7.6.1
74
Machine via het besturingspaneel verplaatsen
1. Controleer of de kabelbesturing is aangesloten (ÄHoofdstuk 7.3 „Kabelbestu-
ring aansluiten", op pagina 67).
2. Machine inschakelen (ÄHoofdstuk 7.4 „Machine in-/uitschakelen", op pagina
69).
4
3
1
2
Afb. 63
3. De functieschakelaar op [kettingfunctie] (rood) (Afb.63/1) zetten.
4. Met modusschakelaar de snelheid [Kruipgang] (Afb.63/2) of [IJlgang]
(Afb.63/3) kiezen.
5. Machine met de besturingshendels (Afb.63/4 en 5] conform de volgende tabel
verrijden.
LET OP
Door langzaam bedienen van de besturingshendel kan de rijsnelheid worden aan-
gepast.
Omdat van de kruipgang de meeste kracht uitgaat, komt deze bij kleine keerradii
het best van pas.
WAARSCHUWING
Letselgevaar voor onaangepaste snelheid op hellingen!
Door niet-aangepaste snelheid bij bediening van de hoogwerker op hellingen kan
de machine kantelen of wegglijden. Dit kan leiden tot ernstig letsel en de dood, en
materiële schade.
–
Op hellingen de machine alleen in kruipgang rijden.
Bediening
5
5-2-2020