n Waarde van Midden • Uw ingebonden origineel is een boek met een spiraalband, wissen: 0 mm waarvan u zowel de linker- als de rechterpagina's wilt kopiëren. • U selecteert Eerst links, dan rechts. •...
  • Pagina 80 3. K o p ië r e n 2-zijdig kopiëren (boek) (2-zijdige kopieën maken van tegenover elkaar gelegen pagina's) U kunt pagina's toewijzen wanneer u kopieën maakt van tegenover elkaar gelegen pagina's in een ingebonden origineel, zodat de pagina's op dezelfde manier tegenover elkaar komen te liggen als in het origineel.
  • Pagina 81 3 . Ko p i ër e n Beginpagina en eindpagina Het scherm 2-zijdig kopiëren (boek) - Begin- + eindpagina verschijnt. Midden wissen Hiermee wordt de schaduw in het middelste gedeelte van een ingebonden origineel gewist. U kunt de breedte voor het wissen in het midden instellen van 0 tot 50 mm (0 tot 1,9 inch) in stappen van 1 mm of 0,1 inch.
  • Pagina 82 3. K o p ië r e n Eindpagina Selecteer de eindpagina voor het kopiëren vanuit de volgende items. • Linkerpagina/rechterpagina U kunt deze items selecteren wanneer Eerst links, dan rechts of Eerst rechts, dan links is geselecteerd. • Bovenste pagina/onderste pagina U kunt deze items selecteren wanneer Eerst boven, dan onder is geselecteerd.
  • Pagina 83 3 . Ko p i ër e n Standaardformaat Maak een keuze uit de toetsen met vooraf ingestelde formaten. U kunt de aangegeven origineelformaten wijzigen. Raadpleeg "Original Size Defaults" (Standaardinstellingen origineelformaten) in de System Administration Guide voor informatie over de instelprocedure.
  • Pagina 84 3. K o p ië r e n Selecteer Aan Selecteer Origineelrichting. Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Selecteer dit item wanneer alle originelen hetzelfde formaat hebben. Wanneer originelen van verschillend formaat worden gekopieerd, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elke origineel.
  • Pagina 85 3 . Ko p i ër e n Selecteer een item. Selecteer Origineelrichting. Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Normaal De hoeveelheid te wissen kader wordt ingesteld op 2 mm of 0,1 inch van de boven-, onder-, linker- en rechterkant. Gelijke tegenover elkaar liggende randen Raadpleeg “Wanneer Gelijke tegenover elkaar liggende randen wordt geselecteerd:"...
  • Pagina 86 3. K o p ië r e n Wanneer wordt Gelijke tegenover elkaar liggende randen geselecteerd: U kunt dezelfde waarde opgeven voor de boven-, onder-, linker- en rechterrand. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren en vervolgens het tabblad Scanopties. Selecteer in het scherm Scanopties dat verschijnt de optie Randen wissen en vervolgens Gelijke tegenover elkaar liggende randen.
  • Pagina 87 3 . Ko p i ër e n Wanneer 4 verschillende randen wordt geselecteerd: U kunt verschillende waarden opgeven voor de boven-, onder-, linker- en rechterrand. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren en vervolgens het tabblad Scanopties. Selecteer in het scherm Scanopties dat verschijnt de optie Randen wissen en vervolgens 4 verschillende randen.
  • Pagina 88 3. K o p ië r e n Rechterrand Hiermee worden schaduwen aan de rechterkant van kopieën gewist. De randen worden gewist op basis van de ingestelde origineelrichting. U kunt de breedte voor het wissen van de rand instellen van 0 tot 50 mm (0 tot 1,9 inch) in stappen van 1 mm of 0,1 inch.
  • Pagina 89 3 . Ko p i ër e n 4 randen Hiermee worden schaduwen aan de boven-, onder-, linker- en rechterkant van kopieën gewist. U kunt de breedte voor het wissen van de rand instellen van 0 tot 50 mm (0 tot 1,9 inch) in stappen van 1 mm of 0,1 inch.
  • Pagina 90 3. K o p ië r e n Selecteer een item. Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan. Geen verschuiving Kopieën worden gemaakt zonder dat de positie van het origineelbeeld wordt verschoven. Automatisch midden Kopieën worden gemaakt zodat het midden van het origineel overeenkomt met het midden van het papier.
  • Pagina 91 3 . Ko p i ër e n Scherm Beeldverschuiving - Zijde 1/Beeldverschuiving - Zijde 2 U kunt de kopieerpositie/beeldverschuiving van zijde 1 of zijde 2 instellen. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren en vervolgens het tabblad Scanopties. Selecteer in het scherm Scanopties dat verschijnt de optie Beeldverschuiving en vervolgens Zijde 1 of Zijde 2.
  • Pagina 92 3. K o p ië r e n Variabele verschuiving Voer de kantlijnwaarden in voor kopiëren. Stel de waarden voor de boven-, onder-, linker- en rechterkant in van 0 tot 50 mm (0 tot 1,9 inch) in stappen van 1 mm of 0,1 inch. Beeldrotatie (kopieën maken met het beeld verticaal of horizontaal geroteerd) Als de richting van het papier dat momenteel in de lade is...
  • Pagina 93 3 . Ko p i ër e n AAN tijdens Automatisch Kopieën worden gemaakt met het origineelbeeld automatisch geroteerd, zodat de richting van het origineel overeenkomt met die van het papier wanneer Auto-percentage of Verkleinen/ vergroten of Automatisch op Papierinvoer is geselecteerd. Rotatierichting Het scherm Beeldrotatie - Rotatierichting verschijnt.
  • Pagina 94 3. K o p ië r e n Spiegelbeeld/negatief beeld (omgekeerde kopieën maken van beelden) Kopieën kunnen worden gemaakt met de linker- en rechterkant van het origineelbeeld omgekeerd. OPMERKING: Wanneer Negatief beeld en Rand wissen tegelijkertijd zijn ingesteld, wordt het gebied voor Rand wissen wit. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren en vervolgens het tabblad Scanopties.
  • Pagina 95 3 . Ko p i ër e n Origineelrichting (geef de richting van geplaatste originelen De origineelrichting moet worden ingesteld om de bovenkant van het origineel aan te geven. OPMERKING: Als de aanduiding bij Origineelrichting afwijkt van de werkelijke origineelrichting, detecteert het apparaat mogelijk de bovenkant van het origineel onjuist.
  • Pagina 96 3. K o p ië r e n Afdrukopmaak In het scherm Afdrukopmaak kunt u functies voor het scannen van originelen configureren. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en selecteer een functie in het scherm Afdrukopmaak dat verschijnt. 3- 5 0 Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 97 3 . Ko p i ër e n Katern maken (een katern maken) Met het apparaat kunnen pagina's opgemaakt worden gekopieerd, zodat wanneer vellen met meerdere pagina's op elkaar worden gelegd en in het midden worden gevouwen (bindrug), er een katern wordt gemaakt in de paginavolgorde.
  • Pagina 98 3. K o p ië r e n Katern kopiëren Als u katerns wilt maken van een origineel dat al een katern is, selecteert u Katern kopiëren. Het origineel wordt in de huidige vorm gescand door het opgeven van In tweeën vouwen/Nieten zonder katernopmaak te hoeven specificeren.
  • Pagina 99 3 . Ko p i ër e n Scherm Katern maken - Bindrug U kunt de bindrug instellen binnen een bereik van 0 t/m 50 mm. (0 t/m 1,9 inch) in stappen van 1 mm of 0,1 inch. Gebruik om een waarde voor de bindrug op te geven. Scherm Katern maken - Afwerking.
  • Pagina 100 3. K o p ië r e n Scherm Katern maken - Subsets Een katern wordt gedeeld door het aantal vellen dat is opgegeven wanneer er veel pagina's in een origineel zitten. Er kan worden gekopieerd zodat de uiteindelijke 2-zijdige kopieën kunnen worden gevouwen om een katern te vormen.
  • Pagina 101 3 . Ko p i ër e n Omslagen (een omslag toevoegen aan kopieën) U kunt kopieën maken met daaraan een omslag toegevoegd. Het voor- en achteromslag kan worden afgeleverd vóór de eerste pagina van het document op een ander soort papier (bijvoorbeeld gekleurd of zwaar papier).
  • Pagina 102 3. K o p ië r e n Vooromslag Vooromslag instellen voor de eerste pagina is mogelijk. • Geen omslagen Er wordt geen omslag toegevoegd. • Blanco omslagen Er wordt een blanco vel papier als omslag toegevoegd. • Bedrukt vooromslag - Zijde 1 Het origineel wordt op de buitenkant van het vooromslag gekopieerd, vanaf de eerste pagina.
  • Pagina 103 3 . Ko p i ër e n Als een selectie voor een omslag wordt gemaakt, verschijnen de volgende opties: Instellingen papierlade Het scherm Omslagen - Instellingen papierlade verschijnt. Selecteer de papierlade die u wilt gebruiken bij Vooromslag, Achteromslag en Tekstpagina's. Wanneer u een beeld aan het omslag toevoegt, selecteer dan laden met papier van hetzelfde formaat en in dezelfde richting voor de tekst en het omslag.
  • Pagina 104 (of voor distributie) in dezelfde richting wordt geplaatst als dat van de transparanten. BELANGRIJK: Xerox beveelt OHP-film aan. Het gebruik van films die niet door Xerox worden aanbevolen, kan leiden tot apparaat- of papierstoringen. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren.
  • Pagina 105 3 . Ko p i ër e n Afhankelijk van uw keuze kunnen de volgende opties verschijnen: Instellingen papierlade Het scherm Scheidingsvellen transparanten - Instellingen papierlade verschijnt. Selecteer elke papierlade die u wilt gebruiken. OPMERKING: Het scherm Scheidingsvellen transparanten - Instellingen papierlade verschijnt niet als Geen scheidingsvellen is geselecteerd.
  • Pagina 106 3. K o p ië r e n Selecteer een item. Selecteer Opslaan om de wijzigingen te behouden. 1-op-1 N-op-1 wordt niet toegepast. 2-op-1 Twee originelen kunnen samen op één vel papier worden gekopieerd. 4-op-1 Vier originelen kunnen samen op één vel papier worden gekopieerd.
  • Pagina 107 3 . Ko p i ër e n Poster (vergrote kopieën maken verspreid over meerdere vellen) Er kan een vergrote kopie van een origineel worden gemaakt die wordt verspreid over meerdere vellen. Met deze functie kunt u een grote poster maken door de kopieën verspreid over meerdere vellen aan elkaar te plakken.
  • Pagina 108 3. K o p ië r e n Wanneer Vergrotings-% wordt geselecteerd U kunt een andere verhouding voor de hoogte en breedte opgeven. Selecteer in het scherm Poster de optie Vergrotings-%. Gebruik om de hoogte- en breedteverhouding op te geven. Selecteer Opslaan om de keuze te behouden.
  • Pagina 109 3 . Ko p i ër e n Selecteer Auto-herhaling of Variabel herhalen. Beeld herhalen wordt niet toegepast. Auto-herhaling Op het apparaat wordt automatisch het aantal kopieën ingesteld, op basis van het origineelformaat, papierformaat en de kopieerverhouding, waarna het origineelbeeld herhaaldelijk op het papier wordt gekopieerd.
  • Pagina 110 3. K o p ië r e n Notities (stempel/datum/paginanummer aan kopieën toevoegen) U kunt een stempel, datum en paginanummer toevoegen die niet opgenomen zijn in het origineel wanneer kopieën worden afgedrukt. U kunt kiezen uit kant-en-klare opmaak voor het type stempel, datum, paginanummer en afdrukpositie.
  • Pagina 111 3 . Ko p i ër e n Datum Het scherm Notities - Stempel verschijnt. Paginanummer Het scherm Notities - Paginanummer verschijnt. Scherm Notities - Stempel U kunt de stempels "VERTROUWELIJK", "Kopiëren verboden", "URGENT", "BELANGRIJK", "Circuleren", "Zijde 2 kringloop", "ONTWERP" en "ONGELDIG" toevoegen aan kopieën. Selecteer in het scherm Notities de optie Stempel.
  • Pagina 112 3. K o p ië r e n Scherm Notities - Stempel - Positie U kunt een positie instellen om een stempel af te drukken. Selecteer op het tabblad Afdrukopmaak de optie Notities, Stempel, AAN en vervolgens Positie. Maak een selectie. Selecteer Opslaan om de keuzes te behouden.
  • Pagina 113 3 . Ko p i ër e n Scherm Notities - Datum U kunt kopieën maken met een datum toegevoegd. De afgedrukte datum bestaat uit de datum en de tijd waarop de kopie is gemaakt. Raadpleeg "Date Format" (Datumnotatie) in de System Administration Guide voor meer informatie over de datumweergave.
  • Pagina 114 3. K o p ië r e n Scherm Notities - Datum - Positie U kunt een positie instellen om een datum af te drukken. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en selecteer vervolgens Notities, Datum en vervolgens Positie. Maak een selectie. Selecteer Opslaan om de keuzes te behouden.
  • Pagina 115 3 . Ko p i ër e n Maak een selectie. Selecteer Opslaan om de keuzes te behouden. Er wordt geen paginanummer toegevoegd. Er wordt een paginanummer toegevoegd. Stijl U kunt kiezen uit 6 nummers voor de pagina. • 1,2,... Er wordt alleen een paginanummer toegevoegd.
  • Pagina 116 3. K o p ië r e n Scherm Paginanummer - Tot. aantal pagina's (N) U kunt het totale aantal pagina's instellen. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en selecteer vervolgens Notities en Paginanummer. Selecteer Totaal aantal pagina's (N) en vervolgens Automatisch of Nummer invoeren.
  • Pagina 117 3 . Ko p i ër e n Het scherm Notities - Paginanummer - Afdrukken op U kunt de pagina('s) opgeven om een paginanummer toe te voegen. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en vervolgens Notities. Selecteer Paginanummer en vervolgens Afdrukken op. Gebruik of de cijfertoetsen om het beginnummer op te geven.
  • Pagina 118 3. K o p ië r e n Beginnummer Geef de beginpagina op voor het toevoegen van paginanummers, binnen het bereik van 1 tot 999. Als u het nummer met de cijfertoetsen wilt invoeren, selecteert u Nummer invoeren via cijfertoetsen en voert u het nummer in. BELANGRIJK: Paginanummers na 9999 worden niet afgedrukt.
  • Pagina 119 3 . Ko p i ër e n Wanneer Invoeren eindpaginanummer wordt geselecteerd U kunt de beginpagina opgeven voor het toevoegen van paginanummers, binnen het bereik van 1 tot 9999. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en vervolgens Notities. Selecteer Paginanummer, Afdrukken op en vervolgens Invoeren eindpaginanummer Gebruik of selecteer Nummer invoeren via...
  • Pagina 120 3. K o p ië r e n Wanneer Invoeren begin- en eindpaginanummer wordt geselecteerd U kunt de beginpagina opgeven voor het toevoegen van paginanummers, binnen het bereik van 1 tot 9999. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en vervolgens Notities. Selecteer Paginanummer, Afdrukken op en vervolgens Invoeren begin- en eindpaginanummer Gebruik of selecteer Nummer invoeren via...
  • Pagina 121 3 . Ko p i ër e n Watermerk (controlenummer op de achtergrond afdrukken) U kunt licht ter controle een volgnummer afdrukken op de achtergrond van elke set kopieën. Als u bijvoorbeeld "1" instelt als beginnummer, wordt "1" afgedrukt op alle pagina's van de eerste set kopieën en "2"...
  • Pagina 122 3. K o p ië r e n Watermerk wordt toegepast op kopieën. Beginnummer U kunt een controlenummer instellen binnen het bereik van 1 t/m 9999. Bij het instellen van een controlenummer gebruikt u of de cijfertoetsen om het beginnummer in te voeren. Tekst Het scherm Watermerk - Tekst verschijnt.
  • Pagina 123 3 . Ko p i ër e n Scherm Watermerk - Tekst U kunt kiezen uit drie tekentypes voor het watermerk. Selecteer op het tabblad Afleveringsformaat de optie Watermerk en vervolgens Tekst. Selecteer een item. Selecteer Opslaan om de keuze te behouden. Scherm Watermerk - Teksteffect U kunt het teksteffect instellen.
  • Pagina 124 3. K o p ië r e n Outline Wanneer u bedrukt papier kopieert, wordt de tekst op de achtergrond met omtrek afgedrukt. Raadpleeg "Text Effect" (Teksteffect) in de System Administration Guide voor informatie over het achtergrondpatroon dat wordt gebruikt voor het watermerk en andere instellingen. Kantlijnverschuiving tabblad (kopiëren op tabbladen) U kunt beelden van een tabbladorigineel kopiëren door de gekopieerde positie op te geven, zodat het beeld op de tab wordt...
  • Pagina 125 3 . Ko p i ër e n Alles verschuiven Kopieer het hele beeld van het document naar het indexpapier. Geef de Verschuivingswaarde op wanneer u het beeld aan de rand van het document wilt verschuiven naar de tab om daar te worden gekopieerd.
  • Pagina 126 3. K o p ië r e n Afdrukrichting (Beeldzijde naar boven of Beeldzijde naar beneden opgeven) U kunt kiezen of kopieën met de beeldzijde naar boven of naar beneden moeten worden afgeleverd. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en vervolgens Afdrukrichting. Selecteer een item.
  • Pagina 127 U kunt kopieën maken die in tweeën of in drieën zijn gevouwen. BELANGRIJK: Voor deze keuzemogelijkheid is een optiepakket nodig. Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre. BELANGRIJK: De richting van originelen is beperkt tot KKE- invoer;...
  • Pagina 128 3. K o p ië r e n Voorinstellingen Beeld herhalen (meerdere kopieën op één vel maken) Een origineelbeeld kan worden gekopieerd op het gebied dat gelijkelijk is verdeeld op een vel papier overeenkomstig het aantal originelen en kan worden herhaald. OPMERKING: Wanneer u iets ander selecteert dan Auto- percentage bij Verkleinen/vergroten kan er beeldverlies optreden, afhankelijk van het origineelformaat.
  • Pagina 129 3 . Ko p i ër e n 2-zijdig (2-zijdige kopieën maken) Deze functie is hetzelfde als 2-zijdig op het tabblad Basisfuncties. Raadpleeg “2-zijdig (2-zijdige kopieën maken)" op pagina 3-24 voor meer informatie. Afwerking (aflevering met afwerking) U kunt de afleveringsmethode voor de kopieën opgeven. Wanneer Nieten is opgegeven, kan elke set worden geniet en vervolgens afgeleverd.
  • Pagina 130 A3, of B5 portret en B4. Wanneer u een A4 portretvel plaatst met een A3 vel, wordt alleen de A3 kopie als Z gevouwen. BELANGRIJK: Voor deze keuzemogelijkheid is een optiepakket nodig. Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre. 3- 8 4...
  • Pagina 131 3 . Ko p i ër e n Scherm Afdrukken kopiëren - Nieten U kunt een andere nietpositie selecteren dan is weergegeven in het scherm Afwerking. BELANGRIJK: In de volgende gevallen verschillen de nietrichting die op het scherm staat en de richting waarin de nietjes daadwerkelijk worden geplaatst: a) Wanneer het document in de richting is geplaatst waarin het wordt gelezen (bovenzijde omhoog) en één nietje linksboven is...
  • Pagina 132 Nietpositie de optie Perforeren. Maak een selectie. Selecteer Opslaan om de keuze te behouden. OPMERKING: 3 gaten kan worden ingesteld, afhankelijk van een optiepakket. Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre. Er is geen perforatiepositie geselecteerd. 2 gaatjes U kunt twee posities voor perforeren selecteren.
  • Pagina 133 3 . Ko p i ër e n Opdracht samenstellen In het scherm Opdracht samenstellen kunt u de functies van Opbouwopdracht configureren. Hieronder wordt het referentiegedeelte getoond voor functies die kunnen worden geconfigureerd in Opdracht samenstellen. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Kopiëren. Selecteer het tabblad Opdracht samenstellen en selecteer een functie in het scherm Opdracht samenstellen dat verschijnt.
  • Pagina 134 3. K o p ië r e n OPMERKING: U kunt het vorige scherm weergeven door selecteren en het volgende scherm door middel van Opbouwopdracht wordt niet toegepast. Opbouwopdracht wordt toegepast. De functies die op de hele opdracht worden toegepast moeten eerst worden geselecteerd. BELANGRIJK: Na selectie hiervan kunnen de instellingen niet worden gewijzigd of geannuleerd tijdens het kopieerproces.
  • Pagina 135 3 . Ko p i ër e n Scherm Opbouwopdracht - Scheidingsvellen U kunt tussen documentopdrachten blanco of bedrukte vellen papier invoegen die dienst doen als scheidingsvellen. Het aantal scheidingsvellen kan naar wens worden ingesteld van 1 tot 99. Selecteer in het tabblad Opdracht samenstellen de optie Opbouwopdracht en vervolgens Scheidingsvellen.
  • Pagina 136 3. K o p ië r e n Lade voor scheidingsvellen Selecteer de lade voor scheidingsvellen. Wanneer Handmatige invoer wordt geselecteerd, verschijnt het scherm Lade 5 (handmatig). Raadpleeg “Scherm Lade 5 (handmatig)" op pagina 3-22. Aantal Het aantal scheidingsvellen kan naar wens worden ingesteld van 1 tot 99 wanneer Blanco scheidingsvellen wordt geselecteerd.
  • Pagina 137 3 . Ko p i ër e n Instellingen wijzigen Het scherm Kopiëren verschijnt en u kunt de instellingen voor het geplaatste origineel wijzigen. Nadat u de functies heeft ingesteld, drukt u op het bedieningspaneel op de toets Start om het scannen van het origineel te starten.
  • Pagina 138 3. K o p ië r e n Scherm Proefset (controleren of de kopie aan de verwachtingen voldoet) Met deze functies kunt u kopieën blijven maken nadat u een proefafdruk van de kopieën heeft gemaakt en bekeken, wanneer u meerdere kopieën maakt. U kunt naar keuze de opdracht voortzetten of annuleren nadat u de proefafdruk heeft gecontroleerd.
  • Pagina 139 3 . Ko p i ër e n Scherm Kopiëren Annuleren De resterende kopieën worden geannuleerd. Start De resterende kopieën worden gemaakt. Instellingen wijzigen Het scherm Instellingen wijzigen verschijnt. De instellingen in dit scherm kunnen alleen uit de opdracht worden verwijderd. Aantalinstellingen wijzigen Het scherm Aantal wijzigen verschijnt.
  • Pagina 140 3. K o p ië r e n Omvangrijk document (originelen in batches plaatsen) Met deze functie kunt u een aantal origineelpagina's kopiëren dat groter is dan het maximumaantal dat in één keer in de AOD kan worden geplaatst, Met deze functie kunt u via de glasplaat meerdere originelen kopiëren als één opdracht.
  • Pagina 141 3 . Ko p i ër e n Scherm Kopiëren Het scherm Kopiëren verschijnt na het scannen van de originelen. Stop De origineelgegevens die zijn opgeslagen met de functie Omvangrijk document worden gewist en de functie Omvangrijk document wordt geannuleerd. Druk op Start om door te gaan met het scannen van originelen.
  • Pagina 142 3. K o p ië r e n Formulieroverlay (kopieën maken voor overlaydocumenten) Met deze functie kunt u kopieën maken als overlay over de eerste pagina van het document en de rest van de documenten. Als u bijvoorbeeld alleen de eerste pagina van het document met een kop- en voettekst maakt, kan de rest van de documenten met de kop- en voettekst worden gekopieerd.
  • Pagina 143 3 . Ko p i ër e n Buiten / binnen verwijderen (geselecteerde gebied(en) extraheren/verwijderen uit het origineel) Met deze functie kunt u het gebied opgeven dat u wilt extraheren of verwijderen en vervolgens dit gebied kopiëren. Het maximumaantal gebieden dat u kunt selecteren is 3. Selecteer Buiten/binnen verwijderen.
  • Pagina 144 3. K o p ië r e n Doelgebieden van originelen U kunt zijde 1, zijde 2 of beide zijden opgeven om gebieden in 2- zijdige kopieën te extraheren of te verwijderen. • Beide zijden Richt zich op beide zijden. Omgekeerd gescand. •...
  • Pagina 145 3 . Ko p i ër e n Voer met de cijfertoetsen de waarde voor Y1 in bij Y1 en selecteer Volgende. Voer met de cijfertoetsen de waarde voor X2 in bij X2 en selecteer Volgende. Voer met de cijfertoetsen de waarde voor Y1 in bij Y1 en selecteer Volgende.
  • Pagina 146 3. K o p ië r e n 3- 1 0 0 Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 147 Scannen In dit hoofdstuk worden de scanfuncties van dit product beschreven. De netwerkinstellingen op het apparaat moeten zijn geconfigureerd om de scanfuncties te kunnen gebruiken. Raadpleeg de System Administration Guide voor meer informatie over netwerkinstellingen. Dit hoofdstuk bevat de volgende onderdelen: •...
  • Pagina 148 4. S c a n ne n Scanprocedure In dit gedeelte worden elementaire scanbewerkingen beschreven. Stap 1 Originelen plaatsen Er zijn twee manieren om originelen te plaatsen: • Enkel vel • Meerdere vellen Glasplaat • Enkel vel • Ingebonden originelen, zoals boeken De AOD is geschikt voor originelen bestaand uit één of meer vellen, met een formaat variërend van 140 ×...
  • Pagina 149 4 . S c an n en Raadpleeg “Gemengde origineelformaten (originelen van verschillend formaat tegelijkertijd scannen)" op pagina 4-39 voor informatie over het scannen van originelen met verschillende formaten. BELANGRIJK: Plaats gevouwen of gekreukelde originelen op de glasplaat, want deze kunnen papierstoringen veroorzaken als ze in de DAOD worden geplaatst.
  • Pagina 150 4. S c a n ne n Glasplaat Op de glasplaat kunt u originelen bestaand uit één vel of een boek leggen met een formaat van maximaal 297 × 432 mm (A3, 11 × 17 inch). Via de glasplaat kunnen alleen originelen met een standaardformaat worden gedetecteerd.
  • Pagina 151 4 . S c an n en Stap 2 Functies selecteren U kunt scanfuncties selecteren in het scherm Alle diensten. Hier kunt u kiezen uit 4 scanmodi: E-mailen, Scannen naar mailbox, Opdrachtsjabloon en Scannen naar FTP/SMB. E-mailen Hiermee scant u een origineel en verzendt u de gescande gegevens als bijlage bij een e-mail.
  • Pagina 152 4. S c a n ne n Druk op de toets Alle diensten. Toets Alle diensten Selecteer Scannen naar mailbox. Als de vorige instellingen nog aanwezig zijn, drukt u op de toets Alles wissen. Toets Alles wissen Geef op in welke mailbox de scan moet worden opgeslagen. 4- 6 Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 153 4 . S c an n en Selecteer op elk tabblad de functies die u wilt configureren. Raadpleeg de hieronder vermelde delen voor meer informatie over elk van deze functies: “Basisfuncties" op pagina 4-28 “Afdrukkwaliteit" op pagina 4-33 “Scanopties" op pagina 4-35 “Afdrukopmaak"...
  • Pagina 154 4. S c a n ne n Selecteer Volgende origineel terwijl originelen worden gescand. OPMERKING: Wanneer u de DAOD gebruikt, wacht het apparaat op de volgende set originelen nadat het klaar is met het scannen van de eerste set. Wanneer het bovenstaande scherm wordt weergegeven en er een bepaalde periode lang geen bewerking is uitgevoerd, gaat het apparaat er automatisch van uit dat er geen originelen meer zijn.
  • Pagina 155 Importeren vanuit een toepassing Gebruik een netwerkscandriver. Importeren met behulp van Mailbox Viewer 2 U kunt importeren met behulp van de toepassingssoftware van Xerox, Mailbox Viewer 2. Importeren met behulp van CentreWare Internetservices Hierbij wordt CentreWare Internetservices gebruikt om te importeren.
  • Pagina 156 4. S c a n ne n Scanopdrachten stoppen Volg de onderstaande procedure om een scan te annuleren. Druk op Stop op het aanraakscherm of op de toets Stop op het bedieningspaneel. Toets Stop Selecteer Annuleren om het scannen te beëindigen of Start om het scannen te hervatten.
  • Pagina 157 4 . S c an n en E-mailen U kunt een origineel scannen en de gescande gegevens verzenden als e-mailbijlage. De functies Mail Delivery Notification (MDN) en Gesplitst verzenden in het scherm Afdrukopmaak zijn alleen beschikbaar in de functie E-mailen. Selecteer E-mailen in het scherm Alle diensten.
  • Pagina 158 4. S c a n ne n OPMERKING: Het scherm rechts verschijnt wanneer Directoryservice is geselecteerd als adresboek. Raadpleeg "Address Search (Directory Service)" (Adres zoeken (Directoryservice)) in de System Administration Guide voor meer informatie over directoryservices of vraag de systeembeheerder om hulp.
  • Pagina 159 4 . S c an n en Raadpleeg "Address Search (Directory Service)" (Adres zoeken (Directoryservice)) in de System Administration Guide voor meer informatie over directoryservices of vraag de systeembeheerder om hulp. De lokale adreslijst openen Selecteer op het tabblad Basisfuncties de optie Adresboek. Wanneer het scherm Adresboek verschijnt, selecteert u Lokale adreslijst.
  • Pagina 160 4. S c a n ne n Toetsenbord Voer met het toetsenbord een ontvanger in. Selecteer toetsenbord. Gebruik het toetsenbord op het aanraakscherm om een ontvanger op te geven (maximaal 128 tekens). Selecteer Volgende ontvanger om nog een e-mailadres toe te voegen of selecteer Opslaan om terug te keren naar het scherm E-mailen.
  • Pagina 161 4 . S c an n en Naam ontvanger/e-mailadres U kunt ontvangersnamen en e-mailadressen verwijderen of wijzigen. Verwijderen Ontvangers verwijderen. Selecteer een item dat u wilt verwijderen uit Naam ontvanger/ e-mailadres. Selecteer Verwijderen in het pop-upmenu dat wordt weergegeven. OPMERKING: Wanneer Annuleren wordt geselecteerd, kunt u het pop-upmenu verbergen.
  • Pagina 162 4. S c a n ne n Selecteer een item dat u wilt controleren of wijzigen en selecteer Instelli. wijzigen. E-mailadres Invoeren met het toetsenbord weergegeven. Naam ontvanger Invoeren met het toetsenbord weergegeven. Ontvangersnamen worden weergegeven wanneer ze zijn geregistreerd in het Adresboek.
  • Pagina 163 4 . S c an n en Als u Toetsenbord kiest, voert u een e-mailadres in met het weergegeven toetsenbord. Als u Adresboek kiest, selecteert u een e-mailadres in uit het weergegeven adresboek. Raadpleeg “Adresboek" op pagina 4-25 voor meer informatie. Onderwerp U kunt een e-mailonderwerp invoeren.
  • Pagina 164 4. S c a n ne n Wijzigen U kunt de ontvanger bevestigen of wijzigen. Selecteer het e-mailadres dat u wilt bevestigen/wijzigen. Selecteer Instell. wijzigen in het pop-upmenu dat wordt weergegeven. OPMERKING: Als u Annuleren selecteert, wordt het pop- upmenu gesloten. Als u een adres wilt wijzigen, gebruikt u het weergegeven toetsenbord om een nieuwe waarde in te voeren.
  • Pagina 165 4 . S c an n en Voer een e-mailadres in. U kunt kiezen uit Adresboek of Toetsenbord. Als u Toetsenbord kiest, voert u een e-mailadres in met het weergegeven toetsenbord. U kunt slechts op één plaats het adres van een ontvanger opgeven.
  • Pagina 166 4. S c a n ne n Scannen naar mailbox U kunt originelen op het apparaat scannen en de gescande gegevens opslaan in een mailbox op het apparaat. Selecteer Scannen naar mailbox om de functie Scannen naar mailbox te gebruiken. Er moet een mailbox zijn aangemaakt.
  • Pagina 167 4 . S c an n en Documentenlijst Selecteer een mailbox en druk op deze toets om documenten die erin zijn opgeslagen te controleren of te verwijderen. Lichter/donkerder Raadpleeg “Lichter/donkerder (scandensiteit aanpassen)" op pagina 4-28 voor meer informatie. 2-zijdige originelen Raadpleeg “2-zijdige originelen (scant beide zijden van het origineel)"...
  • Pagina 168 4. S c a n ne n Documentnaam Wanneer een mailbox wordt geselecteerd die documenten bevat, wordt het aantal opgeslagen documenten weergegeven. Alles selecteren Geselecteerd wanneer u alle documenten in de mailbox verwijdert of afdrukt. Verwijderen Hiermee verwijdert u de geselecteerde documenten. U kunt documenten ook een andere naam geven.
  • Pagina 169 4 . S c an n en Ga naar Wanneer u met de cijfertoetsen het nummer van een opdrachtsjabloon invoert, verschijnt de opdrachtsjabloon boven aan de lijst. Sjabloonbeschrijving U kunt een beschrijving van de opdrachtsjabloon weergeven. Lichter/donkerder Raadpleeg “Lichter/donkerder (scandensiteit aanpassen)" op pagina 4-28 voor meer informatie.
  • Pagina 170 FTP/SMB-standaardinstellingen in de System Administration Guide. Voor deze keuzemogelijkheid is een optiepakket nodig. Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre. Hieronder staat de basisprocedure voor Scannen naar FTP/SMB. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Scannen naar FTP/SMB.
  • Pagina 171 4 . S c an n en Adresboek U kunt een servernaam, aanmeldnaam, bijvoorbeeld uit het adresboek selecteren. Selecteer op het tabblad Basisfuncties de optie Adresboek. Selecteer een adres en selecteer Details. OPMERKING: Selecteer om het vorige scherm weer te geven en selecteer om het volgende scherm weer te geven.
  • Pagina 172 4. S c a n ne n Een doorstuurbestemming opgeven Voer waarden in voor de velden die betrekking hebben op het geselecteerde protocol en geef een doorstuurbestemming op om op te slaan. Selecteer op het tabblad Basisfuncties de vereiste velden en vul deze in om een doorstuurbestemming op te geven.
  • Pagina 173 4 . S c an n en Aanmeldnaam Voer de aanmeldnaam in voor de computer waarnaar u doorstuurt. Maximaal 32 tekens zijn toegestaan. Wanneer u doorstuurt met SMB, kan dit veld worden overgeslagen als dit voor de ontvanger niet nodig is. Toegangscode Voer de toegangscode voor de aanmeldnaam in.
  • Pagina 174 4. S c a n ne n Basisfuncties Dit scherm wordt weergegeven bij E-mailen, Scannen naar mailbox, Netwerkscannen en Scannen naar FTP/SMB. In het scherm Basisfuncties kunt u basisfuncties configureren. OPMERKING: Wanneer u Scannen naar mailbox selecteert, wordt Bestandsindeling niet weergegeven in het scherm. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie E-mailen, Scannen naar mailbox, Netwerkscannen of Scannen naar FTP/SMB.
  • Pagina 175 4 . S c an n en 2-zijdige originelen (scant beide zijden van het origineel) U kunt automatisch beide zijden van een 2-zijdig origineel scannen. Door het instellen van de inbindstijl kan ook informatie over paginarichting worden opgenomen in de gescande gegevens. Selecteer een item.
  • Pagina 176 4. S c a n ne n Scherm 2-zijdige originelen Selecteer dit wanneer u de richting van een origineel wilt opgeven en beide zijden wilt scannen. Selecteer 1-zijdig of 2-zijdig. Wanneer 2-zijdig is geselecteerd, selecteert u Originelen. Selecteer Origineelrichting. Selecteer Opslaan om de keuzes te behouden. Originelen Dit wordt weergegeven wanneer 2-zijdig is geselecteerd in het scherm Originelen.
  • Pagina 177 4 . S c an n en • Kop naar links Selecteer dit wanneer u de bovenkant van het origineel in de richting van de linkerkant van de glasplaat of DAOD plaatst. Wanneer het origineel naar de linkerkant wijzend wordt geplaatst (tekst horizontaal), moet u Kop naar links selecteren.
  • Pagina 178 4. S c a n ne n Bestandsindeling (selecteer het type gescande gegevens) Selecteer het type gescande gegevens. OPMERKING: Wanneer u Scannen naar mailbox selecteert, wordt Bestandsindeling niet weergegeven in het scherm. Selecteer op het tabblad Basisfuncties de bestandsindeling. Multi-page TIFF Hierbij worden meerdere pagina's opgeslagen als één TIFF- bestand.
  • Pagina 179 4 . S c an n en Afdrukkwaliteit U kunt in het scherm Afdrukkwaliteit onder E-mailen, Scannen naar mailbox, Netwerkscannen of Scannen naar FTP/SMB de beeldeigenschappen configureren. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie E-mailen, Scannen naar mailbox, Netwerkscannen of Scannen naar FTP/SMB.
  • Pagina 180 4. S c a n ne n Auto-belichting (de achtergrondkleur van originelen wissen) Er kunnen scans worden gemaakt waarbij de achtergrondkleur van documenten, zoals kranten of gekleurd papier wordt onderdrukt. Selecteer op het tabblad Afdrukkwaliteit de optie Auto- belichting. Maak een selectie. Selecteer Opslaan om de keuze te behouden.
  • Pagina 181 4 . S c an n en Scanopties U kunt in het scherm Scanopties onder E-mailen, Scannen naar mailbox, Netwerkscannen of Scannen naar FTP/SMB de scanmethode configureren. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie E-mailen, Scannen naar mailbox, Netwerkscannen of Scannen naar FTP/SMB.
  • Pagina 182 4. S c a n ne n 2-zijdige originelen (beide zijden van het origineel scannen) Deze functie is hetzelfde als 2-zijdige originelen op het tabblad Basisfuncties. Raadpleeg “2-zijdige originelen (beide zijden van het origineel scannen)" op pagina 4-36 voor meer informatie. Ingebonden originelen (tegenover elkaar gelegen pagina's op afzonderlijke vellen scannen) Met de functie Ingebonden originelen kunt u tegenover elkaar...
  • Pagina 183 4 . S c an n en Eerst rechts, dan links Scans worden gemaakt van de rechterpagina van tegenover elkaar gelegen pagina's in een document, te beginnen op de rechterpagina. Eerst boven, dan onder Scans worden gemaakt van de bovenste pagina van tegenover elkaar gelegen pagina's in een document, te beginnen op de bovenste pagina.
  • Pagina 184 4. S c a n ne n Scanformaat (een scanformaat opgeven) U kunt het scanformaat aanpassen voor de originelen die u wilt scannen. Geef het scanformaat op wanneer u originelen met een afwijkend formaat scant of wanneer u scans maakt op een ander formaat dan dat van het op dat moment geplaatste origineel.
  • Pagina 185 4 . S c an n en Afwijkend formaat Voer het gewenste scanformaat in wanneer u originelen met een afwijkend formaat scant of wanneer u scans maakt op een ander formaat dan dat van het op dat moment geplaatste origineel. Het formaat kan worden opgegeven in stappen van 1 mm binnen het bereik van 15 tot 432 mm (0,5 tot 17,0 inch) voor de breedte (X) op de glasplaat en binnen het bereik van 15 tot 297 mm (0,5 tot...
  • Pagina 186 4. S c a n ne n Selecteer Gemengde origineelformaten. Selecteer AAN of UIT. Selecteer dit wanneer alle originelen hetzelfde formaat hebben. Wanneer originelen van verschillend formaat worden gescand, detecteert het apparaat automatisch het formaat van elk origineel. Origineelrichting Raadpleeg “Origineelrichting" op pagina 4-30. 4- 4 0 Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 187 4 . S c an n en Randen wissen (randen en kantlijnschaduwen van het origineel wissen) Wanneer u een origineel scant met de klep open of wanneer u een boek scant, verschijnen er soms zwarte schaduwen langs de randen of in het midden van het gescande beeld. Als dit gebeurt, kunt u scans maken waarbij de schaduwen worden gewist.
  • Pagina 188 4. S c a n ne n Variabel wissen U kunt alleen de benodigde hoeveelheid wissen. • Boven en onder Schaduwen aan de boven- en onderkant van het origineel worden gewist. Randen aan de boven- en onderkant worden gewist overeenkomstig de richting waarin het origineel was geplaatst.
  • Pagina 189 4 . S c an n en Verkleinen/vergroten (een scanverhouding opgeven) U kunt de scanverhouding instellen voor de originelen die u wilt scannen. Selecteer op het tabblad Scanopties de optie Verkleinen/ vergroten. Selecteer de gewenste scanverhouding. Selecteer Opslaan om de wijzigingen te behouden. 100% De scan heeft hetzelfde formaat als het origineel.
  • Pagina 190 4. S c a n ne n Afdrukopmaak U kunt in het scherm Afdrukopmaak onder E-mailen, Scannen naar mailbox, Opdrachtsjabloon of Scannen naar FTP/SMB het afdrukformaat configureren. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie E-mailen, Scannen naar mailbox, Netwerkscannen of Scannen naar FTP/SMB.
  • Pagina 191 4 . S c an n en Selecteer Splitsen op pagina. Selecteer Opslaan om de wijzigingen te behouden. Bestandsnaam (een bestandsnaam opgeven om op te slaan) De bestandsnaam die u wilt gebruiken om op te slaan, kan worden opgegeven. Er kunnen maximaal 28 tekens worden ingevoerd.
  • Pagina 192 4. S c a n ne n Documentnaam (een bestandsnaam opgeven om op te slaan) Het bestand dat u wilt opslaan, kan worden opgegeven. Er kunnen maximaal 28 tekens worden ingevoerd. OPMERKING: Documentnaam is de naam van het item dat wordt weergegeven, alleen wanneer u de functie Scannen naar mailbox gebruikt.
  • Pagina 193 4 . S c an n en Bestandsnaamconflict (alleen procedures instellen wanneer een bestandsnaam overlapt) U kunt de procedure instellen wanneer een bestandsnaam overlapt in dezelfde opgegeven mailbox. OPMERKING: Bestandsnaamconflict is de naam van het item dat wordt weergegeven, wanneer de functie Scannen naar FTP/ SMB wordt gebruikt.
  • Pagina 194 4. S c a n ne n Antwoorden aan (het adres voor ontvangers instellen) U kunt alle adressen van ontvangers instellen. Selecteer in het scherm Alle diensten de optie E-mailen. Selecteer het tabblad Afdrukopmaak en vervolgens Antwoorden aan. Wissen Hiermee verwijdert u het adres dat is ingevoerd bij Antwoorden aan.
  • Pagina 195 4 . S c an n en Leesstatus (MDN) In de e-mailfunctie kunt u e-mailverzendresultaten configureren zodat u kunt zien of de ontvanger het bericht heeft gelezen. De ontvanger moet de MDN-functie ondersteunen. OPMERKING: Wanneer meerdere e-mails worden verzonden met behulp van Gesplitst verzenden wordt de leesstatus opgevraagd voor elke e-mail.
  • Pagina 196 4. S c a n ne n 4- 5 0 Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 197 OPMERKING: De functie Mailbox controleren is niet beschikbaar op sommige modellen. Er is een optiepakket noodzakelijk. Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre. In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Procedure Mailbox controleren •...
  • Pagina 198 5. M a i lb o x be h ee r Mailboxprocedure controleren De algemene procedure voor het controleren van een mailbox staat hieronder. Stap 1 Het scherm Mailbox controleren openen Volg de procedure hieronder om het scherm Mailbox controleren te openen.
  • Pagina 199 5. M a i lb o x be h ee r Stap 2 Een type mailbox selecteren Selecteer Kopieer- en afdrukopdrachten of Scan- & and. opdr.. Stap 3 Een mailbox selecteren Toegang tot de geselecteerde mailbox kan beperkt zijn, afhankelijk van de toestemmingsinstellingen. Raadpleeg "Types of Mailbox"...
  • Pagina 200 5. M a i lb o x be h ee r Stap 4 Mailboxdocumenten controleren/selecteren Selecteer een document. Raadpleeg “Documenten voor Kopieer- en afdrukopdrachten controleren" op pagina 5-6 of “Documenten voor Scan- en andere opdrachten controleren/selecteren" op pagina 5-72 voor informatie over het scherm Documentenlijst.
  • Pagina 201 5. M a i lb o x be h ee r Kopieer- en afdrukopdrachten selecteren Toegang tot de geselecteerde mailboxen kan beperkt zijn, afhankelijk van de toestemmingsinstellingen voor gebruikers. Raadpleeg "Types of Mailbox" (Soorten mailboxen) in de System Administration Guide voor meer informatie over mailboxen die beveiligd zijn met toestemmingsinstellingen voor gebruikers of vraag de systeembeheerder om hulp.
  • Pagina 202 5. M a i lb o x be h ee r Documenten voor Kopieer- en afdrukopdrachten controleren U kunt documenten voor Kopieer- en afdrukopdrachten controleren of selecteren. Gekopieerde en afgedrukte documenten worden weergegeven in de documentenlijst. OPMERKING: Documenten die zijn opgeslagen in Scan- en andere opdrachten kunnen niet in dit scherm worden weergegeven.
  • Pagina 203 5. M a i lb o x be h ee r Documenten voor Kopieer- en afdrukopdrachten verwijderen Selecteer een document en selecteer vervolgens Verwijderen. Selecteer Ja. Het document wordt verwijderd. OPMERKING: Als het document is verwijderd, kan het niet worden hersteld. Het verwijderen van het document wordt geannuleerd.
  • Pagina 204 5. M a i lb o x be h ee r Kopieer- en afdrukdocumenten kopiëren/verplaatsen Met deze functie kunt u documenten die in een mailbox zijn opgeslagen, controleren, naam wijzigen, de eerste pagina van elk document afdrukken ter bevestiging en documenten van de ene mailbox naar de andere kopiëren of verplaatsen.
  • Pagina 205 5. M a i lb o x be h ee r Documentnaam wijzigen U kunt documenten een andere naam geven. OPMERKING: U kunt documenten geen andere naam geven als meerdere documenten zijn geselecteerd. Selecteer Documentnaam wijzigen. Voer met het toetsenbord een documentnaam in. Selecteer Opslaan om de gewijzigde bestandsnaam te behouden.
  • Pagina 206 5. M a i lb o x be h ee r Kopiëren Met deze functie kunt u ter controle de eerste pagina van mailboxdocumenten afdrukken. Selecteer Kopiëren. Selecteer een mailbox waar naartoe het document wordt gekopieerd en selecteer Opslaan. OPMERKING: Als er een toegangscode is ingesteld voor de mailbox, verschijnt het invoerscherm voor de toegangscode.
  • Pagina 207 5. M a i lb o x be h ee r Het scherm Kopiëren naar mailbox - Documentenlijst Met deze functie kunt u andere documenten opgeslagen in een mailbox waar naartoe u het document kopieert, controleren of verwijderen. Alles selecteren Selecteert alle documenten die zijn opgeslagen in een mailbox waar naartoe een document is gekopieerd.
  • Pagina 208 5. M a i lb o x be h ee r Verplaatsen Met deze functie kunt u documenten van de ene mailbox naar een andere verplaatsen. BELANGRIJK: Wanneer een document wordt verplaatst naar een mailbox met een gekoppeld opdrachtstroomschema, wordt het document zelf niet aan de opdrachtstroom gekoppeld.
  • Pagina 209 5. M a i lb o x be h ee r Het scherm Verplaatsen naar mailbox - Documentenlijst U kunt andere documenten die in een mailbox zijn opgeslagen waar naartoe een document wordt verplaatst, controleren of verwijderen. Alles selecteren Selecteert alle documenten die zijn opgeslagen in een mailbox waar naartoe een document is verplaatst.
  • Pagina 210 5. M a i lb o x be h ee r Kopieer- en afdrukdocumenten bewerken Met deze functie kunt u mailboxdocumenten bewerken. OPMERKING: Wanneer afdrukdocumenten worden bewerkt en in de mailbox worden weergegeven als Kopieer- en afdrukopdrachten, worden deze afdrukdocumenten opgeslagen als Bewerkt document ( ).
  • Pagina 211 5. M a i lb o x be h ee r Pagina's verwijderen Met deze functie kunt u gespecificeerde pagina's van documenten verwijderen. Na het verwijderen van pagina's worden documenten overschreven en opgeslagen. BELANGRIJK: Als na het verwijderen van pagina's het document niet meer is dan een voorblad zonder afbeeldingen, wordt het document zelf ook verwijderd.
  • Pagina 212 5. M a i lb o x be h ee r Document/scheidingsvellen invoegen Met deze toepassing kunt u een scheidingsvel of ander document opgeslagen in dezelfde mailbox als het hoofddocument toevoegen na een doelpagina van het hoofddocument. Na het invoegen wordt het hoofddocument overschreven en opgeslagen.
  • Pagina 213 5. M a i lb o x be h ee r scherm Mailbox - Scheidingsvellen invoegen U kunt het hoofddocument scheiden en een scheidingsvel invoegen na de doelpagina. Na het invoegen van het scheidingsvel, wordt dit samengevoegd met het hoofddocument. BELANGRIJK: Als na het invoegen van een scheidingsvel, de pagina erna niet overeenkomend is (met andere woorden, tekstpagina en een omslag zonder afbeeldingen;...
  • Pagina 214 5. M a i lb o x be h ee r Het scherm Mailbox - Nw. hoofdstuk + Doc. invoegen Met deze functie kunt u een scheiding aanbrengen in het hoofddocument en een ander document na de doelpagina toevoegen. BELANGRIJK: Als na het invoegen van een document, de pagina erna niet overeenkomend is (met andere woorden, tekstpagina en een omslag zonder afbeeldingen;...
  • Pagina 215 5. M a i lb o x be h ee r scherm Mailbox - Document invoegen Met deze functie kunt u een document invoegen na de doelpagina van het hoofddocument. Als het hoofddocument is geprogrammeerd voor 2-zijdig kopiëren of afdrukken, wordt de instelling 2-zijdig ook toegepast op het ingevoegde document.
  • Pagina 216 5. M a i lb o x be h ee r Kopieer- en afdrukdocumenten samenvoegen/batch-afdrukken Met deze functie kunt u meerdere documenten opgeslagen in een mailbox samenvoegen en als batch afdrukken. OPMERKING: Wanneer afdrukdocumenten worden bewerkt en in de mailbox worden weergegeven als Kopieer- en afdrukopdrachten, worden deze afdrukdocumenten opgeslagen als Bewerkt document ( ).
  • Pagina 217 5. M a i lb o x be h ee r Raadpleeg voor meer informatie: • “Documentgegevens" op pagina 5-21 • “Samenvoegen" op pagina 5-22 • “Samenvoegen en afdrukken" op pagina 5-23 • “Afdrukken" op pagina 5-23 Met de volgende functies kunt u de instellingen van brondocumenten annuleren en de instellingen opnieuw programmeren voor de zojuist samengevoegde documenten.
  • Pagina 218 5. M a i lb o x be h ee r Samenvoegen Met deze functie kunt u geselecteerde documenten samenvoegen. Selecteer Samenvoegen. Selecteer een item. Brondocumenten verwijderen Verwijdert de brondocumenten nadat ze zijn samengevoegd. Brondocumenten behouden Verwijdert de brondocumenten nadat ze zijn samengevoegd. Annuleren Annuleert het samenvoegen van documenten.
  • Pagina 219 5. M a i lb o x be h ee r Samenvoegen en afdrukken Met deze functie kunt u geselecteerde documenten samenvoegen en als batch afdrukken. Selecteer Samenvoegen en afdrukken. Selecteer een item. Brondocumenten verwijderen Verwijdert de brondocumenten nadat ze zijn samengevoegd. Brondocumenten behouden Verwijdert de brondocumenten nadat ze zijn samengevoegd.
  • Pagina 220 5. M a i lb o x be h ee r Selecteer een papierlade voor scheidingsvellen als Blanco scheidingsvellen of Bedrukte scheidingsvellen zijn geselecteerd. Als Blanco scheidingsvel is geselecteerd, voert u het aantal scheidingsvellen in dat u wilt invoegen met behulp van [ ] en [ ] of de cijfertoetsen.
  • Pagina 221 5. M a i lb o x be h ee r Nieten/Perforeren/Als Z vouwen Met deze functie kunt u de instellingen voor nieten/perforeren/Als Z vouwen programmeren voordat u documenten samenvoegt. Selecteer Nieten/Perforeren/Als Z vouwen. Selecteer een item. Nietpositie De nietpositie kan worden ingesteld. Perforeerpositie De perforeerpositie kan worden ingesteld.
  • Pagina 222 5. M a i lb o x be h ee r Scherm Afwerking - Perforeren Met deze functie kunt u de perforeerposities programmeren die niet worden weergegeven in het scherm Nieten/Perforeren/Als Z vouwen. Geen Er worden geen perforaties gemaakt. 2 gaatjes perforeren De posities voor 2 gaatjes perforeren kunnen worden geselecteerd.
  • Pagina 223 5. M a i lb o x be h ee r Omslagen Met deze functie kunt u omslagen toevoegen aan een samengevoegd document. Selecteer Omslagen. Selecteer een item. Vooromslag Vooromslag kan worden toegevoegd aan een samengevoegd document. • Uit: Er wordt geen vooromslag toegevoegd. •...
  • Pagina 224 5. M a i lb o x be h ee r Aantal vooromslagen U kunt het aantal vooromslagen instellen dat wordt ingevoegd binnen het bereik van 1 t/m 99. Zelfs wanneer meerdere sets worden afgedrukt, wordt het aantal vooromslagen dat hier is geprogrammeerd afgedrukt per set.
  • Pagina 225 5. M a i lb o x be h ee r Notities Met deze functie kunt u stempels, datums en paginanummers op documenten afdrukken. U kunt kiezen uit een van de beschikbare typen stempel, datum en paginanummer. OPMERKING: Als u tegelijkertijd een stempel, datum en paginanummer toevoegt, moet u erop letten dat de posities elkaar niet overlappen.
  • Pagina 226 5. M a i lb o x be h ee r Scherm Stempel Met deze functie kunt u stempels als "VERTROUWELIJK", "Kopiëren verboden", "URGENT", "BELANGRIJK", "Circuleren", "Zijde 2 kringloop", "ONTWERP" en "ONGELDIG" afdrukken op documenten. Selecteer Stempel. Selecteer Uit of Aan. Er wordt geen stempel toegevoegd.
  • Pagina 227 5. M a i lb o x be h ee r Scherm Stempel - Positie Met deze functie kunt u de posities instellen waar de stempels worden afgedrukt. Zijde 1 De posities waar de datum wordt afgedrukt kunnen worden geselecteerd. Zijde 2 •...
  • Pagina 228 5. M a i lb o x be h ee r Scherm Datum Met deze functie kunt u een datum afdrukken op documenten. De datums die worden afgedrukt zijn de datum van het drukken van de documenten. Raadpleeg de System Administration Guide, hoofdstuk 9, “Watermark”...
  • Pagina 229 5. M a i lb o x be h ee r Scherm Datum - Positie Met deze functie kunt u de posities instellen waar de datum wordt afgedrukt. Zijde 1 U kunt de posities selecteren waar de datum wordt afgedrukt. Kies uit 6 verschillende opties.
  • Pagina 230 5. M a i lb o x be h ee r Scherm Paginanummer Met deze functie kunt u paginanummers afdrukken op documenten. Selecteer Paginanummer. Selecteer UIT of AAN. Er worden geen paginanummers toegevoegd. Er worden paginanummers toegevoegd. Stijl De stijl van paginanummers kan worden geselecteerd uit 6 opties. •...
  • Pagina 231 5. M a i lb o x be h ee r Totaal aantal pagina's (N) Geeft het scherm Paginanummer - Tot. aantal pagina's (N) weer. Raadpleeg “Scherm Paginanummer - Tot. aantal pagina's (N)" op pagina 5-35 voor meer informatie. Afdrukken op... Geeft het scherm Paginanummer - Afdrukken op weer.
  • Pagina 232 5. M a i lb o x be h ee r Scherm Paginanummer - Afdrukken op Met deze functie kunt u de pagina's opgeven waarop paginanummers worden afgedrukt. Selecteer Afdrukken op..Gebruik [ ] en [ ] of selecteer Nummer invoeren via cijfertoetsen om de beginpagina van een document in te voeren.
  • Pagina 233 5. M a i lb o x be h ee r Watermerk Met deze functie kunt u volgnummers in lichte druk ter controle afdrukken op de achtergrond van documenten. Als u bijvoorbeeld "1" instelt als beginnummer, wordt "1" afgedrukt op alle pagina's van de eerste set kopieën en "2"...
  • Pagina 234 5. M a i lb o x be h ee r OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar wanneer auditronbeheerfuncties worden gebruikt. Datum en tijd U kunt instellen of de datum en tijd al dan niet worden afgedrukt. Als u datum en tijd wilt afdrukken, kruist u het selectievakje aan.
  • Pagina 235 Met deze functie kunt u teksteffecten programmeren. OPMERKING: Met reliëf en Outline (omtrek) wordt op sommige apparaten misschien niet worden weergegeven. Een optioneel pakket is noodzakelijk. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre voor meer informatie. Selecteer een item.
  • Pagina 236 5. M a i lb o x be h ee r Documentnaam Met deze functie kunt u documentnamen instellen nadat documenten zijn samengevoegd. Selecteer Documentnaam. Voer met het weergegeven toetsenbord een documentnaam 5- 4 0 Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 237 5. M a i lb o x be h ee r Documenten voor Kopieer- en afdrukopdrachten afdrukken Met deze functie kunt u de documentinstellingen wijzigen voordat u deze afdrukt. OPMERKING: De afdruksnelheid kan lager zijn voor beeldbewerking, afhankelijk van het item dat moet worden ingesteld.
  • Pagina 238 5. M a i lb o x be h ee r Zie de volgende gedeelten voor informatie over het initialiseren van gegevens. • Documentgegevens - pagina 5-43 • Proefafdruk - pagina 5-43 • Opslaan - pagina 5-44 • Opslaan en afdrukken - pagina 5-44 •...
  • Pagina 239 5. M a i lb o x be h ee r Documentgegevens Met deze functie kunt u de geselecteerde documenten controleren. U kunt ze opnieuw opslaan of afdrukken in het weergegeven scherm. Selecteer Documentgegevens. Maak een selectie uit de gepresenteerde items. OPMERKING: Wanneer u meerdere documenten selecteert, worden deze in de vorm van een lijst weergegeven.
  • Pagina 240 5. M a i lb o x be h ee r Opslaan Wanneer documentinstellingen zijn gewijzigd, worden de instellingen vernieuwd. OPMERKING: Als het aantal documenten dat is opgeslagen op de lokale schijf het maximum heeft bereikt, kunt u het document niet meer opslaan.
  • Pagina 241 5. M a i lb o x be h ee r Papierinvoer Met deze functie kunt u een papierlade selecteren waarin papier van het vereiste formaat is geplaatst voor kopiëren. Selecteer in het venster Alle diensten de optie Mailbox controleren en vervolgens Kopieer- en afdrukopdrachten. Selecteer de mailbox die u wilt openen en selecteer vervolgens Instell.
  • Pagina 242 5. M a i lb o x be h ee r Afwerking Met deze functie kunt u aangeven hoe documentkopieën moeten worden afgeleverd. Wanneer Nieten is opgegeven, kan elke set worden geniet en vervolgens afgeleverd. Selecteer in het venster Alle diensten de optie Mailbox controleren en vervolgens Kopieer- en afdrukopdrachten.
  • Pagina 243 Documentinstellingen. Beschikbare papierformaten voor als Z vouwen zijn B4, A3, 11 X 17 inch en 8K. OPMERKING: Voor deze keuzemogelijkheid is een optiepakket nodig. Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre. Scherm Afwerking - Nieten U kunt een andere nietpositie selecteren die niet wordt weergegeven in het scherm Afwerking.
  • Pagina 244 OPMERKING: Er kunnen drie perforatieposities worden geconfigureerd overeenkomstig een optionele functie. In dit geval kunnen 2 en 4 posities voor perforeren niet worden geselecteerd. Neem contact op het met Xerox Welcome Centre voor meer informatie. Documentinstellingen Hierbij worden dezelfde instellingen gebruikt als toen het document werd opgeslagen.
  • Pagina 245 5. M a i lb o x be h ee r Omslagen Met deze toepassing kunt u papieren omslagen toevoegen tijdens het kopiëren. OPMERKING: Omslagen worden mogelijk niet correct toegevoegd, afhankelijk van de (tekst) papiersoort. Selecteer in het venster Alle diensten de optie Mailbox controleren en vervolgens Kopieer- en afdrukopdrachten.
  • Pagina 246 5. M a i lb o x be h ee r Achteromslag U kunt de laatste pagina van het document als achteromslag programmeren. • Geen omslag Er wordt geen omslag toegevoegd. • Er wordt een omslag toegevoegd. Aantal vooromslagen Het scherm Aantal vooromslagen verschijnt. Aantal achteromslagen Het scherm Aantal achteromslagen verschijnt.
  • Pagina 247 U kunt kopieën maken die in tweeën of in drieën zijn gevouwen. OPMERKING: Voor deze keuzemogelijkheid is een optiepakket nodig. Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre. Afhankelijk van de papierlade en de richting van het document, worden de afdrukken mogelijk niet goed gevouwen.
  • Pagina 248 5. M a i lb o x be h ee r Binnenzijde bedrukken. Kopieën worden zodanig gevouwen dat het afgedrukte beeld aan de binnenzijde zit. Buitenzijde bedrukken Kopieën worden zodanig gevouwen dat het afgedrukte beeld aan de buitenzijde zit. 2-zijdig afdrukken Met deze functie kunt u 2-zijdige kopieën maken van 1- of 2- zijdige originelen.
  • Pagina 249 5. M a i lb o x be h ee r Beeldverschuiving aanpassen Met deze functie kunt u een witte rand instellen aan de boven-, onder-, linker- of rechterkant van de kopie. Wanneer u 2-zijdige kopieën maakt, kunt u de verschuivingsposities voor zijde 1 respectievelijk zijde 2 instellen.
  • Pagina 250 5. M a i lb o x be h ee r Zijde 2 Hiermee wordt het scherm Beeldverschuiving - Zijde 2 weergegeven. Raadpleeg “Scherm Beeldverschuiving - Zijde 1/Zijde 2" op pagina 5-54 voor meer informatie. Spiegelen Wanneer u zijde 2 kopieert met dezelfde instelling als zijde 1, selecteert u Spiegelen.
  • Pagina 251 5. M a i lb o x be h ee r Katern maken Met het apparaat kunnen pagina's opgemaakt worden gekopieerd, zodat wanneer vellen met meerdere pagina's op elkaar worden gelegd en in het midden worden gevouwen (bindrug), er een katern wordt gemaakt in de paginavolgorde.
  • Pagina 252 5. M a i lb o x be h ee r Instellingen papierlade Het scherm Katern maken - Papierlade-instellingen verschijnt. Selecteer bij Lade voor tekstpagina's en Lade voor omslagen de lade die u wilt gebruiken. De lade voor tekstpagina's en die voor omslagen moeten hetzelfde formaat hebben en horizontaal zijn ingesteld.
  • Pagina 253 5. M a i lb o x be h ee r Scherm Katern maken - Aantal omslagen U kunt het aantal omslagvellen opgeven dat moet worden gebruikt voor het vooromslag, in het bereik van 1 t/m 99, voor invoeging. Het vooromslag wordt net als de hoofdtekst afgedrukt, zelfs als er meerdere aantallen kopieën worden gemaakt.
  • Pagina 254 5. M a i lb o x be h ee r Documentinstellingen Hierbij worden dezelfde instellingen gebruikt als toen het document werd opgeslagen. Instellingen wijzigen Hierbij worden andere instellingen gebruikt dan die welke zijn ingesteld toen het document werd opgeslagen. Stempel Het scherm Stempel verschijnt.
  • Pagina 255 5. M a i lb o x be h ee r Afdrukken op Het scherm Datum - Afdrukken op verschijnt. U kunt kiezen uit het afdrukken van stempels op Alleen eerste pag. of Alle pagina's. Positie Het scherm Stempel - Positie verschijnt. Grootte Het scherm Stempel - Grootte verschijnt.
  • Pagina 256 5. M a i lb o x be h ee r Scherm Notities - Datum U kunt kopieën maken met een datum toegevoegd. De afgedrukte datum bestaat uit de datum en de tijd waarop de kopie is gemaakt. Raadpleeg "Date Format" (Datumnotatie) in de System Administration Guide voor informatie over het weergeven van de datum.
  • Pagina 257 5. M a i lb o x be h ee r Scherm Datum - Positie U kunt een positie instellen om een datum af te drukken. Selecteer een item. Selecteer Opslaan om de keuzes te behouden. Zijde 1 U kunt kiezen uit zes posities voor het afdrukken van de datum. Zijde 2 •...
  • Pagina 258 5. M a i lb o x be h ee r Scherm Notities - Paginanummer U kunt een paginanummer aan kopieën toevoegen. Selecteer in het venster Instell. wijzigen/afdrukken eerst Notities en vervolgens Instellingen wijzigen. Selecteer Paginanummer. Selecteer UIT of AAN. Selecteer Opslaan om de keuzes te behouden.
  • Pagina 259 5. M a i lb o x be h ee r • -1/N-,-2/N-,... Het totale aantal pagina's wordt toegevoegd rechts naast het paginanummer. Er worden streepjes toegevoegd voor en na de nummers. (Voorbeeld: -1/50-, -2/50-) Wanneer u -1/N,2/N,... selecteert, is de waarde die is opgegeven in het scherm Notities - Paginanummer - Tot.
  • Pagina 260 5. M a i lb o x be h ee r Scherm Paginanummer - Tot. aantal pagina's (N) U kunt het totale aantal pagina's instellen. Selecteer Van document of Nummer invoeren. Als u Nummer invoeren heeft geselecteerd, gebruik dan of de cijfertoetsen om het aantal vellen op te geven. Van document Het aantal pagina's van het document wordt automatisch geteld als het totale aantal pagina's.
  • Pagina 261 5. M a i lb o x be h ee r Alle pagina's Er wordt een paginanummer toegevoegd aan alle pagina's. Invoeren beginpaginanummer U kunt de begin- en eindpagina opgeven voor het toevoegen van paginanummers, binnen het bereik van 1 tot 9999. De eindpagina wordt de laatste pagina.
  • Pagina 262 5. M a i lb o x be h ee r Watermerk U kunt licht ter controle een volgnummer afdrukken op de achtergrond van elke set kopieën. Als u bijvoorbeeld "1" instelt als beginnummer, wordt "1" afgedrukt op alle pagina's van de eerste set kopieën en "2" op alle pagina's van de tweede set.
  • Pagina 263 5. M a i lb o x be h ee r Beginnummer Het scherm Watermerk - Beginnummer verschijnt. Tekst Het scherm Watermerk - Tekst verschijnt. Gebruikersaccountnummer Het nummer van de gebruikersaccount wordt afgedrukt. Kruis het selectievakje aan wanneer u het gebruikersaccountnummer afdrukt.
  • Pagina 264 5. M a i lb o x be h ee r Scherm Watermerk - Beginnummer U kunt een controlenummer instellen binnen het bereik van 1 tot 9999. Gebruik of de cijfertoetsen om het beginnummer in te voeren. Selecteer Opslaan om het nummer in te stellen. Scherm Watermerk - Tekst U kunt kiezen uit drie tekentypes voor het watermerk: Kopiëren verboden, Kopiëren en Dupliceren.
  • Pagina 265 5. M a i lb o x be h ee r Scherm Watermerk - Teksteffect U kunt het teksteffect instellen. Selecteer een item. Druk de opgegeven tekst af zoals deze is. Met reliëf De tekst op de achtergrond wordt zodanig afgedrukt dat het lijkt alsof deze in reliëf staat.
  • Pagina 266 5. M a i lb o x be h ee r Afdrukrichting U kunt kiezen of afdrukken met de beeldzijde naar boven of naar beneden moeten worden afgeleverd. Selecteer Afdrukrichting. Selecteer een item. Selecteer Opslaan om de keuze te behouden. Documentinstellingen Hierbij worden dezelfde instellingen gebruikt als toen het document werd opgeslagen.
  • Pagina 267 5. M a i lb o x be h ee r Een mailbox voor Scan- en andere opdrachten selecteren Toegang tot de geselecteerde mailboxen kan beperkt zijn, afhankelijk van de toestemmingsinstellingen voor gebruikers. Raadpleeg "Types of Mailbox" (Soorten mailboxen) in de System Administration Guide voor meer informatie over mailboxen die beveiligd zijn met toestemmingsinstellingen voor gebruikers of vraag de systeembeheerder om hulp.
  • Pagina 268 5. M a i lb o x be h ee r Documenten voor Scan- en andere opdrachten controleren/selecteren U kunt documenten voor Scan- en andere opdrachten controleren of selecteren. Gescande documenten worden weergegeven in de documentenlijst. OPMERKING: Documenten die zijn opgeslagen in Kopieer- en afdrukopdrachten kunnen niet in dit scherm worden weergegeven.
  • Pagina 269 5. M a i lb o x be h ee r Er kunnen maximaal 100 documenten afzonderlijk worden geselecteerd. U kunt ook alle documenten selecteren. Wanneer u afzonderlijke documenten selecteert, verschijnt een nummer links naast het documentpictogram om aan te geven in welke volgorde deze waren geselecteerd.
  • Pagina 270 5. M a i lb o x be h ee r Documenten voor Scan- en andere opdrachten controleren Met deze functie kunt u een document controleren of de naam van een document in een mailbox wijzigen. Zie “Documentnaam wijzigen" op pagina 5-9 voor informatie over het initialiseren van gegevens.
  • Pagina 271 5. M a i lb o x be h ee r Documentnaam wijzigen U kunt documenten een andere naam geven. OPMERKING: U kunt documenten geen andere naam geven als meerdere documenten zijn geselecteerd Selecteer Documentnaam wijzigen. Voer met het toetsenbord een documentnaam in. Selecteer Opslaan en vervolgens Sluiten om de gewijzigde naam te behouden.
  • Pagina 272 5. M a i lb o x be h ee r Opdrachtstroom configureren/starten Bewerkingen die worden ondersteund in Opdrachtstroom configureren/starten en de verwijzingen worden hieronder beschreven. Een opdrachtstroom maken Opdrachtstroom is een functie voor het uitvoeren van een reeks geregistreerde acties. Een opdrachtstroom werkt op documenten die zijn opgeslagen in een mailbox en wordt op de volgende manieren gestart: Start een opdrachtstroom handmatig of automatisch wanneer...
  • Pagina 273 5. M a i lb o x be h ee r Druk op de knop Alle diensten. Knop Alle diensten Selecteer in het scherm Alle diensten de optie Mailbox controleren. Selecteer Scan- & and. opdr.. Selecteer een mailbox en selecteer Documentenlijst. X er o x 4 110 /4 5 90 H a nd l ei d i ng v o o r d e g eb r u ik e r 5 - 77...
  • Pagina 274 5. M a i lb o x be h ee r Selecteer Instellingen opdrachtstroom. OPMERKING: Als u een opdrachtstroom van toepassing wilt laten zijn op een document, selecteert u het doeldocument voordat u op deze toets drukt. Selecteer om het vorige scherm weer te geven en selecteer om het volgende scherm weer te geven.
  • Pagina 275 5. M a i lb o x be h ee r Start Selecteer documenten uit de mailbox en druk op deze toets om de opdrachtstromen die aan deze mailbox zijn gekoppeld te starten. BELANGRIJK: Druk altijd het opdrachtenhistorieoverzicht af om de resultaten te controleren nadat u een opdrachtstroom heeft uitgevoerd.
  • Pagina 276 5. M a i lb o x be h ee r OPMERKING: Selecteer om het vorige scherm weer te geven en selecteer om het volgende scherm weer te geven. Selecteer om het eerste scherm weer te geven en selecteer om het laatste scherm weer te geven. U kunt documenten in oplopende of aflopende volgorde sorteren door op Naam of Bijgewerkt op te drukken.
  • Pagina 277 5. M a i lb o x be h ee r Scherm Opdrachtstroomschema selecteren Voor een geselecteerd document kunt u een opdrachtstroom opgeven en deze starten Selecteer de opdrachtstroom en druk op de toets Start. OPMERKING: Selecteer om het vorige scherm weer te geven en selecteer om het volgende scherm weer te geven.
  • Pagina 278 5. M a i lb o x be h ee r Bewerken/verwijderen Het scherm Bewerken/verwijderen wordt weergegeven. Raadpleeg "Content Check" (Inhoud controleren) in de System Administration Guide voor meer informatie of vraag de systeembeheerder om meer informatie. Bestemming bewerken Het scherm Bewerken wordt weergegeven. U kunt CentreWare EasyOperator gebruiken om geregistreerde opdrachtstromen op een netwerkcomputer te selecteren.
  • Pagina 279 Opdrachtstroom Opdrachtstroom is een functie voor het uitvoeren van een reeks geregistreerde acties. In dit gedeelte worden scanwerkzaamheden beschreven waarbij gebruik wordt gemaakt van een opdrachtstroom die is gemaakt op een netwerkcomputer en is geregistreerd op het apparaat. Het scherm Opdrachtstroomschema's wordt ook uitgelegd. In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: •...
  • Pagina 280 6. O pd r a ch ts t r o om Procedure Opdrachtstroom De stappen van de procedure Opdrachtstroom en de verwijzingen ervan worden hierna besproken. Stap 1 Het scherm Opdrachtstroomschema's openen Volg de procedure hieronder om het scherm Opdrachtstroom te openen.
  • Pagina 281 6. O p dr a c h ts t r oo m Stap 2 Een opdrachtstroom selecteren Selecteer een opdrachtstroom uit de weergegeven lijst. Meer informatie over het scherm Opdrachtstroomschema's kunt u vinden in “Lijst Opdrachtstroom" op pagina 6-4. Stap 3 Een opdrachtstroom bevestigen/wijzigen Als u de inhoud van een opdrachtstroom wilt bevestigen, selecteert u Details.
  • Pagina 282 6. O pd r a ch ts t r o om Stap 4 Een opdrachtstroom starten Plaats de originelen. Druk op de knop Start. BELANGRIJK: Druk altijd het opdrachtenhistorieoverzicht af om de resultaten te controleren nadat u een opdrachtstroom heeft uitgevoerd.
  • Pagina 283 6. O p dr a c h ts t r oo m Niet-systeembeheerder - alle opdrachtstroomschema's worden weergegeven, maar zonder de schema's die beschikbaar zijn voor de systeembeheerder. Opdrachtstroom bevestigen/wijzigen U kunt een opdrachtstroom bevestigen en de parameters ervan tijdelijk wijzigen. U kunt echter alleen velden bewerken waarvan bij het maken van de opdrachtstroom is aangegeven dat ze gewijzigd mogen worden.
  • Pagina 284 6. O pd r a ch ts t r o om Selecteer de groep die u wilt wijzigen in de Groep items en selecteer Instellingen wijzigen. OPMERKING: Gegevens in de opdrachtstroom worden weergegeven in de Groep items. Selecteer de items die u wilt wijzigen en selecteer Instellingen wijzigen.
  • Pagina 285 Opgeslagen programmering In dit hoofdstuk worden de functies van Opgeslagen programmering van het apparaat beschreven. In dit hoofdstuk worden de volgende functies behandeld: • Overzicht Opgeslagen programmering • Opgeslagen programmeringen registreren/verwijderen/ hernoemen • Opgeslagen programma oproepen X er o x 4 110 /4 5 90 H a nd l ei d i ng v o o r d e g eb r u ik e r 7- 1...
  • Pagina 286 7. O pg es l a g en p r o gr a m me r i n g Overzicht Opgeslagen programmering Vaakgebruikte functies kunnen worden geregistreerd als Opgeslagen programmering en met één druk op een knop worden opgeroepen. U kunt ook een scherm registreren zodat dit via een snelkoppelingstoets kan worden geopend.
  • Pagina 287 7 . O p ge s l ag e n pr o g r am m er i n g Selecteer Menu Instellingen. Selecteer Opgeslagen programmering. Opgeslagen programma registreren In een opgeslagen programma kunnen maximaal 100 functies worden vastgelegd. Daarnaast kunnen maximaal 58 acties worden vastgelegd met een opgeslagen programma.
  • Pagina 288 7. O pg es l a g en p r o gr a m me r i n g OPMERKING: U kunt geen systeeminstellingen registreren. Als de toets Onderbroken wordt ingedrukt, als de automatische-resetfunctie een time-out veroorzaakt, of als een pop-upvenster (bijvoorbeeld papierstoring) verschijnt, wordt het vastleggen van het opgeslagen programma geannuleerd.
  • Pagina 289 7 . O p ge s l ag e n pr o g r am m er i n g Opgeslagen programma registreren (opbouwopdracht) In een opgeslagen programma voor opbouwopdracht kunnen maximaal 40 functies worden vastgelegd. Daarnaast kunnen maximaal 100 acties worden vastgelegd met een opgeslagen programma.
  • Pagina 290 7. O pg es l a g en p r o gr a m me r i n g Stel de functie in die u wilt registreren. OPMERKING: Er klinkt een toon tijdens het registreren in het opdrachtgeheugen. Druk op de knop Start of de knop Alles wissen. De stappen worden opgeslagen.
  • Pagina 291 7 . O p ge s l ag e n pr o g r am m er i n g Selecteer Ja. De stappen worden verwijderd. Selecteer Sluiten. Hiermee wordt het opgeslagen programma verwijderd. OPMERKING: Verwijderde opgeslagen programma's kunnen niet worden hersteld.
  • Pagina 292 7. O pg es l a g en p r o gr a m me r i n g Selecteer het nummer van het opgeslagen programma om de naam toe te voegen of te wijzigen. OPMERKING: Selecteer om het vorige scherm weer te geven en selecteer om het volgende scherm weer te geven.
  • Pagina 293 7 . O p ge s l ag e n pr o g r am m er i n g Opgeslagen programma oproepen Hieronder wordt de procedure beschreven voor het oproepen van een opgeslagen programma. Wanneer u een opgegeven opgeslagen programma oproept, verschijnt het laatste scherm dat werd getoond tijdens het registreren van het opgeslagen programma.
  • Pagina 294 7. O pg es l a g en p r o gr a m me r i n g Selecteer het nummer van het opgeslagen programma dat de functies bevat die u wilt oproepen. OPMERKING: U kunt alleen geregistreerde nummers selecteren. Selecteer om het vorige scherm weer te geven en selecteer...
  • Pagina 295 Papier en ander afdrukmateriaal In dit hoofdstuk wordt beschreven welke papiersoorten in het apparaat kunnen worden gebruikt, welke voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen bij het behandelen van het papier en hoe u het papier in de laden plaatst. De volgende onderwerpen worden in dit hoofdstuk behandeld: •...
  • Pagina 296 Om het apparaat zo optimaal en effectief mogelijk te gebruiken, kunt u het beste alleen papier dat door Xerox wordt aanbevolen gebruiken. Indien u papier wilt gebruiken dat niet door Xerox wordt aanbevolen, dient u contact op te nemen met het Xerox Welcome Centre.
  • Pagina 297 8 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Capaciteit Papierlade Papierformaat Gewicht Papiersoort (vellen) Lade 1 1,100 • Gewoon • Kringlooppapier • Lichtgewicht (52-63 g/m2) •...
  • Pagina 298 8. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l OPMERKING: g/m is een maateenheid van papiergewicht uitgedrukt in gram per vierkante meter. Riemgewicht is het gewicht van een riem papier van 788 ×...
  • Pagina 299 8 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Papier plaatsen Hieronder wordt beschreven hoe u papier in laden 1 t/m 4, lade 5 (handmatige invoer) en laden 6, 7 en de interposer plaatst. Info over papiersoorten die in laden zijn geplaatst Het apparaat stelt automatisch het formaat en de richting vast van het papier dat in de laden is geplaatst.
  • Pagina 300 8. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Papier plaatsen in laden 1 en 2 Hieronder wordt de procedure beschreven voor het plaatsen van papier inladen 1 en 2. Wanneer het papier op raakt tijdens het kopiëren of afdrukken, verschijnt er een bericht op het scherm van het bedieningspaneel.
  • Pagina 301 8 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Papier plaatsen in laden 3 en 4 Hieronder wordt de procedure beschreven voor het plaatsen van papier inladen 3 en 4. Raadpleeg “Het formaat van het papier in de laden wijzigen"...
  • Pagina 302 8. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Papier plaatsen in lade 5 (handmatige invoer) Bij het afdrukken of kopiëren op papier dat niet geschikt is voor plaatsen in laden 1 t/m 4 of de optionele laden 6 en 7, gebruikt u lade 5 (handmatige invoer).
  • Pagina 303 8 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Plaats papier met de te kopiëren of te bedrukken zijde naar boven en voer het papier via de papiergeleider aan de voorkant van het apparaat in totdat het niet verder gaat.
  • Pagina 304 8. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Papier plaatsen in laden 6 en 7 Hieronder wordt de procedure beschreven voor het plaatsen van papier in de optionele laden 6 en 7. Trek de lade net zo ver uit tot deze stopt.
  • Pagina 305 8 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Papier in lade 8 (invoegmodule na processor) plaatsen Hieronder wordt de procedure beschreven voor het plaatsen van papier in de interposer.
  • Pagina 306 8. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Tabbladen plaatsen Hieronder wordt de procedure beschreven voor het plaatsen van tabbladen inladen 3 en 4, lade 5 (handmatige invoer) en de interposer. Tabbladen plaatsen in laden 3 en 4 Trek de lade net zo ver uit tot deze stopt.
  • Pagina 307 8 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Tabbladen plaatsen in lade 5 (handmatige invoer) Open lade 5 (handmatige invoer). OPMERKING: Trek desgewenst het verlengstuk uit. Het verlengstuk kan in twee stadia worden uitgetrokken.
  • Pagina 308 8. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Papier in lade 8 (invoegmodule na processor) plaatsen Houd de papiergeleiders in het midden vast en verschuif ze voor het gewenste papierformaat.
  • Pagina 309 In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het formaat van het papier dat u in de papierladen plaatst, kunt wijzigen. OPMERKING: Neem contact op met het Xerox Welcome Centre voor informatie over het wijzigen van het papierformaat voor laden 1 en 2.
  • Pagina 310 8. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Verwijder alle papier uit de lade. Verschuif de papiergeleider terwijl u de klem (2 papiergeleiders) ingedrukt houdt om deze in te stellen op het formaat van uw papier.
  • Pagina 311 Hieronder wordt beschreven hoe u het papierformaat in laden 6 en 7 wijzigt. OPMERKING: Indien u het papierformaat wilt wijzigen naar een afwijkend formaat in lade 6 of 7, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. Zodoende zal het apparaat niet teruggaan naar de oorspronkelijke instelling.
  • Pagina 312 8. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Plaats het papier tegen de rechterkant van de lade met de te kopiëren of te bedrukken zijde naar boven gericht. BELANGRIJK: Maak de papierstapel niet hoger dan de maximum vullijn.
  • Pagina 313 8 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Druk op de knop Aanmelden/Afmelden Knop Aanmelden/ Afmelden Voer de gebruikers-ID in met de aantaltoetsen en selecteer Bevestigen.
  • Pagina 314 8. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Selecteer Systeeminstellingen. Selecteer Gemeenschappelijke instellingen. Selecteer Instellingen papierlade. 8- 2 0 Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 315 8 . P ap i e r e n an d er a fd r uk m a te r i aa l Selecteer Kenmerken papierlade. Selecteer de papierlade waarvan de papiersoortinstelling moet worden gewijzigd bij Items en selecteer Instellingen wijzigen.
  • Pagina 316 8. P a p ie r en a n de r a f dr u k m at er ia a l Selecteer de papiersoort die u wilt wijzigen en vervolgens Opslaan. Controleer of bij Huidige instellingen van de Items die u hebt gewijzigd, de nieuwe ingevoerde waarde wordt weergegeven en selecteer Sluiten.
  • Pagina 317 Opdrachtstatus In dit hoofdstuk worden de opdrachtstatustoepassingen beschreven. Toepassingen die in dit hoofdstuk worden behandeld zijn: • Overzicht van opdrachtstatus • Opdrachten in uitvoering/wachtrij controleren • Voltooide opdrachten controleren • Opgeslagen documenten afdrukken en verwijderen • Afdrukopdrachten in wachtrij met voorrang afdrukken X er o x 4 110 /4 5 90 H a nd l ei d i ng v o o r d e g eb r u ik e r 9- 1...
  • Pagina 318 9. O pd r a ch ts tat u s Overzicht van opdrachtstatus Met behulp van de toepassing Opdrachtstatus kunt u opdrachten in uitvoering, in de wachtrij en voltooide opdrachten controleren. U kunt het afdrukken ook annuleren of afdrukopdrachten in de wachtrij afdrukken Druk op de toets Opdrachtstatus.
  • Pagina 319 9 . O pd r a c hts tat u s Opdrachten in uitvoering/wachtrij controleren In dit gedeelte wordt beschreven hoe u opdrachten in uitvoering of in de wachtrij kunt controleren. In het statusscherm kunt u opdrachten annuleren of opdrachten uitvoeren in de volgorde die u bepaalt.
  • Pagina 320 9. O pd r a ch ts tat u s Opdracht voorrang geven Geeft voorrang aan een opdracht om te worden uitgevoerd na de huidige opdracht in uitvoering. Een -symbool verschijnt bij de Status van een opdracht ingesteld voor Opdracht voorrang geven. Voltooide opdrachten controleren In dit gedeelte wordt beschreven hoe u voltooide opdrachten controleert.
  • Pagina 321 Beveiligde afdruk, Proefafdruk of met verificatie-afdrukontvangstcontrole kunt afdrukken of verwijderen. OPMERKING: Een optionele uitbreiding wordt vereist voor deze selectie. Voor meer informatie neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. U kunt opgeslagen documenten afdrukken en verwijderen vanuit het volgende scherm Opdrachtstatus.
  • Pagina 322 9. O pd r a ch ts tat u s Beveiligde afdruk In dit gedeelte wordt beschreven hoe u documenten opgeslagen met de toepassing Beveiligde afdruk kunt afdrukken en verwijderen. Raadpleeg de online help van de printerdriver voor meer informatie over beveiligd afdrukken. Selecteer Beveiligde afdruk op het tabblad Opgeslagen documenten.
  • Pagina 323 9 . O pd r a c hts tat u s Selecteer het document dat u wilt afdrukken of verwijderen. OPMERKING: Kies Alles selecteren om alle documenten te selecteren. Druk nogmaals op deze toets om de selectie van alle documenten op te heffen. Selecteer Afdrukken of Verwijderen.
  • Pagina 324 9. O pd r a ch ts tat u s Wanneer u Afdrukken selecteert Het beveiligde afdrukdocument wordt afgedrukt. Geef desgewenst het aantal exemplaren op met de aantaltoetsen. Selecteer wat u met het document wilt doen na het afdrukken. Afdrukken en verwijderen Het document wordt afgedrukt.
  • Pagina 325 9 . O pd r a c hts tat u s Proefafdruk In dit gedeelte wordt beschreven hoe u documenten opgeslagen met de toepassing Proefafdruk kunt afdrukken en verwijderen. Tijdens het afdrukken van meerdere exemplaren vanaf een client, betekent het specificeren van een proefafdruk dat de opdracht wordt beëindigd na het afdrukken van slechts één exemplaar.
  • Pagina 326 9. O pd r a ch ts tat u s Selecteer het document dat u wilt afdrukken of verwijderen. OPMERKING: Kies Alles selecteren om alle documenten te selecteren. Druk nogmaals op deze toets om de selectie van alle documenten op te heffen. Wanneer u Verwijderen selecteert...
  • Pagina 327 9 . O pd r a c hts tat u s Wanneer u Afdrukken selecteert De proefafdruk van het document wordt afgedrukt. Nadat de overige exemplaren zijn afgedrukt, wordt het opgeslagen proefafdrukdocument verwijderd. Geef desgewenst het aantal exemplaren op met de aantaltoetsen.
  • Pagina 328 9. O pd r a ch ts tat u s Uitgestelde afdruk In dit gedeelte wordt beschreven hoe u documenten opgeslagen met de toepassing Uitgestelde afdruk kunt afdrukken en verwijderen. Raadpleeg de online help van de printerdriver voor meer informatie over uitgesteld afdrukken. Selecteer Uitgestelde afdruk.
  • Pagina 329 9 . O pd r a c hts tat u s Wanneer u Verwijderen selecteert Hiermee wordt het document opgeslagen met de toepassing Uitgestelde afdruk verwijderd. Selecteer Verwijderen. Selecteer Ja. Het document wordt verwijderd. BELANGRIJK: Als het document is verwijderd, kan het niet worden hersteld.
  • Pagina 330 9. O pd r a ch ts tat u s Wanneer u Afdrukken selecteert Hiermee wordt het document opgeslagen met de toepassing Uitgestelde afdruk afgedrukt. Na het afdrukken wordt het document verwijderd. Als het document handmatig is afgedrukt, wordt het niet opnieuw afgedrukt op het geplande tijdstip. Selecteer Afdrukken.
  • Pagina 331 9 . O pd r a c hts tat u s Kostenafdruk Wanneer verificatiefuncties zijn ingeschakeld, worden afdrukopdrachten die niet konden worden geverifieerd (verkeerde verificatiegegevens, zoals gebruikers-ID of toegangscode op de printerdrivers), verwerkt aan de hand van de instellingen in Instellingen kostenafdruk.
  • Pagina 332 9. O pd r a ch ts tat u s Voer de toegangscode in en selecteer Bevestigen. OPMERKING: Als er geen toegangscode is ingesteld, zal het scherm Toegangscode niet verschijnen. Selecteer het document dat u wilt afdrukken of verwijderen. Selecteer Verwijderen of Afdrukken. 9- 1 6 Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 333 9 . O pd r a c hts tat u s Wanneer u Verwijderen selecteert Hiermee wordt het document dat is opgeslagen met verficatie- afdrukken verwijderd. Selecteer Verwijderen. Kies Ja of Nee. Het document wordt verwijderd. BELANGRIJK: Als het document is verwijderd, kan het niet worden hersteld.
  • Pagina 334 9. O pd r a ch ts tat u s Wanneer u Afdrukken selecteert Hiermee wordt het document dat is opgeslagen met kostenafdruk afgedrukt. Geef desgewenst het aantal exemplaren op met de aantaltoetsen. Selecteer Afdrukken. Selecteer wat u met het document wilt doen na het afdrukken. Afdrukken en verwijderen Het document wordt afgedrukt.
  • Pagina 335 9 . O pd r a c hts tat u s Opdrachten in wachtrij afdrukken U kunt afdrukopdrachten in de wachtrij afdrukken. OPMERKING: Als er geen afdrukopdrachten in de wachtrij staan, kunt u de optie voor Opdrachten in wachtrij afdrukken niet selecteren.
  • Pagina 336 9. O pd r a ch ts tat u s 9- 2 0 Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 337 10. Apparaatstatus In dit hoofdstuk worden de toepassingen voor het controleren van de status van het apparaat beschreven. De volgende onderwerpen worden behandeld: • Overzicht van apparaatstatus • Apparaatstatus • Kostenteller/afdrukoverzicht • Verbruiksartikelen • Storingen X er o x 4 110 /4 5 90 H a nd l ei d i ng v o o r d e g eb r u ik e r 10 - 1...
  • Pagina 338 10 . A p pa r aa ts tat us Overzicht van apparaatstatus Op het scherm kunt u de apparaatstatus en het aantal afgedrukte pagina's controleren. Tevens kunt u een rapport/overzicht afdrukken of de opdrachthistorie en instellingen/vastgelegde waarden controleren. Druk op de toets Apparaatstatus. Toets Apparaat- status...
  • Pagina 339 1 0 . A p pa r a ats tat u s Apparaatstatus In het scherm Apparaatstatus kunt u de configuratie van het apparaat controleren, de status van de papierladen en de afdrukmode instellen. Druk op de toets Apparaatstatus. Selecteer een optie in het venster Apparaatstatus. Apparaatinformatie In Apparaatinformatie kunt u het serienummer, de apparaatconfiguratie en de softwareversie controleren.
  • Pagina 340 10 . A p pa r aa ts tat us Apparaatconfiguratie Het scherm Apparaatconfiguratie wordt weergegeven. Softwareversie Het scherm Softwareversie wordt weergegeven. Scherm Apparaatconfiguratie U kunt de configuratie van het apparaat controleren. In het scherm Apparaatstatus selecteert u Apparaatinformatie. OPMERKING: Selecteer om het vorige scherm weer te geven om het volgende scherm weer te geven.
  • Pagina 341 1 0 . A p pa r a ats tat u s Scherm Softwareversie Hier kunt u de softwareversie controleren. In het scherm Apparaatstatus selecteert u Softwareversie. OPMERKING: Selecteer om het vorige scherm weer te geven om het volgende scherm weer te geven. In het scherm Softwareversie kunt u de volgende items controleren: Controller + PS ROM...
  • Pagina 342 10 . A p pa r aa ts tat us Papierlade U kunt de configuratie van de papierlade controleren. De volgende items kunt u controleren: • Status van lade • Hoeveelheid resterend papier • Papierformaat • Papiersoort In het scherm Apparaatstatus selecteert u Papierlade. Wanneer u het configuratiescherm wilt afsluiten, selecteert u Sluiten.
  • Pagina 343 U kunt controleren of de harde schijf zal worden overschreven. Wanneer "Standby" verschijnt, is het overschrijven voltooid. OPMERKING: Een optionele uitbreiding wordt vereist voor deze selectie. Voor meer informatie neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. BELANGRIJK: Harde schijf overschrijven verschijnt alleen wanneer Harde schijf overschrijven is ingesteld in Systeeminstellingen.
  • Pagina 344 10 . A p pa r aa ts tat us Mode Afdrukken U kunt ook de printermodus instellen. OPMERKING: De items die in beeld verschijnen zijn afhankelijk van de opties die zijn geïnstalleerd. In het scherm Apparaatstatus selecteert u Modus Afdrukken.
  • Pagina 345 1 0 . A p pa r a ats tat u s Programmering ophalen U kunt een printermodus die in het geheugen is opgeslagen ophalen en gebruiken Selecteer Programmering ophalen. Selecteer het gewenste geheugennummer. Selecteer Sluiten om de opgeslagen programmering te gebruiken.
  • Pagina 346 10 . A p pa r aa ts tat us Selecteer Bevestigen. Selecteer Waarde wijzigen. Voer Nieuwe waarde in met behulp van de aantaltoetsen. Selecteer Opslaan. Selecteer Sluiten om dit scherm te verlaten. Itemnummer Voer het itemnummer in voor de toepassing die u wilt instellen. Huidige waarde Wanneer u een Itemnummer invoert, wordt de huidige ingestelde waarde weergegeven.
  • Pagina 347 1 0 . A p pa r a ats tat u s Programmering opslaan /verwijderen U kunt de printermodus in het geheugen opslaan voor ESC/P- en HP-GL/2-emulatie. U kunt maximaal 20 printermodi opslaan voor ESC/P-emulatie en 5 modi voor HP-GL/2-emulatie. Selecteer Programmering opslaan /verwijderen.
  • Pagina 348 10 . A p pa r aa ts tat us Standaardprogrammering U kunt de printer starten met een printermodus die in het geheugen is opgeslagen. Selecteer Standaardprogrammering. Selecteer Standaardinstellingen of Aangepaste instellingen. Als u Aangepaste instellingen selecteert, moet u vervolgens het geheugennummer selecteren dat u wilt gebruiken.
  • Pagina 349 1 0 . A p pa r a ats tat u s Toegangscode Indien er bij PDF-emulatie een toegangscode is ingesteld voor een PDF-bestand, moet dezelfde toegangscode eerst hier ingevoerd worden. Er wordt alleen afgedrukt wanneer de toegangscode voor het bestand en de hier ingevoerde toegangscode overeenkomen.
  • Pagina 350 10 . A p pa r aa ts tat us Kostenteller U kunt het totaalaantal kopieën en afgedrukte pagina's van iedere teller in het scherm van het bedieningspaneel bekijken. Op het tabblad Kostenteller/afdrukoverzicht selecteert u Kostenteller. Noteer de tellerstanden. Selecteer Sluiten om dit scherm te verlaten. Serienummer Het serienummer van het apparaat wordt getoond.
  • Pagina 351 1 0 . A p pa r a ats tat u s Kostenteller gebruikersaccount Als de toepassing Aanmeldinstellingen/Auditronbeheer is ingeschakeld, kunt u de kostenteller controleren voor de huidige geverifieerde gebruikers-ID. Voor informatie over de toepassing Aanmeldinstellingen/ Auditronbeheer raadpleegt u "Login Setup / Auditron Mode" (Aanmeldinstellingen/Auditron) in de System Administration Guide of neemt u contact op met uw systeembeheerder.
  • Pagina 352 10 . A p pa r aa ts tat us b) Selecteer Modus Gebruiker. c) Druk op de toets Apparaatstatus. d) Ga verder met stap 3 hieronder. Selecteer het tabblad Kostenteller/afdrukoverzicht. Selecteer Kostenteller gebruikersaccount. Selecteer de teller die u wilt controleren. Selecteer Sluiten om dit scherm te verlaten.
  • Pagina 353 1 0 . A p pa r a ats tat u s Kopieënteller Hier wordt het aantal gekopieerde pagina's weergegeven. Scanteller Hier wordt het aantal gescande pagina's weergegeven. Afdrukteller Hier wordt het aantal afgedrukte pagina's weergegeven. Opdrachttellers op nul zetten U kunt de totaaltellers van gescande en afgedrukte pagina's voor elke opdracht op nul zetten.
  • Pagina 354 10 . A p pa r aa ts tat us Druk op de toets Apparaatstatus. Selecteer het tabblad Kostenteller/afdrukoverzicht. Selecteer Opdrachttellers op nul zetten. Kies Ja of Nee. Op nul zetten U kunt de tellers voor iedere toepassing op nul zetten. In het bevestigingsvenster dat verschijnt selecteert u Ja.
  • Pagina 355 1 0 . A p pa r a ats tat u s Opdrachtstatus In het scherm Overzicht/lijst afdrukken selecteert u Opdrachtstatus. Selecteer het overzicht dat u wilt afdrukken. Druk op de toets Start. Opdrachtenhistorieoverzicht U kunt de opdrachtresultaten controleren. De gegevens voor de laatste 50 opdrachten wordt afgedrukt.
  • Pagina 356 10 . A p pa r aa ts tat us Instellingen modus Kopiëren In het scherm Overzicht/lijst afdrukken selecteert u Instellingen modus Kopiëren. Selecteer Instellingenlijst - Gemeenschappelijke items. Druk op de toets Start. Instellingenlijst - Gemeenschappelijke items U kunt de hardwareconfiguratie van het apparaat controleren en netwerkinformatie en de instellingsstatus van de afdruk- en kopieertoepassing bekijken.
  • Pagina 357 1 0 . A p pa r a ats tat u s Instellingen mode Afdrukken In het scherm Overzicht/lijst afdrukken selecteert u Instellingen modus Afdrukken. Selecteer het overzicht dat u wilt afdrukken. Druk op de toets Start. OPMERKING: De items die in beeld verschijnen zijn afhankelijk van de opties die zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 358 10 . A p pa r aa ts tat us Lijst logische PostScript-printers Met deze optie wordt een lijst van logische printers gemaakt in PostScript afgedrukt. ESC/P-instellingenlijst Met deze optie worden de instellingen in ESC/P-emulatiemodus afgedrukt. HP-GL/2-instellingenlijst Met deze optie worden de instellingen in HP-GL, HP-GL/2 en HP- RTL emulatiemodi afgedrukt.
  • Pagina 359 1 0 . A p pa r a ats tat u s OPMERKING: Dezelfde informatie wordt afgedrukt voor het Overzicht Instellingen ongeacht of u afdrukt vanuit Instellingen modus Kopiëren, Instellingen modus Afdrukken of Instellingen modus Scannen. Instellingenlijst uitgebreide toepassingen U kunt de instellingen controleren die betrekking hebben op de scantoepassingen.
  • Pagina 360 10 . A p pa r aa ts tat us Selecteer Mailboxlijst. Selecteer het bereik van mailboxnummers dat u wilt afdrukken. Druk op de toets Start. Opdrachttelleroverzicht Met deze optie wordt een telleroverzicht voor elke toepassing afgedrukt. OPMERKING: De toets Opdrachttelleroverzicht verschijnt wanneer u toegang heeft via de modus Gebruiker in de modus Systeembeheer.
  • Pagina 361 1 0 . A p pa r a ats tat u s Auditronbeheer U kunt een overzicht van statistische gegevens afdrukken per gebruiker. Het statistisch overzicht per gebruiker dat op het scherm verschijnt, is afhankelijk van het al dan niet ingeschakeld zijn van de toepassing Auditronbeheer.
  • Pagina 362 10 . A p pa r aa ts tat us Wanneer de toepassing Auditron is ingesteld op Het volgende scherm verschijnt. Auditronoverzichten kunnen worden afgedrukt voor toepassingen die zijn ingesteld op AAN. Voor informatie over de toepassing Auditron raadpleegt u "Auditron Mode"...
  • Pagina 363 1 0 . A p pa r a ats tat u s Auditronoverzicht (scanopdrachten) U kunt het totaalaantal pagina's controleren dat op het apparaat is gescand. Indien er beperkingen gelden op het aantal pagina's, verschijnen deze instellingen. In het Auditronoverzicht (scanopdrachten) worden de aantallen bijgehouden vanaf het moment waarop de gegevens werden geïnitialiseerd.
  • Pagina 364 BELANGRIJK: Indien u een gedeeltelijk verbruikte tonercassette gebruikt (bijvoorbeeld, een tonercassette uit een andere Xerox 4110/4590), komt de aangegeven status misschien niet overeen met de werkelijke hoeveelheid resterende toner. Bij het vervangen van tonercassettes wordt aangeraden nieuwe cassettes te gebruiken, indien mogelijk.
  • Pagina 365 1 0 . A p pa r a ats tat u s Storingen Hier wordt beschreven hoe u de informatie moet controleren met betrekking tot een storing in het apparaat. In het Foutenhistorieoverzicht worden de laatste 50 opgetreden fouten weergegeven. Vermeld worden onder andere de datum en tijd, storingscode en storingscategorie.
  • Pagina 366 10 . A p pa r aa ts tat us 10 - 3 0 Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 367 11. Onderhoud In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen vervangt, het apparaat reinigt, een automatische aanpassing van de gradatie uitvoert en een overzicht/lijst afdrukt. De volgende onderwerpen worden in dit hoofdstuk behandeld: • Verbruiksartikelen vervangen • Apparaat reinigen X er o x 4 110 /4 5 90 H a nd l ei d i ng v o o r d e g eb r u ik e r 11- 1...
  • Pagina 368 U wordt aangeraden reserve verbruiksartikelen beschikbaar te houden. • Controleer de productcode van de verbruiksartikelen en neem contact op met het Xerox Welcome Centre om uw bestelling te plaatsen. • Het gebruik van tonercassettes, tonerafvalcontainers of nietcassettes die niet door Xerox worden aanbevolen kan nadelig zijn voor kwaliteit en prestaties.
  • Pagina 369 Gebruikte tonercassettes dienen op speciale wijze te worden verwerkt als afval. Retourneer de oude cassette derhalve naar het Xerox klantenondersteuningscentrum. Het gebruik van tonercassettes die niet door Xerox worden aanbevolen, kan nadelig zijn voor afdrukkwaliteit en prestaties. Gebruik alleen verbruiksartikelen die door Xerox voor het apparaat worden aanbevolen.
  • Pagina 370 BELANGRIJK: Retourneer gebruikte tonercassettes naar het Xerox klantenondersteuningscentrum. 11 - 4 Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 371 11. O n d er h o ud Verwijder de nieuwe cassette uit de doos en schud de tonercassette heen en weer voordat u deze uit de verpakking neemt. Houd de tonercassette met de pijl ( ) naar boven. Duw de tonercassette langzaam volledig naar binnen en draai deze naar rechts totdat deze in lijn is met het vergrendelsymbool.
  • Pagina 372 Gebruikte tonerafvalcontainers dienen op speciale wijze te worden verwerkt als afval. Retourneer de oude container derhalve naar het Xerox klantenondersteuningscentrum. Het gebruik van tonercontainers die niet door Xerox worden aanbevolen, kan nadelig zijn voor afdrukkwaliteit en prestaties. Gebruik alleen tonerafvalcontainers die door Xerox voor het apparaat worden aanbevolen.
  • Pagina 373 11. O n d er h o ud Open het paneel van de tonerafvalcontainer en duw de hendel omlaag. Pak de handgreep van de tonerafvalcontainer vast en trek deze ongeveer tot halverwege naar buiten. Houd de container in het midden aan de bovenkant vast (zie afbeelding) en gebruik vervolgens beide handen om de container te verwijderen.
  • Pagina 374 BELANGRIJK: Retourneer gebruikte tonerafvalcontainers naar het Xerox klantenondersteuningscentrum. Plaats de gebruikte tonercontainer in de speciale zak en sluit deze af met de daarvoor bestemde ring. Als de zak open blijft, kan er toner morsen tijdens het weggooien.
  • Pagina 375 De nietcassette vervangen Er verschijnt een bericht in het scherm wanneer een nietcassette moet worden vervangen. BELANGRIJK: Het gebruik van nietcassettes die niet door Xerox worden aanbevolen, kan nadelig zijn voor afdrukkwaliteit en prestaties. Gebruik alleen nietcassettes die door Xerox voor het apparaat worden aanbevolen.
  • Pagina 376 11 . O n de r h ou d Druk op de plaatsen die met pijlen worden aangegeven en verwijder de nietjeshouder uit de cassette. Druk een nieuwe nietjeshouder in de nietcassette. Verwijder de verzegeling van de nieuwe nietjeshouder, zoals in de afbeelding.
  • Pagina 377 11. O n d er h o ud Houd de nietjeshouder in de positie aangegeven in de afbeelding. Duw de verwijderde cassette terug op de oorspronkelijke plaats. Duw de cassette omlaag totdat u een klik hoort. Sluit het rechterpaneel van de afwerkeenheid. OPMERKING: Als het voorpaneel zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
  • Pagina 378 BELANGRIJK: Het gebruik van nietcassettes die niet door Xerox worden aanbevolen kan nadelig zijn voor afdrukkwaliteit en prestaties. Gebruik alleen nietcassettes die door Xerox voor het apparaat worden aanbevolen.
  • Pagina 379 11. O n d er h o ud Houd de nietcassette voor katernen bij de lipjes vast en til deze op om de cassette te verwijderen. Houd een nieuwe nietcassette voor katernen bij de lipjes vast en zet deze op de oorspronkelijke plaats. Duw de cassette voorzichtig naar binnen totdat deze vastklikt.
  • Pagina 380 11 . O n de r h ou d Perforatiecontainer leegmaken Er verschijnt een bericht wanneer het tijd is om de perforatieafvalcontainer te legen. Gooi de perforatiesnippers weg zoals aangegeven in het bericht. Zorg dat alle snippers zijn verwijderd. BELANGRIJK: Verwijder de container terwijl het apparaat aan staat.
  • Pagina 381 11. O n d er h o ud Schuif de lege perforatiecontainer zo ver mogelijk terug in het apparaat. Sluit het rechterpaneel van de afwerkeenheid. OPMERKING: Als het voorpaneel zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
  • Pagina 382 11 . O n de r h ou d Neem de buitenkant van het apparaat af met een zachte doek, die is vochtig gemaakt met water. OPMERKING: Als het moeilijk is om vuil te verwijderen, gebruikt u een kleine hoeveelheid van een niet-agressief schoonmaakmiddel op een zachte doek.
  • Pagina 383 11. O n d er h o ud De afdekklep reinigen. OPMERKING: De afdekklep is het vlakke, witte oppervalk aan de onderzijde van de DAOD. De afdekklep houdt het document op zijn plaats op de glasplaat. Til de DAOD omhoog. Neem de afdekklep af met een zachte doek, die is bevochtigd met water om vuil te verwijderen en veeg deze vervolgens droog met een zachte, droge doek.
  • Pagina 384 11 . O n de r h ou d De glasplaat reinigen OPMERKING: De glasplaat bestaat uit twee delen: de glasplaat zelf en de smalle glasstrook. De glasplaat is het glazen oppervlak waarop u een origineel plaatst dat u wilt kopiëren. De smalle glasstrook bevindt zich links van de glasplaat.
  • Pagina 385 11. O n d er h o ud De scanlensmodule voor de tweede zijde reinigen OPMERKING: De scanlensmodule voor de tweede zijde bevindt zich aan de linkerkant van de afdekklep. De module bestaat uit de spiegelglasstrook, een metalen strook, een witte kunststofstrook en rollen.
  • Pagina 386 11 . O n de r h ou d Veeg het spiegelglas, de metalen strook, beide zijden van de witte kunststofstrook en de rollen af met een zachte doek die is bevochtigd met water om al het eventuele vuil te verwijderen, en veeg vervolgens alles af met een zachte, droge doek.
  • Pagina 387 11. O n d er h o ud Invoerrollen van AOD reinigen Als het apparaat is voorzien van een AOD en de invoerrollen vuil zijn, kunnen er vlekken verschijnen op de kopieën en kan het apparaat mogelijk origineelformaten niet goed waarnemen. Reinig deze onderdelen circa één keer per maand om ervoor te zorgen dat er schone kopieën worden gemaakt.
  • Pagina 388 11 . O n de r h ou d Terwijl u de rollen draait, maakt u ze voorzichtig schoon met een zachte doek, die is bevochtigd met water. VOORZICHTIG: Gebruik een doek die goed is uitgewrongen om te voorkomen dat er waterdruppels in het apparaat terechtkomen. Waterdruppels op interne onderdelen kunnen een storing veroorzaken.
  • Pagina 389 12. Problemen oplossen In dit hoofdstuk worden problemen beschreven die met het apparaat kunnen optreden, alsmede de bijbehorende oplossingen Toepassingen die in dit hoofdstuk worden behandeld zijn: • Problemen oplossen • Problemen met het apparaat • Afdrukkwaliteitsproblemen • Problemen met kopiëren •...
  • Pagina 390 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Problemen oplossen In dit gedeelte worden problemen die met het apparaat kunnen optreden en de oplossingen ervan beschreven. Gebruik de volgende informatie bij de produres voor het oplossen van problemen.
  • Pagina 391 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Er verschijnt een bericht. Is er een papierstoring of origineelstoring opgetreden? Oorzaak Raadpleeg “Papierstoringen" pagina 12-49 voor Actie informatie over papierstoringen. Raadpleeg “Origineelstoringen" op pagina 12-82 voor informatie over origineelstoringen.
  • Pagina 392 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Problemen met het apparaat Als u denkt dat er een probleem is met het apparaat, controleert u de apparaatstatus opnieuw. Het apparaat heeft precisieonderdelen en gebruikt hoge spanningsvoltages. Open of verwijder geen panelen die zijn vastgeschroefd, tenzij dit specifiek wordt aangegeven in de Handleiding voor de gebruiker.
  • Pagina 393 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Symptomen Controle Oplossing Online-lampje Is de interfacekabel niet Zet de AAN/UIT-schakelaar op UIT, verwijder gaat niet branden, aangesloten? het netsnoer uit het stopcontact en controleer ook al hebt u de de connector van de interfacekabel.
  • Pagina 394 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Symptomen Controle Oplossing Kopieën worden Is de glasplaat of de afdekklep Reinig de glasplaat of de afdekklep. niet op het juiste vuil? Raadpleeg “De afdekklep en glasplaat reinigen" formaat gemaakt.
  • Pagina 395 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Symptomen Controle Oplossing Papier loopt vaak Is het papier op de juiste wijze Plaats het papier op de juiste wijze. vast of is gekreukt. in de papierlade geplaatst? Raadpleeg “Papier plaatsen in laden 1 en 2"...
  • Pagina 396 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Symptomen Controle Oplossing Originelen lopen Wordt het juiste soort origineel Plaats een origineel dat door de AOD kan vaak vast. gebruikt? worden verwerkt op de juiste manier. Raadpleeg “Stap 1 Originelen plaatsen"...
  • Pagina 397 Indien de afdrukkwaliteit niet verbetert door het uitvoeren van de relevante oplossing, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. Symptomen...
  • Pagina 398 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Symptomen Controle Oplossing Beelden op de Is het origineel op de juiste Plaats het origineel in de juiste positie. kopie zijn scheef. wijze geplaatst? Raadpleeg “Stap 1 Originelen plaatsen"...
  • Pagina 399 Vervang het papier door papier uit een nieuw (vlekken, pak. onduidelijk). Raadpleeg “Papier plaatsen" op pagina 8-5. De afdrukmodule is leeg of Neem contact op met het Xerox Welcome beschadigd. Centre. Er worden zwarte De afdrukmodule is leeg of Neem contact op met het Xerox Welcome stippen afgedrukt.
  • Pagina 400 Plaats geschikt papier. witte puntjes in geschikt. Raadpleeg “Papier plaatsen" op pagina 8-5. zwarte De afdrukmodule is leeg of Neem contact op met het Xerox Welcome vulgebieden. beschadigd. Centre. Afgedrukte toner Is het papier vochtig? Vervang het papier door papier uit een nieuw vlekt wanneer u er pak.
  • Pagina 401 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Symptomen Controle Oplossing Witte delen of Is het papier vochtig? Vervang het papier door papier uit een nieuw strepen zichtbaar. pak. Raadpleeg “Papier plaatsen" op pagina 8-5. Het gebruikte papier is niet Plaats geschikt papier.
  • Pagina 402 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Symptomen Controle Oplossing Ontbrekende De afdrukmodule is leeg of Neem contact op met het Xerox Welcome tekens op een beschadigd. Centre. gekleurde achtergrond in lengte van papier.
  • Pagina 403 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Problemen met kopiëren In dit gedeelte worden oplossingen beschreven voor problemen die kunnen optreden tijdens het kopiëren. Kan niet kopiëren. In dit gedeelte worden oplossingen beschreven wanneer kopiëren niet mogelijk is.
  • Pagina 404 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Originelen van verschillende formaten zijn ingesteld. Oorzaak Bij gebruik van originelen van verschillende Actie formaten, moet u Gemengde origineelformaten specificeren. Zo niet, dan ontstaat er een papierstoring.
  • Pagina 405 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Kopie is te donker of te Kopieerdensiteit is ofwel te donker of te licht Oorzaak licht ingesteld. Stel de kopieerdensiteit bij. Actie Raadpleeg “Lichter/donkerder (de kopieerdensiteit aanpassen)"...
  • Pagina 406 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Er zijn strepen De vergrotingsverhouding van het origineel is te Oorzaak zichtbaar op de kopie groot. Soms zijn er strepen zichtbaar in kopieën bij Actie bepaalde vergrotingsverhoudingen.
  • Pagina 407 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Kopieën worden niet op De glasplaat of de afdekklep is vuil. Oorzaak het juiste formaat gemaakt. Reinig de glasplaat of de afdekklep. Actie Raadpleeg “De afdekklep en glasplaat reinigen" op pagina 11-16.
  • Pagina 408 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Een hoek van de kopie Het origineel is groter dan het afdrukbare gebied. Oorzaak valt weg Stel Verkleinen/vergroten in om de kopie iets kleiner Actie te maken.
  • Pagina 409 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Problemen met afdrukken In dit gedeelte worden oplossingen beschreven voor problemen die kunnen optreden tijdens afdrukken. Kan niet afdrukken In dit gedeelte worden oplossingen beschreven wanneer afdrukken niet mogelijk is.
  • Pagina 410 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n De poort is niet ingeschakeld. Oorzaak Schakel de poort die in gebruik is in. Actie Raadpleeg de System Administration Guide voor informatie over netwerkinstellingen. Onvoldoende ruimte beschikbaar op de harde schijf.
  • Pagina 411 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Het afdrukresultaat is niet zoals verwacht Hieronder worden oplossingen beschreven voor gevallen waarbij het afdrukresultaat anders is dan werd verwacht. Er wordt niet geniet Het aantal te nieten pagina's is groter dan 100 of Oorzaak groter dan 50 bij een nietcassette voor 50 vellen.
  • Pagina 412 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Afdrukken gaat De modus Afdrukken is ingesteld op Afdrukkwaliteit. Oorzaak langzaam Wanneer beeldgegevens, zoals plaatjes, worden Actie afgedrukt met afdrukkwaliteit als prioriteit, neemt de afdruksnelheid af.
  • Pagina 413 In dit gedeelte worden oplossingen beschreven voor problemen die kunnen optreden tijdens scannen. OPMERKING: Er is een optionele uitbreiding vereist voor deze toepassing. Neem voor meer informatie contact op met het Xerox Welcome Centre. Kan niet scannen met het apparaat Hieronder worden oplossingen beschreven wanneer u niet kunt scannen.
  • Pagina 414 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Kan gescande origineel niet op computer importeren Hieronder worden oplossingen beschreven wanneer het gescande origineel niet op de computer kan worden geïmporteerd. Kan scanner niet De printer is niet ingeschakeld.
  • Pagina 415 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Scanner kan geen De scandriver is niet geïnstalleerd. Oorzaak gegevens scannen vanwege TWAIN- transmissiefout Installeer de scandriver. Actie Bewerking stopt tijdens Is het bestand te groot? Oorzaak het scannen Actie...
  • Pagina 416 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Problemen bij het verzenden van e-mail Hieronder worden oplossingen beschreven wanneer e-mail niet kan worden verzonden. Kan geen e-mail Incorrect mailadres Oorzaak versturen Controleer het e-mailadres. Actie Maximumgrootte voor verzenden van e-mail is Oorzaak...
  • Pagina 417 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Beeld is te donker of te Scandensiteit is ofwel te donker of te licht ingesteld. Oorzaak licht Stel de scandensiteit bij. Actie Raadpleeg “Lichter/donkerder (scandensiteit aanpassen)"...
  • Pagina 418 Als er een foutcode verschijnt die niet in de volgende tabellen wordt beschreven of het probleem aanhoudt zelfs nadat u de volgende oplossingen heeft geprobeerd, neem dan contact op met het Xerox Welcome Centre. Raadpleeg de onderstaande tabel voor foutcodes en informatie voor het oplossen van het probleem.
  • Pagina 419 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Overige fouten Categorie Foutcode Oorzaak en oplossing K P S M A 002-770 Oorzaak Kan opdrachtsjabloon niet verwerken vanwege onvoldoende harde schijfruimte. Oplossing Verwijder overbodige gegevens van de harde schijf om schijfruimte vrij te maken.
  • Pagina 420 Oplossing Schakel het apparaat uit en weer in. Indien de storing in 012-213 de afwerkeenheid niet wordt verholpen door het 012-214 uitvoeren van de relevante oplossing, neemt u contact 012-215 op met het Xerox Welcome Centre. 012-216 012-217 012-218 012-219 012-221...
  • Pagina 421 016-210 Oorzaak Er is een storing opgetreden in de software-instellingen. 016-211 Oplossing Schakel het apparaat uit en weer in. Neem contact op 016-212 met het Xerox Welcome Centre. 016-213 016-214 016-215 016-220 Oorzaak Er is een storing opgetreden in de scanner.
  • Pagina 422 5-73. 016-705 Oorzaak Beveiligde afdrukdocumenten kunnen niet worden geregistreerd vanwege een harde-schijfstoring. Oplossing Neem contact op met het Xerox Welcome Centre. Raadpleeg “Beveiligde afdruk" op pagina 9-6. 016-706 Oorzaak Het maximumaantal Beveiligde afdrukgebruikers is overschreden en er is geen ruimte beschikbaar op de harde schijf.
  • Pagina 423 Oplossing Probeer opnieuw af te drukken. 016-710 Oorzaak Uitgestelde afdrukdocumenten kunnen niet worden geregistreerd vanwege een harde-schijfstoring. Oplossing Neem contact op met het Xerox Welcome Centre. 016-711 Oorzaak De ingestelde maximum e-mailgrootte is overschreden. Oplossing Voer een van de volgende handelingen uit en verzend...
  • Pagina 424 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Categorie Foutcode Oorzaak en oplossing K P S M A 016-721 Oorzaak Er is een fout opgetreden tijdens verwerking van de afdrukopdracht. Mogelijke oorzaken zijn: 1.
  • Pagina 425 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Categorie Foutcode Oorzaak en oplossing K P S M A 016-733 Oorzaak 1. Kan IP-adres niet ophalen van tekst aan rechterkant van @ van een adres tijdens het verzenden van e- mail.
  • Pagina 426 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Categorie Foutcode Oorzaak en oplossing K P S M A 016-748 Oorzaak Afdrukken is niet mogelijk vanwege onvoldoende schijfruimte. Oplossing Verminder het aantal pagina's afdrukgegevens, bijvoorbeeld door de afdrukgegevens op te splitsen of door bij het maken van meerdere kopieën steeds één kopie af te drukken.
  • Pagina 427 016-777 Oorzaak Er is een harde-schijffout opgetreden tijdens beeldverwerking. Oplossing De harde schijf is misschien defect. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre voor het vervangen van de harde schijf. 016-778 Oorzaak Conversie van het gescande beeld werd onderbroken vanwege onvoldoende schijfruimte.
  • Pagina 428 Oorzaak Er is een harde-schijffout opgetreden tijdens beeldconversie van gescande beeld. Oplossing De harde schijf is misschien defect. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre voor het vervangen van de harde schijf. 016-786 Oorzaak Bij gebruik van de scantoepassing is de capaciteit van de harde schijf onvoldoende voor het schrijven naar een bestand.
  • Pagina 429 021-772 probeer na een tijdje nogmaals een inspectie- of onderhoudsverzoek te verzenden. Als de storing aanhoudt, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. 024-746 Oorzaak Er is een toepassing (papierformaat, lade, opvangbak of 2-zijdig afdrukken) gespecificeerd die niet compatibel is met de opgegeven papierkwaliteit.
  • Pagina 430 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Categorie Foutcode Oorzaak en oplossing K P S M A 027-724 Oorzaak Kon geen toegang krijgen tot een applicatie- interfacebestemming. Oplossing Controleer of een interface-applicatie correct werkt. Wanneer de applicatie goed werkt, controleert u het log.
  • Pagina 431 Oplossing Annuleer de opdracht en verzend deze opnieuw. Als het probleem aanhoudt, start u de EXP4110-server en de printer opnieuw op en verzend u de opdracht opnieuw. Indien het probleem aanhoudt, belt u het Xerox Welcome Centre voor verdere hulp/instructies. 027-771 Oorzaak Foutbericht "Schijf vol"...
  • Pagina 432 062-211 Oorzaak Er is een storing opgetreden in de AOD. Oplossing Neem contact op met het Xerox Welcome Centre. 062-220 Oorzaak Er is een storing opgetreden in de scanner. Oplossing Neem contact op met het Xerox Welcome Centre.
  • Pagina 433 Als de ladefouten niet worden opgelost door het uitvoeren van de relevante oplossing, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. In de tussentijd kunnen andere laden dan 6 en 7 worden gebruikt.
  • Pagina 434 127-213 Oorzaak Er is een verkeerde combinatie vastgesteld bij de softwareversie van de EXP4110-controller. Oplossing Neem contact op met het Xerox Welcome Centre voor informatie en/of instructies voor het verhelpen van het probleem. 12 - 4 6 Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 435 Oplossing Verwijder de kabel tussen de printer en de EXP4110- controller en sluit deze opnieuw aan. Schakel zowel de printer als de EXP4110-controller uit en weer in. Als het probleem aanhoudt, belt u het Xerox Welcome Centre. 127-221 Oorzaak Er is een communicatiefout vastgesteld door de EXP4110-controller.
  • Pagina 436 (xxx- informatie voor (xxx-yyy). Schakel het apparaat meteen yyy) uit, wacht totdat het bedieningspaneelscherm zwart wordt en neem contact op met het Xerox Welcome Centre. Voltooid met Oorzaak Er is een storing opgetreden en de opdracht is voltooid.
  • Pagina 437 U kunt dan letsel of brandwonden oplopen. Schakel het apparaat onmiddellijk uit en neem contact op met het Xerox Welcome Centre.
  • Pagina 438 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n BELANGRIJK: Als er een stukje vastgelopen papier in het apparaat achterblijft, zal het papierstoringsbericht niet van het scherm verwijderen. Papierstoringen kunnen worden verholpen wanneer het apparaat is ingeschakeld.
  • Pagina 439 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen in transporteenheid 4 Hieronder wordt beschreven hoe u papierstoringen oplost die in transporteenheid 4 optreden. Zorg dat het apparaat is gestopt voordat u het voorpaneel opent.
  • Pagina 440 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n OPMERKING: Als het papier is gescheurd, controleert u of zich stukjes papier in het apparaat bevinden. Zet hendel 4a terug in de oorspronkelijke stand. Duw lade 2 voorzichtig naar binnen totdat deze niet verder kan.
  • Pagina 441 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Verplaats de ontgrendelingshendel 3a om het vastgelopen papier te verwijderen. OPMERKING: Als het papier is gescheurd, controleert u of zich stukjes papier in het apparaat bevinden. Til de hendel omhoog en verwijder het vastgelopen papier.
  • Pagina 442 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Papierstoringen in lade 5 (handmatige invoer) In het volgende gedeelte wordt beschreven hoe u papierstoringen in lade 5 (handmatige invoer) kunt oplossen. Wanneer de grote papierlade niet is geïnstalleerd, opent u het bovendeksel van lade 5 (handmatige invoer).
  • Pagina 443 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen in laden 6 en 7 (grote papierlade) Hieronder wordt beschreven hoe u papierstoringen oplost die in laden 6 en 7 optreden. Trek de lade uit waarin de papierstoring is opgetreden. BELANGRIJK: Papier is soms gescheurd en kan in het apparaat achterblijven als u een lade uittrekt zonder de positie van de papierstoring te controleren.
  • Pagina 444 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Papierstoringen in lade 8 (invoegmodule na processor) Hieronder wordt beschreven hoe u papierstoringen oplost die in de interposer optreden. Druk op de ontgrendelingsknop Deksel. Open het deksel 1e en verwijder het vastgelopen papier en alle papier dat in de interposer is geplaatst.
  • Pagina 445 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen achter linkeronderpaneel In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papierstoringen oplost die achter het linkerpaneel van het apparaat optreden. Open het linkeronderpaneel bij de ontgrendelingsknop. Verwijder het vastgelopen papier.
  • Pagina 446 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Papierstoringen binnen in het apparaat In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papierstoringen oplost die achter in de transportmodule van het apparaat optreden. Zorg dat het apparaat is gestopt voordat u het voorpaneel opent.
  • Pagina 447 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Als de storing optreedt bovenop of binnenin de fusereenheid, verwijdert u het vastgelopen papier door dit naar links te trekken. Als het vastgelopen papier niet kan worden verwijderd, tilt u hendel 2c op en verwijdert u het papier.
  • Pagina 448 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Verplaats indien nodig hendel 3b rechts van de fusereenheid en verwijder vastgelopen papier. BELANGRIJK: Als het vastgelopen papier in het apparaat blijft en moeilijk kan worden verwijderd, trekt u de 2-zijdige module naar buiten nadat de transportmodule terug in de oorspronkelijke stand is geschoven.
  • Pagina 449 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen achter linkerpaneel afwerkeenheid In het volgende gedeelte wordt beschreven hoe u papierstoringen kunt verhelpen die op de volgende locaties optreden: • Papierstoringen bij hendel 1a en knop 1c •...
  • Pagina 450 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Zet hendel 1a terug in de oorspronkelijke stand. Sluit linkerpaneel van afwerkeenheid. OPMERKING: Als het linkerpaneel van de niet-/afwerkeenheid zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
  • Pagina 451 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Zet hendel 1d terug in de oorspronkelijke stand. Sluit linkerpaneel van afwerkeenheid. OPMERKING: Als het linkerpaneel van de niet-/afwerkeenheid zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
  • Pagina 452 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Zet hendel 1b terug in de oorspronkelijke stand. Sluit linkerpaneel van afwerkeenheid. OPMERKING: Als het linkerpaneel van de niet-/afwerkeenheid zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
  • Pagina 453 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Haal hendels 3b en 3d over en verwijder het vastgelopen papier. OPMERKING: Als het papier is gescheurd, controleert u of zich stukjes papier in het apparaat bevinden. Zet hendels 3b en 3d terug in de oorspronkelijke stand.
  • Pagina 454 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Papierstoringen bij hendel 3e en knop 3c Zorg dat het apparaat is gestopt en open vervolgens het rechterpaneel van de afwerkeenheid. Haal hendel 3e over en draai knop 3c naar rechts en verwijder het vastgelopen papier.
  • Pagina 455 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen bij hendel 3g en knop 3f Zorg dat het apparaat is gestopt en open vervolgens het rechterpaneel van de afwerkeenheid. Haal hendel 3g over, draai knop 3f naar links en verwijder het vastgelopen papier.
  • Pagina 456 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Papierstoringen bij hendel 4b en knop 3a Zorg dat het apparaat is gestopt en open vervolgens het rechterpaneel van de afwerkeenheid. Haal hendel 4b over, draai knop 3a naar rechts en verwijder het vastgelopen papier.
  • Pagina 457 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen bij Z-vouweenheid In dit gedeelte wordt beschreven hoe u vastgelopen papier uit de Z-vouweenheid verwijdert wanneer deze optionele eenheid is geïnstalleerd in een afwerkeenheid D (optioneel) of AVH-module (optioneel).
  • Pagina 458 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Zet hendel 2a terug in de oorspronkelijke stand. Sluit het rechterpaneel van de afwerkeenheid. OPMERKING: Als het rechterpaneel van de niet-/afwerkeenheid zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
  • Pagina 459 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Zet hendel 2b terug in de oorspronkelijke stand. Sluit het rechterpaneel van de afwerkeenheid. OPMERKING: Als het rechterpaneel van de afwerkeenheid zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
  • Pagina 460 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Als u het papier in stap 2 niet kunt verwijderen, zet u hendel 2e terug in de oorspronkelijke stand. Zet hendel 2e om, draai knop 2c naar rechts en verwijder het vastgelopen papier.
  • Pagina 461 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Papierstoringen bij opvangbak 2d voor in drieën vouwen en hendel 2g Zorg dat het apparaat is gestopt en open vervolgens het rechterpaneel van de afwerkeenheid. Trek opvangbak 2d voor in drieën vouwen naar buiten, zet hendel 2e om en verwijder het vastgelopen papier.
  • Pagina 462 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Papierstoringen bij eenheid 4 en knop 4a Zorg dat het apparaat is gestopt en open vervolgens het rechterpaneel van de afwerkeenheid. Trek eenheid 4 uit. Draai knop 4a naar links en verwijder alle vastgelopen papier aan de linkerkant van eenheid 4.
  • Pagina 463 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Zet hendel 4 terug in de oorspronkelijke stand. Sluit het rechterpaneel van de afwerkeenheid. OPMERKING: Als het rechterpaneel van de afwerkeenheid zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
  • Pagina 464 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Papierstoringen in opvangbak van afwerkeenheid Verwijder vastgelopen papier uit de opvangbak. OPMERKING: Als het papier is gescheurd, controleert u of zich stukjes papier in het apparaat bevinden. Open en sluit het rechterpaneel van de afwerkeenheid.
  • Pagina 465 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Sluit het rechterpaneel van de afwerkeenheid. OPMERKING: Als het rechterpaneel van de afwerkeenheid zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
  • Pagina 466 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Verwijder het vastgelopen papier. OPMERKING: Als het papier is gescheurd, controleert u of zich stukjes papier in het apparaat bevinden. Sluit het linkeronderpaneel. Open het voorpaneel van de grote papierlade. OPMERKING: Als het voorpaneel van de grote papierlade zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
  • Pagina 467 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Zet hendel 1a terug in de oorspronkelijke stand. Open het voorpaneel van de grote papierlade. OPMERKING: Als het voorpaneel van de grote papierlade zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
  • Pagina 468 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Zet hendel 1b terug in de oorspronkelijke stand. Open het voorpaneel van de grote papierlade. OPMERKING: Als het voorpaneel van de grote papierlade zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
  • Pagina 469 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Zet hendel 1d terug in de oorspronkelijke stand. Open het voorpaneel van de grote papierlade. OPMERKING: Als het voorpaneel van de grote papierlade zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken.
  • Pagina 470 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Origineelstoringen Als een origineel vastloopt in de AOD, stopt het apparaat en verschijnt er een bericht in de gebruikersinterface. Verhelp de origineelstoring door de instructies op het scherm te volgen en plaats het origineel vervolgens opnieuw in de AOD.
  • Pagina 471 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Als het origineel niet vastzit in het invoergedeelte, kunt u het verwijderen. Als u instructies krijgt om het wiel te draaien, draait u aan het groene wiel om het origineel omhoog uit te voeren.
  • Pagina 472 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Wanneer wordt aangegeven dat de origineelstoring zich achter het linkerdeksel bevindt, verwijdert u het vastgelopen origineel. Sluit het bovendeksel van het binnendeksel totdat dit op zijn plaats vastklikt.
  • Pagina 473 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Origineelstoringen in opvangzone Open de AOD of de afdekklep. Open de bandzone terwijl u de hendel vasthoudt en het vastgelopen origineel verwijdert. Druk de band voorzichtig terug in de oorspronkelijke stand. Laat de AOD zakken.
  • Pagina 474 Ongeniet Verbogen nietje Verbogen nietje Geen nietjes Neem contact op met het Xerox Welcome Centre als de nietjes in de kopieën worden geplaatst op de wijze zoals afgebeeld in de afbeeldingen. Nietje verbogen in Eén zijde van het nietje Nietje omgebogen in Eén kant van nietje steekt omhoog...
  • Pagina 475 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n BELANGRIJK: Verwijder het verbogen nietje wanneer u het klepje van de nietcassette opent. Als u het verbogen nietje niet verwijdert, kan er een nietstoring optreden. Verwijder het kapje van de nietcassette alleen voor het verwijderen van het verbogen nietje.
  • Pagina 476 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Open het klepje van de nietcassette zoals in de afbeelding en verwijder het vastgelopen nietje. WAARSCHUWING: Wees voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen nietjes dat u uw vingers niet bezeert.
  • Pagina 477 Als de nietjes niet kunnen worden verwijderd na het uitvoeren van bovenstaande procedures, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. Nietstoringen bij nietcassette voor katernen In het volgende gedeelte wordt de oplossing beschreven voor nietstoringen in de nietcassette voor katernen.
  • Pagina 478 OPMERKING: Als het rechterpaneel zelfs maar op een kier blijft staan, zal er een bericht verschijnen en zal het apparaat niet werken. Als de nietjes niet kunnen worden verwijderd na het uitvoeren van bovenstaande procedures, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre. 12 - 9 0...
  • Pagina 479 1 2 . Pr ob l em e n op l os s e n Problemen met gekrulde aflevering oplossen U kunt het krullen van aflevering corrigeren door het indrukken van de ontkrullertoets. De ontkrullertoets werkt zowel wanneer het apparaat in werking is als bij inactiviteit zo lang het apparaat maar is ingeschakeld.
  • Pagina 480 12 . P r o bl e me n o p lo s s e n Modi en werking van ontkrullertoets In het volgende gedeelte worden de modi en functie van de ontkrullertoets beschreven. Omlaag krullen Omhoog krullen Ontkrullertoets Functie Indicatielampje Modus Auto...
  • Pagina 481 Waarschuwingen en beperkingen • Eenvoudige procedures Technische specificaties In dit gedeelte wordt een overzicht gegeven van de specificaties van de Xerox 4110/4590. Omwille van productontwikkeling zijn productspecificaties en uiterlijke aspecten onderhevig aan wijziging zonder voorafgaande kennisgeving. Specificaties voor Kopiërens Item...
  • Pagina 482 • Lade 5 (handm. invoer): 52 - 253 g/m Belangrijk: Het wordt aangeraden om door Xerox aanbevolen papiersoorten te gebruiken. Het afdrukken kan niet correct verlopen afhankelijk van de omgevingscondities. Tijd eerste kopie 3,0 sec. (glasplaat / 100% vergroten/verkleinen / Lade 1 /8,5 x 11 inch/A4 )
  • Pagina 483 • Lade 5/handmatige invoer: 250 vellen • Laden 6 en 7/grote papierlade: 2000+ vellen Belangrijk: Ladne 6 en 7 (grote papierlade) zijn optioneel voor Xerox 4110; ze zijn standaard voor de Xerox 4590. • Maximum papiercapaciteit: 8225 pagina's (incl. laden 6 en 7/grote papierlade)
  • Pagina 484 13 . Te c hn i s c he s p e c i fi c at i es Afdrukspecificaties Type Ingebouwde printer Continu afdruksnelheid Hetzelfde als bij kopiëren; raadpleeg Specificaties voor Kopiërens, Continu kopieersnelheid op pagina 13-3. Belangrijk: 8,5 x 11 inch/A4 : Bij het afdrukken van hetzelfde document als bij kopiëren.
  • Pagina 485 1 3 . Te c h ni s c h e s pe c i fi c a ti e s Belangrijkste specificaties voor scantoepassingen Type Zwart/wit-scanner Scanformaat Maximumformaat: 297 x 432 mm (A3, 11 x 17 inch) voor zowel vellen als boeken Scanresolutie •...
  • Pagina 486 8,5 × 11 inch (KKE), 8,5 × 13 inch (KKE), 8,5 × 14 inch (KKE), 10 x 14 inch (KKE), 11 × 17 inch (KKE) Invoercapaciteit originelen 250 vellen Belangrijk: Bij gebruik van Xerox 75 g/m papier. Doorvoersnelheid originelen Voor Xerox 4110/4590: • 100 vellen/min (8,5 x 11 inch/A4 portret, 1-zijdig)
  • Pagina 487 • X-richting: 148-488 mm/5,8-19 inch Capaciteit 500 vellen Belangrijk:Bij gebruik van Xerox papier. 75 g/m X er o x 4 110 /4 5 90 H a nd l ei d i ng v o o r d e g eb r u ik e r...
  • Pagina 488 8,5 × 14 inch, 12 × 18 inch, 12,6 × 19,2 inch, 13 × 18 inch, 13 × 19 inch • 8K, 16K, speciaal A4, speciaal A4 , speciaal Belangrijk: Bij gebruik van Xerox papier. 75 g/m * Wanneer nieten is gespecificeerd...
  • Pagina 489 Belangrijk: 65 vellen voor papier groter dan A4 of 8,5 x 11 inch. Nietcassette voor 50 vellen is optioneel. Van toepassing bij gebruik van Xerox 75 g/m papier. Nietpositie 1 nietje (voor / binnen, schuin), 2 nietjes (parallel) Belangrijk: Schuin is alleen mogelijk voor vellen van A4/ 8,5 x 11 inch of A3/11 x 17 inch formaat.
  • Pagina 490 • Vouwen: 5 vellen Belangrijk: 14 vellen wanneer omslagen worden toegevoegd. Opmerking: Het maximum aantal geniete pagina's kan worden gewijzigd door middel van een instelling die de Xerox- technicus kan veranderen. Nietpositie 2 nietjes Papiersoort 60-90 g/m ; 60-105 g/m (Bij gebruik van toepassing In tweeën vouwen)
  • Pagina 491 Item Specificatie Als Z vouwen Z-papierformaat 11 x 17 inch/A3, 10 x 14 inch/B4, 8K Capaciteit Max: 30 vellen (A3/11 × 17 inch, Xerox papier voor 75 g/m als Z-vouwen) Belangrijk: 20 vellen voor 8K en 10 x 14"/B4 Papiersoort...
  • Pagina 492 13 . Te c hn i s c he s p e c i fi c at i es Afdrukbaar gebied In dit gedeelte wordt het beschikbare afdrukbare gebied beschreven. Standaard afdrukbaar gebied Het standaardgebied dat kan worden afgedrukt laat een marge van 0,16 inch (4,1 mm) aan alle vier randen van het papier (voor SRA3-formaat (320 mm) een marge van 0,45 inches of 11,5 mm links en rechts).
  • Pagina 493 1 3 . Te c h ni s c h e s pe c i fi c a ti e s Raadpleeg de online help van de printerdriver voor informatie over printerdriverinstellingen. Voor meer informatie over de instellingen op het bedieningspaneel raadpleegt u "Print Area" (Afdrukgebied) in de System Administration Guide of neemt u contact op met uw systeembeheerder.
  • Pagina 494 13 . Te c hn i s c he s p e c i fi c at i es Lijst van optionele onderdelen Hieronder worden de belangrijkste opties beschreven die beschikbaar zijn. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre als u deze zou willen aanschaffen. Productnaam...
  • Pagina 495 1 3 . Te c h ni s c h e s pe c i fi c a ti e s Het apparaat installeren en verplaatsen • Neem contact op met het Xerox Welcome Centre wanneer het apparaat moet worden verplaatst. •...
  • Pagina 496 13 . Te c hn i s c he s p e c i fi c at i es Ontvangst van ongewenste e-mail voorkomen Het apparaat is voorzien van een functie om kwaadwillende e-mail die door derden met een bekend e-mailadres naar het adres van de gebruiker zijn verzonden, te blokkeren.
  • Pagina 497 1 3 . Te c h ni s c h e s pe c i fi c a ti e s Eenvoudige procedures In dit gedeelte worden procedures vermeld die vaak terugkomen in veelgestelde vragen, met name met betrekking tot systeeminstellingen.
  • Pagina 498 13 . Te c hn i s c he s p e c i fi c at i es Instellingen veelgebruikte functies De gebruikers-ID wijzigen voor de systeembeheerder Aan-/afmelden Gebruikers-ID invoeren Systeeminstellingen Instellingen systeembeheerder Aanmeldings-ID systeembeheerder Voor informatie raadpleegt u "System Administrator Login ID" (Aanmeldings-ID systeembeheerder) in de System Administration Guide.
  • Pagina 499 1 3 . Te c h ni s c h e s pe c i fi c a ti e s Een overzicht/lijst instellen om automatisch af te drukken (of niet) Aan-/afmelden Gebruikers-ID invoeren Systeeminstellingen Systeeminstellingen Gemeenschappelijke instellingen Overzichten Selecteer het overzicht Voor informatie raadpleegt u "Reports"...
  • Pagina 500 13 . Te c hn i s c he s p e c i fi c at i es 13 - 2 0 Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 501 Index Afdrukopdrachten in wachtrij met voorrang afdrukken 9-19 Cijfers Afleveren, in tweeën of drieën gevouwen papier 3-81 2-zijdig 3-83 Aflevering afdrukken 5-52 richting 3-80 kopieën maken 3-83 Aflevering met afwerking 3-83 kopiëren (boek) 3-34 Afmetingen 13-3 originelen 4-29 Afmetingen/gewicht 13-6 originelen verzenden 4-29, 4-36 Afwerking 5-46 2-zijdige kopieën maken 3-24...
  • Pagina 502 In d ex Beveiligde afdrukdocumenten Donkerder 4-28 afdrukken 9-8 Doorstuurbestemmingen, opgeven 4-26 verwijderen 9-7 Doorstuurprotocol 4-24 Bevestigingslampje 2-3 Doorvoersnelheid originelen 13-6 Binnen verwijderen 3-97 Blanco vellen invoegen tussen transparanten 3-58 Eerst boven, dan onder 4-37 Buiten verwijderen 3-97 Eerst links dan rechts 4-36 Eerst rechts, dan links 4-37 E-mail verzenden 13-5 Circuitonderbreker 2-10...
  • Pagina 503 Index Interface 13-4, 13-5 Invoercapaciteit originelen 13-6 Harde schijf overschrijven 10-7 Invoerstadia / papiercapaciteit 13-6 HP-GL/2 instellingenlijst 10-22 lijst opgeslagen Kan niet afdrukken 12-21 programmering 10-22 Kantlijn 3-43 Huidige opdrachten Kantlijnverschuiving 4-41, 5-53 controleren 9-3 Katern maken 3-51, 5-55 klep tonerafvalcontainer 2-3 Kop naar boven 4-30 In batch plaatsen van originelen 3-94 Kop naar links 4-31...
  • Pagina 504 In d ex Modus Laag energieverbruik 2-10 Multi-page TIFF 4-32 Lade 1 2-2 Lade 2 2-2 Lade 3 2-2 Negatief beeld 3-48 Lade 4 2-2 Nietcassette 2-4, 11-2, 11-9 Lade 5 2-2 voor 100 vellen XA 11-2 Lade 5 (handmatige invoer) voor 50 vellen XB 11-2 papier plaatsen 8-8 voor AVH-module XC 11-2...
  • Pagina 505 Index Opgeslagen programma's Papier plaatsen 8-5 (andere) naam geven 7-7 lade 5 (handmatige invoer) 8-8 namen registreren en wijzigen 7-7 papiercapaciteit 13-3 oproepen 7-9 Papierformaat registreren 7-3 wijzigen 8-15 verwijderen 7-6 Papierinvoer 3-20, 5-45 Opmerkingen en beperkingen 13-14 Papierstoringen 12-49 Opslaan 5-44 Opslaan en afdrukken 5-44 instellingenlijst 10-21...
  • Pagina 506 In d ex Specificeren beeldzijde naar boven of beneden Scan- 3-80 resolutie 13-1 bestandsnaam om op te slaan 4-45 Scandensiteit, aanpassen 4-28 scanformaat 4-38 Scanformaat 4-38, 13-5 scanresolutie vóór het scannen 4-35 afwijkend origineelformaat 3-36 scanverhouding vóór het scannen opgeven 4-38 4-43 opgeven voor origineel 3-36 Spiegelbeeld 3-48...
  • Pagina 507 Index Voorinstellingen Vergroten 3-17 Voorinstellingen Verkleinen 3-17 Uiterlijk van de kopie controleren 3-92 voorklep 2-2 Uitgebreid afdrukbaar gebied 13-12 Vouwen 3-81, 3-84, 5-51 Uitgesteld afdrukdocument Vrij formaat 4-39 verwijderen 9-13 Uitschakelen 2-9 Wissen achtergrondkleur 4-34 Van 4-19 achtergrondkleur van originelen Variabel percentage 3-18 3-29 Verbruiksartikelen 11-2...
  • Pagina 508 In d ex Xe r o x 4110 / 45 90 Ha n dl e i di n g v o or d e g e br u i k e r...
  • Pagina 510 September 2005 Version 2.0...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

4110