Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Afdrukken Op Speciale Afdrukmaterialen; Afdrukmateriaal Handmatig Plaatsen; Papierformaat En -Type Instellen - Dell 1235cn Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

AFDRUKKEN OP SPECIALE
AFDRUKMATERIALEN
In het apparaat kunnen speciale typen en formaten afdrukmateriaal worden
geplaatst, zoals briefkaarten, notitiekaarten en enveloppen. Dit is handig als u
maar één pagina wilt afdrukken op papier met briefhoofd of op gekleurd papier.

Afdrukmateriaal handmatig plaatsen

Plaats telkens slechts afdrukmateriaal van één formaat in de lade.
Voeg geen papier toe als de papierlade nog papier bevat. Zo voorkomt u
dat het papier vastloopt. Dit geldt ook voor andere soorten afdrukmateriaal.
Plaats afdrukmaterialen in de handmatige invoer met de te bedrukken zijde
naar boven en met de bovenrand eerst. Zorg ervoor dat het materiaal in het
midden van de lade ligt.
Plaats alleen afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties. Zo voorkomt
u papierstoringen en problemen met betrekking tot de afdrukkwaliteit.
(Zie "Afdrukmateriaal selecteren" op pagina 23.)
Maak omgekrulde kaarten, enveloppen en etiketten eerst vlak voordat
u ze in de papierlade plaatst.
1. Plaats het papier in de lade. (Zie "Het formaat van het papier in de
papierlade wijzigen" op pagina 26.)
Neem bij het plaatsen van het papier de volgende richtlijnen in acht,
afhankelijk van het type afdrukmateriaal:
Enveloppen: met de klep omlaag en de plaats voor de postzegel
linksboven.
Etiketten: met de afdrukzijde naar boven, waarbij de bovenste korte
zijde het eerst het apparaat ingaat.
Voorbedrukt papier: met de bedrukte zijde naar boven en de
bovenzijde in de richting van het apparaat.
Kaarten: met de afdrukzijde naar boven, waarbij de korte zijde het
eerst het apparaat ingaat.
Eerder bedrukt papier: met de eerder bedrukte zijde naar beneden
en de niet-gekrulde rand in de richting van het apparaat.
2. Start het afdrukmenu wanneer u vanuit een toepassing afdrukt.
3. Open de printereigenschappen voordat u gaat afdrukken.
4. Druk op het tabblad Papier in de printereigenschappen en selecteer het
juiste papiertype.
Als u op een etiket wilt afdrukken, stelt u het papiertype in op Etiket.
5. Selecteer Handmatige invoer bij papierbron en druk vervolgens op OK.
6. Start het afdrukken vanuit de toepassing.
7. Druk op het apparaat op Kleur Start of Zwart Start om de toevoer te
starten, waarna het afdrukken begint.
Als u meerdere pagina's wilt afdrukken, plaatst u het volgende vel
wanneer de eerste pagina wordt afgedrukt en drukt u op Kleur
Start of Zwart Start. Herhaal deze stap voor elke pagina die moet
worden afgedrukt.
De door u gewijzigde instellingen blijven alleen van kracht tijdens
het gebruik van het huidige programma.
28 _Originelen en afdrukmateriaal plaatsen

PAPIERFORMAAT EN -TYPE INSTELLEN

Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst, moet u het papierformaat en
-type instellen met behulp van de knoppen op het bedieningspaneel. Deze
instellingen zijn van toepassing op de kopieer- en faxmodus. Als u afdrukt
vanaf een computer, selecteert u het papierformaat en de papiersoort in het
desbetreffende programma.
1. Druk op Menu totdat Systeeminst. verschijnt op de onderste regel van
het display en druk vervolgens op OK.
2. Druk op pijl-links/rechts totdat Papierinstel. verschijnt en druk op OK.
3. Druk op OK wanneer Papierformaat verschijnt.
4. Druk op pijl-links/rechts totdat het gewenste papierformaat verschijnt en
druk op OK.
5. Druk op pijl-links/rechts totdat Type papier verschijnt en druk op OK.
6. Druk op pijl-links/rechts totdat de gewenste papiersoort verschijnt en
druk op OK.
7. Druk op Stoppen/Wissen om terug te keren naar de gereedmodus.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave