Voorbereiding voor gebruik
4.5 Transport en opslag
Condenswaterboring
Aanwezige condenswaterboringen voor het aftappen van condenswater dienen afhankelijk van
de omgevingscondities ten minste elke 6 maanden te worden geopend.
Opslagtemperatuur
Toegestaan temperatuurbereik: -20 °C tot +50 °C
Maximaal toegestane luchtvochtigheid: 60 %
Voor machines die specifiek zijn uitgevoerd voor afwijkende omgevingstemperatuur
tijdens gebruik of afwijkende installatiehoogte, kunnen voor de opslagtemperatuur andere
voorwaarden gelden. Neem bij deze machines de informatie over de omgevingstemperatuur
en installatiehoogte op het vermogensplaatje van de betreffende machine in acht.
Opslagtijd
Draai de as eenmaal per jaar, zodat permanente stilstandsmarkeringen worden voorkomen. Bij
langere opslagtijd vermindert de vetgebruiksduur (veroudering) van de lagers.
Open lagers
• Controleer bij open lagers (bijv. 1Z) de vettoestand bij een opslag langer dan 12 maanden.
• Als bij de controle ontoliën of vervuiling van het vet wordt geconstateerd, moet het vet
worden ververst. Binnendringen van condenswater veroorzaakt wijzigingen in de
consistentie van het vet.
Gesloten lagers
• Bij gesloten lagers dienen na een opslagtijd van 48 maanden de lagers DE en NDE te worden
vervangen.
LET OP
Opslag
Het onbeschermd gebruik of opslaan van de machine kan beschadigingen aan de machine
veroorzaken.
• Bescherm de machine tegen directe intensieve zonnestralen, regen, sneeuw, ijs of stof.
• Neem voor meer informatie contact op met het Service center (Pagina 12) of stem het
36
Plaats de machine onder een frame of een extra afdekking.
gebruik in de buitenlucht technisch af.
1LE1, 1FP1/3, 1PC1/3 Ashoogte 63 ... 315
Bedieningshandleiding, 07/2024, A5E45254877A