Advertenties
Code
Beschrijving
120
Softwarefout/hardwarefout.
121
De SW-versie werd gewijzigd. SW-versie met TODAC aanpassen.
122
Ingangen voor de positieschakelaar "Middenpositie kooidraaien" controleren.
123
Ingangen voor de positieschakelaar "Kooipositie neerlaten OK" controleren.
124
Ingangen voor de positieschakelaars "Lage werkhoogte" controleren.
125
De vrijgaveknop USA werd bij de start van de machine bediend of is defect.
126
Ingangen van de positieschakelaar "Onderarm" controleren.
127
Ingangen voor de stempelvergrendeling van stempel 1 controleren.
128
Ingangen voor de stempelvergrendeling van stempel 2 controleren.
129
Ingangen voor de stempelvergrendeling van stempel 3 controleren.
130
Ingangen voor de stempelvergrendeling van stempel 4 controleren.
131
Vergelijkingsfout van de onderarmhoeken. Draaisensor controleren of hoeksensoren afstellen.
132
De maximale onderarmhoek werd overschreden of de draaisensor is defect.
133
Vergelijkingsfout van de verschilhoeken. Draaisensor controleren of hoeksensoren afstellen.
134
De maximale bovenarmhoek werd overschreden of de draaisensor is defect.
135
De offsetwaarde overschrijdt het toegestane bereik. Draaisensor onderarm controleren en opnieuw afstel-
len.
136
Joystick 3 van de kabelafst.bedien. werd bij de start van de machine uitgestuurd of is defect.
137
Joystick 4 van de kabelafst.bedien. werd bij de start van de machine uitgestuurd of is defect.
138
Hellingssensor voor het kooiniveau controleren / externe CANopen-bus controleren.
139
Hellingssensor voor het kooiniveau controleren / externe CANopen-bus controleren.
140
Hellingssensor voor het kooiniveau levert verschillende waarden. Sensor controleren.
141
De maximale hellingshoek voor het kooiniveau werd overschreden. Sensor of kooiniveau-aansturing con-
troleren
142
Hellingssensor voor het kooiniveau defect. Sensor controleren.
143
Ongeldige parameters voor de aansturing van het kooiniveau. Parameterinstelling uitvoeren.
144
Softwarefout / hardwarefout.
145
Draaihoeksensor op de werkkooi defect. Sensor en toevoerleiding controleren.
146
De minimale bovenarmhoek werd niet bereikt of de draaisensor is defect.
147
De minimale verschilhoek werd niet bereikt of de draaisensor is defect.
148
De maximale verschilhoek werd overschreden of de draaisensor is defect.
149
De minimale onderarmhoek werd niet bereikt of de draaisensor is defect.
150
De onderarm mag alleen naar beneden gebracht zijn, als de eindschakelaars onderarm ingeschoven be-
diend zijn.
151
De offsetwaarde overschrijdt het toegestane bereik. Draaisensor controleren en opnieuw afstellen.
152
Ingangen voor de positieschak. "Bovenarm opgelegd" controleren.
153
De gemeten hoek mag bij opgelegde bovenarm een bepaalde waarde niet overschrijden. Evt. klemt de
positieschakelaar in de steun.
154
De offsetwaarde overschrijdt het toegestane bereik. Draaisensor bovenarm controleren en opnieuw af-
stellen.
155
De positieschakelaar voor ingeschoven van de bovenarm is defect.
156
De schakelaar voor de activering van de Home-functie op het besturingspaneel werd bediend of is defect.
157
Hellingssensor voor het kooiniveau heeft een ongeldige meetwaarde gestuurd. De meetwaarde ligt buiten
het meetbereik.
158
De verschilhoek werd bij opgetilde onderarm overschreden of de draaisensor is defect.
164
Storingen
5-2-2020
Advertenties
