4.7
Mechanische dichting
Richtlijnen voor de montage en regeling van de mechanische dichting – pomptypes GS, GG en GD.
4.7.1
Algemeen
•
Alle personeel dat verantwoordelijk is voor onderhoud, inspectie en montage moet voldoende
gekwalificeerd zijn.
•
Gebruik de specifieke instructies die met de mechanische dichting meegeleverd worden.
•
De montage en afregeling van mechanische dichtingen moeten in een zuivere omgeving
uitgevoerd worden.
•
Gebruik technisch aangepast gereedschap dat zich in goede staat bevindt. Gebruik ze op de
juiste manier.
4.7.2
Voorbereiding
Controleer of de te monteren mechanische dichting van de juiste maat en constructie is. Verifieer
eveneens of ze volgens de volgende instructies kan worden geassembleerd:
•
De afstelmaten zijn gebaseerd op de norm EN12756 (DIN24960) mechanische dichtingen, op
de standaard axiale speling en de standaard pomponderdelen.
•
Bij de pompversies GS, GG (uitgezonderd grootte TG H2-32 en TG H3-32) kan de lengte van
de eerste mechanische dichting gelijk zijn aan deze van EN (DIN) L1K (korte versie) of deze van
EN (DIN) L1N (lange versie). De tweede mechanische dichting van versie GG heeft steeds een
korte lengte gelijk aan DIN-L1K. De TG H2-32 en TG H3-32 laten enkel korte L1K EN12756
(DIN 24960) mechanische dichtingen toe.
•
Versie GD heeft voor beide mechanische dichtingen altijd de korte lengte gelijk aan EN (DIN)
L1K.
•
Wanneer de lengte van de mechanische dichting niet volgens EN12756 (DIN24960) is, moet
de inbouwlengte en afstand opnieuw berekend worden (met behulp van de gegevens uit tabel
4.7.7.1).
•
Met de dubbele mechanische dichting van versie GD (rug-aan-rug) kunnen problemen optreden
wanneer men een dichting monteert die korter is dan L1K. In een dergelijk geval moeten
bepaalde stukken gewijzigd worden.
•
Monteer de mechanische dichting met de pomp in een verticale positie met het pompdeksel naar
beneden. Volg de verder beschreven montagevolgorde.
•
De mechanische dichting moet afgeregeld worden zonder axiale speling tussen het pomp deksel
en de rotor. Zowel de rotor als de as worden tegen het pompdeksel geduwd.
-
De standaard axiale speling is inbegrepen in de regelafstand X en Y (voor X zie tabel 4.7.7.1
en voor Y zie tabel 4.7.3)
-
Controleer de oppervlakte van de as. Bescherm elke scherpe hoek met kleefband of met een
ander geschikt middel.
4.7.3
Speciale gereedschappen
•
Conische beschermbus (9010).
•
Afstelplaat voor een regelafstand Y=1 mm (9020) voor versie GG.
•
Afstelgereedschap voor een regelafstand Y (9040) voor versie GD.
•
Dikteblokken van verschillende dikte om de juiste regelhoogte X te kunnen samenstellen (versies
GS en GG).
•
Set tapbouten voor het tijdelijk vastzetten van het dichtingdeksel of gereedschappen (9030 en
9050).
•
Aanbevolen smeermiddel: OKS477 (eveneens geschikt voor EP-rubber)
•
Zeemvel
Voor versie
GS, GG, GD
GS
GD
Gebruikte symbolen:
A: gemeten afstand van lagerbus tot behuizing
X: te meten regelafstand vanaf de eerste mechanische dichting bij versie GS en GG (zie tabel 4.7.7.1)
Y: regelafstand vanaf de tweede mechanische dichting bij versie GG en GD (zie tabel 4.7.3)
68
Item
Nrs.
2-32/3-32
6-40
9010
1
x
9020
2
–
9030
2
–
M6x10
9040
1
0,6
8,9
9050
2
M6x10
M6x20
TG H pompgrootte
15-50/23-65
58-80
86-100
x
x
x
Regelafstand Y in mm
1
1
1
M6x16
M8x20
M8x20
Regelafstand Y in mm
11,9
10,3
10,8
M6x20
M8x20
M8x20
A.0500.352 – IM-TGH/07.03 NL (11/2016)
185-125
360-150
x
x
x
1
1
1
M8x25
M10x30
10,3
12,2
M8x20
M10x25