NEDERLANDS
CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES
Fabrikant:
FAAC S.p.A.
Adres:
Via Benini, 1 - 40069 Zola Predosa BOLOGNA - ITALIË
Verklaart dat:
de aandrijving mod. 748 met apparatuur 748D
• gebouwd is voor opname in een machine of voor assemblage met andere machines zodat een machine
gevormd wordt in de zin van de Richtlijn 89/392/EEG en latere wijzigingen 91/368/EEG, 93/44/EEG, 93/68/EEG;
• in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende andere EEG-richtlijnen:
73/23/EEG en latere wijziging 93/68/EEG.
89/336/EEG en latere wijziging 92/31/EEG en 93/68/EEG
en verklaart bovendien dat het niet is toegestaan de machine in bedrijf te stellen voordat de machine waarin
zij zal worden ingebouwd of waarvan zij onderdeel zal uitmaken geïdentificeerd is en in overeenstemming
is verklaard met de voorwaarden van de Richtlijn 89/392/EEG en latere wijzigingen, overgenomen in de
nationale wetgeving middels het Presidentieel Besluit van 24 juli 1996.
Bologna, 01 januari 2002
1) LET OP! Het is van belang voor de veiligheid van personen dat de hele
instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een foutieve installatie of foutief
gebruik van het product kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
2) Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie
van het product.
3) De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen
het bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke
bron van gevaar.
4) Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
5) Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het gebruik dat in
deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet
uitdrukkelijk vermeld wordt, zou het product kunnen schaden en/of een
bron van gevaar kunnen vormen.
6) FAAC wijst elke aansprakelijkheid die voortkomt uit oneigenlijk gebruik of
ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem bestemd is, af.
7) Installeer het apparaat niet in omgevingen waar explosiegevaar heerst:
de aanwezigheid van brandbare gassen of dampen vormt een ernstig
gevaar voor de veiligheid.
8) De installatie dient te worden gerealiseerd volgens de voorschriften van
de volgende normen: EN 12604, EN 12605, EN12453, EN12455. Voor landen
buiten de EEG dienen behalve de hierboven vermelde normen ook de
nationale voorschriften te worden opgevolgd, om een voldoende
veiligheidsniveau te bereiken.
9) FAAC is niet aansprakelijk als de Regels der Goede Techniek niet in acht
genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet
worden, noch voor vervormingen die tijdens het gebruik kunnen ontstaan.
10) Alvorens ingrepen op de installatie te verrichten moet de elektrische
voeding worden afgekoppeld.
11) Breng een alpolige schakelaar met een afstand tussen de contacten van
minstens 3 mm aan op het voedingsnet van het automatische systeem. Het
is raadzaam een magnetothermische schakelaar van 6A met alpolige
onderbreking te gebruiken.
12) Controleer of er bovenstrooms van de installatie een
differentieelschakelaar aanwezig is met een inschakellimiet van 0,03 A.
(RICHTLIJN 89/392/EEG, BIJLAGE II, DEEL B)
De Algemeen Directeur
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
A. Bassi
13) Controleer of de apparatuur naar behoren geaard is, en sluit de metalen
delen van de sluiting aan op de aardingsinstallatie. Sluit bovendien de
geel-groene aardkabel van het automatische systeem hierop aan.
14) Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen
inklemming, bestaande uit een controle van het koppel; deze beveiliging
dient echter altijd te worden gecombineerd met andere
veiligheidsvoorzieningen.
15) De veiligheidsvoorzieningen (b.v. fotocellen, gevoelige veiligheidslijsten,
enz.) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke gebieden te beschermen
tegen mechanische gevaren die worden veroorzaakt door beweging,
zoals b.v. inklemming, meesleuren, amputatie.
16) In elke installatie dient, afgezien van de voorzieningen die genoemd zijn
onder punt "15", minstens één lichtsignaal te worden gebruikt (b.v. FAAC
MINILAMP, enz.), alsook een waarschuwingsbord dat op de poort/deur
dient te worden bevestigd.
17) FAAC aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de veiligheid en
de goede werking van het automatische systeem als er componenten in
de installatie worden gebruikt die niet door FAAC geproduceerd zijn.
18) Gebruik uitsluitend originele FAAC-onderdelen voor het onderhoud.
19) Voer geen wijzigingen uit op componenten die deel uitmaken van het
automatische systeem.
20) De installateur dient alle informatie te verstrekken over handmatige
bediening van het systeem in noodgevallen, en dient de gebruiker van
de installatie het boekje met waarschuwingen te overhandigen dat bij
het product hoort.
21) Sta het kinderen en volwassenen niet toe om zich op te houden in de buurt
van het product terwijl dit in werking is.
22) Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers buiten het
bereik van kinderen, om te vorkomen dat het automatische systeem
onopzettelijk kan worden bediend.
23) De gebruiker mag geen pogingen ondernemen tot reparatie of andere
directe ingrepen, en dient zich uitsluitend tot gekwalificeerd personeel
te wenden.
24) Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt voorzien, is niet
toegestaan.
1
NEDERLANDS