Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Maatregelen Bij Storingen; Controle Van De Instellingen Op De Iws - Stiebel Eltron WPL 10 A Montagehandleiding

Compacte lucht/water-warmtepomp
Verberg thumbnails Zie ook voor WPL 10 A:
Inhoudsopgave

Advertenties

8 Maatregelen bij storingen

8.1 Zie gebruiks- en montageaanwijzing WPM II

8.2 Controle van de instellingen op de IWS

BA
Schuifschakelaar (S1)
Afb. 16
Wanneer in geval van service met be-
WPM II
hulp van de WPM II de fout niet wordt
gevonden, moet in geval van nood
de schakelkast worden geopend en moeten de
instellingen op de IWS worden gecontroleerd.
Deze controle mag alleen door een vakman
worden uitgevoerd:
Schuifschakelaar (WP-Typ)
Met de Schuifschakelaar (WP-Typ) kunnen de
verschillende compressorsystemen worden
voorgeselecteerd. Deze instelling werd afhan-
kelijk van het type warmtepomp voor de WPL
10 A/I/IK in de fabriek op 1 ingesteld.
1 Enkele compressor met interne 2e WE (DHC)
Als de WPL bivalent met een ander tweede
verwarmingstoestel dan de DHC of als module
met een andere WPL moet werken, moet de
Schuifschakelaar (WP-Typ) in de stand
9 Enkele compressor met externe 2e WE
worden gezet. De interne 2e WE (DHC) mag in
dit geval niet worden aangesloten (besturing
en voeding).
Controleer of de Schuifschakelaar (WP-Typ)
correct is ingesteld.
16
Resetknop
Schuifschakelaar (WP-Typ)
Schuifschakelaars (S3)
De schuifschakelaars 1 en 2 hebben geen
betekenis.
Stand schuifschakelaar 3
Schakelaar AAN: SERVICE-werking
De overeenkomstige compressors (bepaald
door de instelling van de Schuifschakelaar
(WP-Typ)) worden met intervallen van secon-
den ingeschakeld.
Stand schuifschakelaar S4
Schakelaar AAN: STAND-ALONE-werking
Als de WPM II defect is, kan de warmtepomp
in noodgevallen ook in stand-alone-werking
worden gebruikt. In deze functie bestaat er
geen communicatie met de warmtepomp-ma-
nager WPM II. Er wordt op een vaste nominale
waarde geregeld. De warmtepomp schakelt
bij 50 °C aan en bij 55 °C uit. De vorstbescher-
mingsvoeler, die op de klem voeler 1,2 op de
IWS werd aangesloten, wordt nu gebruikt voor
de registratie van de regelgrootheid, m.a.w.
de vorstbescherming en de vries-
bescherming bij ontdooien voor
een buiten opgestelde warmtepomp gaan
verloren.
Verder moet de brug tussen klem X4/5 en X4/6
worden verwijderd en moet op de klem X4/5
een spanning van 230 V worden aangelegd.
De functie wordt door de rechter groene LED-
indicator aangegeven.
Lichtdiodes
Rode LED-indicator: Knipperen of statisch:
Als een warmtepompstoring zich eenmalig
voordoet, knippert de LED-indicator.
De installatie wordt uitgeschakeld
Als er binnen 2 bedrijfsuren meer dan 5
warmtepompstoringen optreden, brandt de
rode LED-indicator constant. De installatie
Diodes électrolu-
wordt permanent uitgeschakeld.
minescentes
In beide gevallen wordt de fout in de storin-
genlijst (parameter 46) van de WPM II opgeno-
men. Na het verhelpen van de storing kan de
werking na 10 minuten worden hernomen; de
LED-indicator gaat uit.
Om op de IWS storingen te wissen moet pa-
rameter 52 worden geselecteerd en door het
bedienen van de PRG-toets moet de IWS wor-
den teruggezet (reset). De interne teller wordt
daardoor op nul gezet.
Warmtepompstoringen die door de LED-indi-
cator worden aangegeven: hogedrukstoring,
lagedrukstoring, verzamelstoring en hard-
warefout op de IWS. (zie parameter 46)
Groene LED-indicator midden: Knippert tij-
dens de initialisering en brandt constant als
het busadres met succes werd toegekend. Al-
leen dan is er communicatie met de WPM II.
Groene LED-indicator rechts: Brandt constant
als de STAND-ALONE-werking ingesteld is.
Resetknop
Bij foutieve initialisering zie par. 5.4.1 in de
bedienings- en montagehandleiding van de
WPM II.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wpl 10 iWpl 10 ik

Inhoudsopgave