De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden:
Waarschu-
Oorzaak
wing
Te lage oververhitting
22
Te lage oververhitting
Te hoge oververhitting
23
EVI te hoge oververhitting
24
Hoeveelheid koelmiddel te laag
25
Hogedrukstoring
26
pc > 44,4 bar(g)
Condensatietemperatuur te laag
27
Condensatietemperatuur te hoog
28
Verdampingstemperatuur te laag
29
Verdampingstemperatuur te hoog
30
Warmtepomp niet compatibel
32
WWP-EC heeft geen verbinding met de WWP-EM
33
83315307 1/2020-05 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Lucht/water-warmtepomp WWP LB 12-A R en WWP LB 20-A R (binnenunit)
111-144
Oplossing
Bij herhaald optreden koelcircuit controleren:
Te veel koelmiddel
Lage oververhitting.
Ventielaandrijving controleren.
Lengte van de koelmiddelleiding is verkeerd
ingesteld. Verschijnt bij toestellen die met een
vroegere softwareversie dan V3.3 uitgeleverd
werden (Versie EC WWP LB) [hfst. 6.7.1.2].
Update van de regelaarsoftware doorvoeren.
Enkelvoudige lengte van de koelmiddelleiding
die tussen binnen- en buitenunit geïnstalleerd
is instellen [hfst. 6.7.5.2].
Bij herhaald optreden koelcircuit controleren:
Vreemde gassen
Hoeveelheid koelmiddel te laag.
Bij herhaald optreden koelcircuit controleren.
Lekdetectie uitvoeren.
Bij herhaald optreden koelcircuit controleren.
Lekdetectie uitvoeren.
Warmteafname controleren.
Instelling overstroomventiel controleren.
De verwachte bedrijfstoestand wordt bij hoge
buitentemperatuur en lage vertrektemperatuur
niet bereikt.
Installatie met 2de warmtegenerator
opwarmen.
Warmteafname controleren.
Instelling overstroomventiel controleren.
Controleren dat er geen ijs op de verdamper
is.
Werking ventilator controleren.
Koelcircuit controleren.
De toepassingsgrens van de warmtepomp werd
overschreden.
Spanningstoevoer compressor controleren.
Spanningstoevoer van de klemmen naar de
koeleenheid controleren.
Verbindingsleiding tussen regelaar en
uitbreidingsmodule controleren.
10 Foutopsporing