SYSTEEMINSTELLINGEN (BEHEERDER)
OP HET BEDIENINGSPANEEL
In dit gedeelte worden de systeeminstellingen beschreven die door de beheerder van de machine worden geconfigureerd.
Systeeminstellingen (beheerder) openen
De beheerder moet de onderstaande procedure volgen om zich aan te melden en de Systeeminstellingen (beheerder) te openen.
Wanneer Gebruikersauthenticatie niet is ingeschakeld
Volg onderstaande inlogprocedure wanneer de functie "Gebruikersauthenticatie" (alleen webpagina) niet is ingeschakeld.
U kunt de toetsen op het display selecteren met de pijltoetsen en de [OK]-toets.
Systeeminstellingen
Displaycontrast
Standaard-
Instellingen
Papierlade-Instellingen
1
Beheerderswachtw
Voer het beheerderswachtwoord in (5 tot 32 tekens).
Wachtwoord
(1)
10 adressen
2
• Gebruikersauthenticatie is standaard uitgeschakeld (standaardinstelling).
• Procedure voor het afmelden...
Druk op de toets [LOGOUT].
(Wanneer de functie Automatisch wissen wordt ingeschakeld, wordt u automatisch afgemeld.)
Verlaten
Beheerderswachtw
Totaal aantal
Lijst afdrukken
(gebruiker)
Controle
USB-apparaat
VORIGE
OK
OK
(2)
Annuleren
VORIGE
OK
BEDIENINGSPANEEL (BEHEERDER)
Selecteer de toets [Beheerderswachtw].
Log in.
(1) Selecteer het tekstvak [Wachtwoord] en
voer het beheerderswachtwoord in.
Voer het wachtwoord van de beheerder in het
invoerscherm voor het wachtwoord in.
(2) Selecteer [OK].
Hiermee is de inlogprocedure van de beheerder voltooid.
U kunt nu de Systeeminstellingen (beheerder) gebruiken.
3-16
SYSTEEMINSTELLINGEN