Software installeren voor afdrukken via een
netwerk
Als u uw printer op een netwerk aansluit, moet u eerst de TCP/IP-
instellingen voor de printer configureren. Nadat u de TCP/IP-instellingen
hebt toegewezen en gecontroleerd, kunt u de software op elke computer
in het netwerk installeren.
U kunt de printersoftware installeren volgens de standaardmethode of de
aangepaste methode.
Standaardinstallatie
Dit type installatie wordt aanbevolen voor de meeste gebruikers.
Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor het afdrukken worden
geïnstalleerd.
1
Zorg ervoor dat de printer aangesloten is op uw netwerk en
aan staat. Zie de bijgeleverde gebruikershandleiding voor meer
informatie over hoe u de printer op een netwerk kunt aansluiten.
2
Plaats de bijgeleverde cd met stuurprogramma's en
hulpprogramma's in de optische drive van uw computer.
De cd-rom start automatisch en er wordt een installatievenster
getoond.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start en
vervolgens op Uitvoeren... Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X"
vervangt door de letter van het cd-romstation, en klik op OK.
Als u Windows Vista gebruikt, klikt u op Start → Alle programma's
→ Bureau-accessories → Uitvoeren... en typt u X:\Setup.exe.
Als het venster AutoPlay verschijnt in Windows Vista, klikt u op
Setup.exe Uitvoeren... in het veld Programma installeren of
uitvoeren. Vervolgens klikt u op Doorgaan in het vensterUser
Account Control.
3
Klik op Volgende.
• Selecteer, indien noodzakelijk, een taal in de keuzelijst.
• Gebruikershandleiding weergeven: biedt u de mogelijkheid
om de gebruikershandleiding te bekijken. Als Adobe
®
Acrobat
niet op uw computer geïnstalleerd is, klikt u op deze
optie om Adobe Acrobat Reader automatisch te installeren.
®
7
Printersoftware installeren onder Windows
4
Selecteer Typische installatie voor een netwerkprinter.
Klik op Volgende.
5
De lijst van beschikbare printers in het netwerk verschijnt.
Selecteer de printer die u wilt installeren in de lijst en druk
op Volgende.
• Als de printer niet in de lijst voorkomt, klikt u op Bijwerken
om de lijst te vernieuwen of selecteert u TCP/IP-poort
toevoegen om uw printer aan het netwerk toe te voegen.
Als u de printer aan het netwerk wilt toevoegen, moet
u de poortnaam en het IP-adres voor de printer invoeren.
Om het IP-adres of het MAC-adres van uw printer te
controleren, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af.
• Selecteer Gedeelde printer (UNC) om een gedeelde
netwerkprinter (UNC-pad) te vinden en voer de gedeelde
naam handmatig in of zoek een gedeelde printer door te
klikken op de knop Bladeren.
O
: Als u uw apparaat niet in het netwerk kunt vinden,
PMERKING
schakelt u de firewall uit en klikt u op Bijwerken. In Windows klikt u op
Start -> Configuratiescherm, gaat u naar Windows Firewall en
schakelt u deze optie uit. Voor andere besturingssystemen raadpleegt u
de online handleiding.