Elektrische aansluiting
6.2 Machine aansluiten
Sluit de nettoevoerleidingen bij vast gedefinieerde draairichtingen (draairichtingpijl) op de
juiste wijze aan.
• Wanneer de netleidingen met de fasevolgorde L1, L2, L3 op U, V, W resp. volgens NEMA op
T1 T2 T3 worden aangesloten, dan resulteert dit in een rotatie met de klok mee (rechtsom).
• Wanneer u 2 aansluitingen omwisselt, bijv. L1, L2, L3 op V, U, W resp. volgens NEMA op
T2 T1 T3 aansluit, resulteert dit in een rotatie tegen de klok in (linksom).
Netleidingen
Klemmenaanslui‐
ting
Klemmenaanslui‐
ting
Draairichting van de motor bij aanzicht op de DE-kant
6.2.2.3
Klemaanduiding
Bij de klemaanduidingen volgens IEC / EN 60034‑8 gelden voor draaistroommachines de
volgende definities:
Tabel 6-1
1
x
6.2.2.4
Kabelinvoer
Montage en installatie
Schroefkoppeling in de behuizing schroeven of met contramoer bevestigen.
Opmerking
De schroefkoppelingen moeten geschikt zijn voor de gebruikte aansluitkabels (diameter,
wapening, vlechtwerk, afscherming).
Let er bij de schroefkoppelingen op dat deze voldoen aan de vereisten inzake IP-
beschermingsklasse (water en stof) en het bereik van de werktemperatuur volgens het
vermogensplaatje of beter zijn.
68
Draairichting
-
Rechtsom
draaiend
Linksom draai‐
end
klemaanduidingen aan bijvoorbeeld 1U1-1
U
1
-
1 Benaming
Kencijfer voor onderverdeelde wikkeling, voor zover dit van toepassing is. Speciaal
geval voor pooltoewijzing bij machines met omschakelbare polen.
Een lager cijfer komt overeen met een lager toerental.
x
Fasenbenaming U, V, W
x
Kencijfer voor schroefdraadbegin (1) of schroefdraadeinde (2) resp. bij meer dan
een aansluiting per schroefdraad
x Bijkomend kengetal indien bij meerdere klemmen met verder een gelijke benaming
een aansluiting van parallelle nettoevoerleidingen verplicht is
Volgens IEC
L1 L2 L3
U V W
V U W
1LE1, 1FP1/3, 1PC1/3 Ashoogte 63 ... 315
Bedieningshandleiding, 07/2024, A5E45254877A
Volgens NEMA
L1 L2 L3
T1 T2 T3
T2 T1 T3