Parameter
Hybride installatie
Vrijgave bij EVB-blokk. De parameter verschijnt enkel wanneer er onder Hybride installatie de
Verhoging vraag
83315307 1/2020-05 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Lucht/water-warmtepomp WWP LB 12-A R en WWP LB 20-A R (binnenunit)
Instelling
Bij een hybride installatie kan een bijkomende warmtegenerator met een
spanningssignaal geactiveerd worden.
Uit:
Spanningssignaal 0 ... 3 V, tweede warmtegenerator gedeactiveerd.
aan:
Spanningssignaal 3,1 ... 10 V, tweede warmtegenerator geactiveerd.
optie Aan ingesteld is.
Werking van de tweede warmtegenerator (hybride installatie) bij actieve EVB-
blokk..
Uit:
Tweede warmtegenerator gedeactiveerd.
aan:
Tweede warmtegenerator geactiveerd.
De parameter verschijnt enkel wanneer onder Hybride installatie de
optie Aan ingesteld is.
Verhoging vraag van de actuele gewenste vertrektemepratuur van de
warmtepomp voor het spanningssignaal (3,1 ... 10 V) van de tweede
warmtegenerator (hybride installatie).
-10,0 ... 10,0K:
De ingestelde waarde wordt bij de gewenste vertrektemperatuur van de
warmtepomp bijgeteld, positief en negatief. De verhoogde waarde wordt per
spanningssignaal naar de tweede warmtegenerator (hybride installatie)
overgedragen.
91-144
6 Bediening