4.7.7
Afstelling van de mechanische dichting
4.7.7.1 GS – Enkele mechanische dichting
1. Mechanische dichting zonder stelschroeven (bijv. Sealol, type 043 en Burgmann type
MG12) – Pompgrootte TG H2-32 en TG H3-32
De mechanische dichting is tegen een schouderring (2090) gemonteerd, zie figuur.
Afstelling is niet noodzakelijk wanneer de inbouwlengte van de mechanische dichting overeen-
komt met de EN12756 (DIN24960) L
dichting korter is dan L
correcte inbouwlengte.
2. Mechanische dichting met stelschroeven bevestigd op de pompas
A. Groottes TG H2-32 en TG H3-32
Om montage en afregeling van dit soort mechanische dichting mogelijk te maken, moeten de
pomponderdelen manteldeksel (0400) en stoppen (0460) worden verwijderd van de pomp zoals
getoond op de onderstaande figuur.
Over het algemeen kan de schouderring (2090) niet gebruikt worden, doordat zijn vaste breedte
de enge toleranties die voor dit type mechanische dichting vereist zijn, niet toelaat.
Regel eerst het draaiende gedeelte van de mechanische dichting af en bevestig het op de
pomp as met de stelschroeven. Eenmaal afgeregeld en bevestigd, kan de montage verdergaan
zoals in de figuur getoond wordt. Dicht de stoppen (0460) af met een dichtingshars dat bestand
is tegen hoge temperaturen (b.v. Loctite 648). De methode voor het afregelen is gelijkaardig aan
de verder beschreven methode voor grotere pompen.
0410
70
lengte. Wanneer de inbouwlengte van de mechanische
1K
, moet de breedte van de schouderring aangepast worden aan de
1K
2090
Montage van een mechanische dichting zonder stelring
0460
A
2200
0400
2200
A.0500.352 – IM-TGH/07.03 NL (11/2016)