452160.69.24 · 07/2011 · Rei
Montage- en bedieningsrichtlijnen
WWP L 9 ID - WWP L 12 ID
1 Direct lezen a.u.b.
1.3
Wettelijke voorschriften en regels
Deze warmtepomp is volgens artikel 1, paragraaf 2 k) van de EG-richtlijn 2006/42/EC
(richtlijn voor machines) voor huiselijk gebruik bestemd en valt daarmee onder de eisen
van de EG-richtlijn 2006/95/EC (laagspanningsrichtlijn). De pomp is daarmee ook be-
stemd voor gebruik door leken voor het verwarmen van winkels, kantoren en andere
soortgelijke werkomgevingen, evenals voor het verwarmen van landbouwbedrijven, ho-
tels, pensions en dergelijke of voor het verwarmen van andere wooninrichtingen.
De constructie en uitvoering van de warmtepomp voldoen aan alle overeenkomstige
EG-richtlijnen, DIN- en VDE-voorschriften (zie CE-conformiteitsverklaring).
Bij de elektrische aansluiting van de warmtepomp dienen de overeenkomstige VDE-,
EN- en IEC-normen en het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (A.R.E.I.)
te worden nageleefd. Bovendien dienen de aansluitvoorwaarden van de netbeheerders
opgevolgd te worden.
Bij het aansluiten van het verwarmingssysteem dienen de betreffende voorschriften op-
gevolgd te worden.
Personen, in het bijzonder kinderen, die wegens hun fysieke, zintuiglijke of mentale
vaardigheden of wegens hun gebrek aan kennis of ervaring niet in staat zijn het toestel
op een veilige manier te gebruiken, mogen dit toestel niet zonder toezicht of instructies
van een verantwoordelijke persoon gebruiken.
Kinderen niet zonder toezicht laten om zeker te zijn dat ze niet met het toestel spelen.
1.4
Energiebesparend gebruik van de warmtepomp
Door het aanschaffen van deze warmtepomp draagt u bij aan de ontlasting van ons mi-
lieu. De voorwaarde voor een energiebesparende werking is de juiste dimensionering
van de warmtebron- en verwarmingssysteem.
Het is van groot belang voor de effectiviteit van een warmtepomp dat het temperatuur-
verschil tussen verwarmingswater en warmtebron zo gering mogelijk gehouden wordt.
Daarom is een zorgvuldige dimensionering van de warmtebron en de verwarmingsin-
stallatie dringend aan te bevelen. Een temperatuurverschil van één Kelvin (één °C)
meer leidt tot een stijging van het stroomverbruik van ca. 2,5 %. Let erop dat bij
het dimensioneren van de verwarmingsinstallatie ook rekening gehouden moet worden
met speciale lasten, zoals de warmwaterbereiding, en dat deze ook voor lagere tempe-
raturen gedimensioneerd moeten worden. Een vloerverwarming
(oppervlakteverwarming) is door lagere voorlooptemperaturen van (30 °C tot 40 °C)
optimaal geschikt voor het gebruik van een warmtepomp.
Tijdens het gebruik dient verontreiniging van de warmtewisselaars te worden voorko-
men, omdat hierdoor het temperatuurverschil verhoogd wordt, met een lagere prestatie
als gevolg.
Een aanzienlijke bijdrage tot energiebesparend gebruik wordt ook geleverd door de
warmtepompmanager, indien op de juiste manier ingesteld. Meer aanwijzingen hierom-
trent vindt u in de gebruiksaanwijzing van de warmtepompmanager.
3