Onderhoud
9.2 Inspectie en onderhoud
9.2.3
Eerste inspectie na montage of reparatie
Voer na ca. 500 bedrijfsuren, uiterlijk na 6 maanden na inbedrijfstelling de volgende controles
uit:
Tabel 9-1
Controle
Of de elektrische parameters in acht worden genomen.
De toegestane temperaturen op de lagers en in de wikkeling mogen niet
worden overschreden.
of de rust en de geluiden tijdens het draaien van de machine niet erger zijn
geworden.
In het fundament zijn geen verzakkingen of scheuren ontstaan. (*)
(*) Deze controles kunt u bij bedrijf of bij stilstand uitvoeren.
Verdere controles kunnen in overeenstemming met de installatiespecifieke verhoudingen
nodig zijn.
LET OP
Schade aan de machine
Als u bij de inspectie ongeoorloofde afwijkingen vaststelt, verhelp deze dan onmiddellijk.
Anders kan dit tot materiële schade aan de machine leiden.
Zie ook
Richtwaarden voor de controle van de opslagtemperatuur (Pagina 83)
9.2.4
Hoofdinspectie
Controleer of aan de opstelvoorwaarden is voldaan. We raden dit aan na ca. 16 000 bedrijfsuren.
Controleer uiterlijk na 2 jaar het volgende:
Tabel 9-2
Controle
Of de elektrische parameters in acht worden genomen.
De toegestane temperaturen op de lagers mogen niet worden overschreden.
of de rust en de geluiden tijdens het draaien van de machine niet erger zijn
geworden.
In het fundament zijn geen verzakkingen of scheuren ontstaan. (*)
Of de uitlijning van de machine zich binnen de toelaatbare toleranties bevindt.
Of alle bevestigingsbouten voor mechanische en elektrische verbindingen
goed zijn vastgedraaid.
100
Controle na montage of reparatie
Controles bij de hoofdinspectie
Tijdens
bedrijf
X
X
X
X
Tijdens
bedrijf
X
X
X
X
1LE1, 1FP1/3, 1PC1/3 Ashoogte 63 ... 315
Bedieningshandleiding, 07/2024, A5E45254877A
Bij stil‐
stand
X
Bij stil‐
stand
X
X
X