Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Minimum Luchtafstanden; Schroefverbindingen - Siemens INNOMOTICS 1FP1/3 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Elektrische aansluiting
6.2 Machine aansluiten
Bij het aansluiten met kabelschonen moet hun formaat worden uitgekozen in
overeenstemming met de noodzakelijke dwarssnede van de ader en het boutformaat. Een
schuine plaatsing is enkel toegelaten in zoverre de noodzakelijke lucht- en kruiptrajecten
worden gerespecteerd.
De uiteinden van de geleiders dienen zodanig te worden geïsoleerd dat de resterende isolatie
bijna tot aan de kabelschoen reikt.
Opmerking
De stroombestendige verbinding wordt gewaarborgd door een direct contact tussen de
kabelschoenvlakken en de contactmoer resp. contactschroef.
6.2.2.9

Minimum luchtafstanden

Controleer na de vakkundige montage, of de minimale luchtafstand tussen niet geïsoleerde
delen wordt nageleefd. Let daarbij op de afstaande draadeinden.
Tabel 6-2
De waarden gelden voor een installatiehoogte tot 2000 m.
Bij vaststelling van de benodigde minimale luchtafstand mag de spanningswaarde in de tabel met de factor
1,1 worden verhoogd, zodat het huidige nominale spanningsbereik bij algemeen gebruik in acht wordt
genomen.
6.2.3

Schroefverbindingen

Schroefverbindingen met moer (EN 62444)
70
Minimale luchtafstand afhankelijk van effectieve waarde van de wisselspanning U
Effectieve waarde van de wisselspanning U
≤ 250 V
≤ 500 V
≤ 630 V
≤ 1000 V
Minimale luchtafstand
eff
 
 
Moer
O-ring
1LE1, 1FP1/3, 1PC1/3 Ashoogte 63 ... 315
Bedieningshandleiding, 07/2024, A5E45254877A
eff
mm
3,0
3,0
5,5
8,0

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Innomotics 1pc1/3Innomotics 1le1

Inhoudsopgave